Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5699 resultaten - Pagina 4 van 380

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Zien wij niet 's zomers en 's winters hetzelfde licht de aarde beschijnen - en toch niet dezelfde warmte de voren van de aarde verwarmen?! Maar als nu het licht de warmte zou brengen, zie, dan zou het immers altijd warm moeten zijn onder dezelfde stralen van de zon; maar dat dat niet zo is, leert ons de ijzige, dikwijls bar koude winter.
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Wanneer dus iemand buiten zich het woord gevonden heeft en het begrepen en aangenomen heeft, dan heeft hij immers geen ding, maar een geestelijk leven in volkomen toestand gevonden, omdat ieder woord een vorm is, ontstaan uit geestelijke warmte en geestelijk licht. Waarom dan die verwondering over de woorden van onze Asmahaël?!
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Jij zegt het immers zelf: al het licht komt van boven. Hoe moet ik je dan nu van onderaf naar boven toe verlichten?!
Hoofdstuk 107: Over de listigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Seth zei: "Beste Enos, wacht toch nog even; ik heb toch immers geen tong zoals die van Henoch of Kenan, dat ik zo snel een juist antwoord klaar zou kunnen hebben! Heb slechts een beetje geduld, - dan zal het wel tot iets leiden; hetzij nacht, hetzij licht, dat zul je wel zien.
Hoofdstuk 108: Seth komt in verlegenheid tengevolge van de wedervraag van Enos - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Je hoeft mij daarom toch niet je rechten voor te houden, die ik net zo goed ken als jij, - ook niet alle gebruiken, die altijd rechtvaardig en gangbaar waren en dat tot aan het einde van alle tijden bij de volmaakte mensen steeds zullen blijven; want ik heb je dit vroeger immers allemaal geleerd! Maar wat het antwoord op je uit mijn mond genomen vraag betreft, dat is minder gemakkelijk dan je misschien denkt, want daar komt wel enig nadenken aan te pas, tot men het juiste in het kort samengevat heeft. Heb daarom nog een poosje geduld en zoals gezegd, dan zal dat zeker tot iets leiden, hetzij nacht, hetzij licht, dat zul je wel merken! Amen."
Hoofdstuk 108: Seth komt in verlegenheid tengevolge van de wedervraag van Enos - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[31] En heb dan ook kennis van het licht in het licht: indien je oog niet licht en zonnig zou zijn, zou het dan ooit de zon en haar licht gewaar kunnen worden?! Evenzo, als in jou niet de kracht Gods zou zijn, zou jij dan iets van het goddelijke kunnen begrijpen?! Daar je dat echter wel kunt, is immers ook Gods kracht in jou; kan deze kracht alleen zichzelf begrijpen, of kan zij wellicht ook iets meer?!
Hoofdstuk 151: Seth zoekt het licht in het licht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Ik was immers wel aanwezig toen Emmanuël Abba ons heeft gezegend; maar Zijn zegen moet bij mij evenals mijn vroeger aanschouwde licht voorbij zijn getrokken, zonder meer dan alleen mijn ogen aangeraakt te hebben!"
Hoofdstuk 165: Abedam, de hoge, en de vijf zoekenden naar het licht. Niet onderzoeken, maar liefhebben voert tot leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Wat baat een blinde het stralende licht van de zon?! Waartoe dient het hem het licht van de zon begrijpelijk te willen maken, waartoe hem iets voor te liegen?! Want de zon van de blinde is immers zwart; daar houdt hij zich aan. Om deze reden is een stralende zon voor hem immers een leugen; want als aan iemands schat iets vreemds wordt toegevoegd, wat betekent dit vreemde dan voor de eigen schat? Niets dan een leugen, omdat het niet identiek is met de eigen schat, ofschoon het ermee te maken heeft, maar als iets vreemds of iets dat voor hem zo goed als niet bestaat en voor hem niet de zichtbare tekenen van de hem kenmerkende eigenschap in zich draagt.
Hoofdstuk 171: Henoch bereidt het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Zie, dat zijn de in het hoofdwerk genoemde vrienden en broeders in jullie, alsook in Mijn knecht, waartoe echter iedereen wordt gerekend. Je moet dit in jezelf hardop verkondigen, dat Ik Mijn handen naar hen heb uitgestrekt en hun kwaad afgewassen, de zonde weggedaan en deze met de ware belangen van jullie geest in overeenstemming heb gebracht, opdat je nu, als je wilt, geheel ongehinderd op de getrouw aangegeven weg van het licht en van het leven voort kunt wandelen. Maar willen jullie ondanks alles deze oude vrienden van je meer trouw blijven dan Mij, Ik die je zonder jullie toedoen deze grote genade en heiligste Vaderlijke gunst bewees, dan ben je daar vrij in. Ook daarvan zal het heil van de zon en de maan niet afhangen en de sterren zullen niet verdwalen op hun weg! Want jullie weten toch immers dat er vanuit Mij voor de geest geen moeten bestaat! Omdat Ik reeds zoveel voor jullie gedaan heb, ben Ik evenwel van mening dat je ook dit weinige zult doen, namelijk Mij voortaan steeds sterker met jullie liefde aanhangen en je broeders niet in de steek laten!
Hoofdstuk 187: Aanhangsel: Zie, Ik wil je hen allen bij hun naam noemen: Hl B VI T Z L GD Z G (hoofdstuk 3:12) - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Begrijp in die zin de betekenis van de week die komt! ­- U wilt immers allen Mijn kinderen worden en zo door Mij worden genoemd! Laat dus zien dat u deze naam en de hiermee verbonden zegen en het geluk ook waard bent, en terstond zal in uw hart de in het graf gelegde Christus in Zijn mooiste licht herrijzen. Hij zal Zijn en uw feest van de geboorte vieren, doordat Hij in u door middel van de werk­zame liefde tegenover de naaste de Liefde van God ver­sterkt. En nadat Hij zo weer is opgestaan en gij wedergebo­ren zijt, zult gij de totale omvang van Zijn Liefde en Zijn macht mogen begrijpen.
Hoofdstuk 0: Ter Inleiding - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[140] En Ik kon immers toch voorzien, dat één en hetzelfde licht de voorwerpen waarop het valt zo verschillend belicht als de voorwerpen zelf van elkaar verschillen! - Zo is het ook met het licht van het geloof! Al naar gelang het op een verschillend gekleurd menselijk gemoed valt, moet het dit ook belichten. Te eisen dat hetzelfde licht volkomen gelijk van alle duizend kleurige zielen terugstraalt, is derhalve een grote dwaasheid.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[281] In een vurig worstelen om verbinding met de Vader-Geest in Hem ondervond de Mensenzoon Jezus dan ook spoedig een grote verlichting en versterking. Lucas bericht: "En een engel kwam uit de hemel en gaf hem kracht!" Door deze geestelijke hulp werd Jezus' ziel zich, in de slapende discipelen, plotseling in alle helderheid bewust van haar taak. Zoals zij in de ban van hun zwakheid en onmacht in de hof van Gethsémane lagen te slapen, zo sliepen immers nog in de gehele schepping in en op de aarde en alle hemel­lichamen myriaden niet verloste zielen in het gericht van de materie en wachtten op het moment dat ze gewekt en uit de knellende banden van de anti-orde en het gericht teruggevoerd zouden worden naar het rijk van de godde­lijke orde, van de liefde, het licht en het eeuwige leven!
Hoofdstuk 2: Gethsémane: Het geheim van de persoon Jezus; De strijd van de zich ontwikkelende Jezus-ziel; De voorbereiding op de overwinning; De gebedsstrijd van de Heer in Gethsémane; Uw wil alleen geschiede; De Heer en Judas; Simon Jona, Petrus genaamd; Het zwaard van Petrus; 'Wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen'; Over de liefde en wijsheid van de hemel - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[34] Op de vraag hoe de door het Kindje Jezus gedane wonderen, alsmede Diens overige goddelijk-geestelijke werkzaamheden zijn te rijmen met Zijn als het ware daarvan geïsoleerde mens-zijn tijdens Zijn jaren als jongeling en als man, ...en, hoe daarmee dan weer samenhangen de in die jaren verrichte wonderen -gesteld, dat men Hem ook in die jaren nog uitsluitend als mens zou willen denken: op die vragen moge als antwoord dienen een vergelijking met de aanblik die een boom biedt in de periode van de lente tot in de herfst: In het voorjaar bloeit een boom wonderbaarlijk; hij wordt dan door een geweldige activiteit beheerst. Na het afvallen van de bloesem echter wordt hij weer schijnbaar inactief. Tegen de herfst toont de boom weer een enorme activiteit: de op zichzelf reeds wonderbaarlijke vruchten verkrijgen hun kleur en aroma, en zijn dan nog mooier dan de bloesem was. En zijn de vruchten aldus tot rijpheid gekomen, dan wordt de in hen geschonken zegen van de binding aan de boom vrij gemaakt, en die valt dan in de schoot van de ernaar hongerende kindertjes­ Dit vergelijkingsbeeld zal men slechts kunnen begrijpen met de ogen van het hart, maar nooit met de ogen van wereldse wijsheid! Immers de bovengenoemde vragen zijn heel gemakkelijk op te lossen, mits je maar van binnen uit zuiver denken wilt, zonder daarbij de Godheid van Jezus te willen abstraheren, maar die juist vasthoudend in innerlijk geloven, omdat dat juist het licht is, dat voert tot de liefde voor God. Immers, de volledige eenwording van de Goddelijke Volmaaktheid met Jezus' mensheid is niet ineens, niet plotsklaps tot stand gekomen, maar geleidelijk aan, zoals zulks onder Gods leiding steeds het geval is; juist zoals bij het geleidelijk ontwaken van de Goddelijke Geest in het mensenhart (alhoewel het Goddelijk Wezen ook reeds in al Zijn Vol­heid in het Jezuskind aanwezig was, maar Zich van daaruit slechts in noodgevallen door het doen van wonderen manifesteerde).
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] Hoe eindeloos gelukkig moeten toch wel Uw leerlingen zijn, die U immers kunnen kennen in het volle licht van hunne geesten, terwijl ik dat alleen maar kan vanuit mijn nachtelijk duister -als zondaar!
Hoofdstuk 9: Vijfde brief van Abgarus aan Jezus ( drie weken na ontvangst van het vierde antwoordschrijven van de Heer) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[8] En Purista antwoordde nog huilend: 'O lieve vriend, bij je laatste woorden ging mij een licht op en het werd mij duidelijk dat jij geen aardbewoner bent, maar een machtige bode uit de hemelen van de zeer heilige Vader Zelf, die vervuld is van de grootste liefde en erbarming! Zie, ik moet je immers beslist beledigd hebben'?!
Hoofdstuk 20: Purista en haar ouders herkennen de heilige Vader in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...