Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

851 resultaten - Pagina 4 van 57

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] En hoe werd de mens bewoner van deze aarde? Werd er werkelijk maar één mensenpaar geschapen, zoals in Genesis staat, of werd op de aarde in één keer een hoeveelheid mensen van verschillende kleur, gestalte en karakter geschapen?'
Hoofdstuk 162: De vijfde en zesde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik kan op zulke begrijpelijke vragen niets anders antwoorden dan wat Ik al eerder gezegd heb, namelijk: Als u zo wijs bent als de engelen, dan kunt u uitgaande van het zuiver geestelijke standpunt haarfijn op overdrachtelijke wijze de hele natuurlijke schepping reconstrueren uit hetgeen Mozes in zijn Genesis zegt. Dan zult u zien, dat de natuurlijke schepping, weliswaar over zeer uitgestrekte periodes, haast dezelfde volgorde heeft als in Genesis wordt verteld. Het ontstaan van het eerste mensenpaar staat vrijwel op de juiste plaats aangegeven en zijn test en tenslotte zijn voortplanting heeft, behoudens een kleinigheid dat in passende beelden weergegeven wordt, in dezelfde volgorde plaatsgevonden die in het verdere verloop van Genesis aangehouden wordt.
Hoofdstuk 162: De vijfde en zesde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nadat de Farizeeën en hun soortgenoten deze langdurige verklaring van Mij over Genesis gekregen hadden, stonden ze allemaal als aan de grond genageld, en de leider der Farizeeën zei, nadat hij zich zichtbaar had ingespannen om goed na te denken: 'Heer! Meester aller meesters in alles! Ik en wij allemaal zien nu, hoewel niet zonder veel spijt, in dat U in alle opzichten volkomen gelijk hebt, en dat alles wat U zegt de zuivere waarheid is. Maar ik zei niet voor niets: Niet zonder veel spijt zien wij dat nu in! Want met Uw diepe wijsheid, die te heilig is voor deze slechte zelfzuchtige wereld, zult U zonder heel bijzondere wonderen voor dovemansoren prediken, en als U wonderen zult doen, dan zult U blinde toeschouwers hebben en zodoende weinig resultaat boeken.
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Voordat we nu echter deze berg verlaten, geef ik jullie een opdracht waaraan streng de hand gehouden moet worden, en dat is dat niemand van jullie tegen iemand daar beneden iets vertelt over wat je hier op de berg gezien hebt, tot Ik jullie in de geest daarvoor toestemming geef. Wie dit gebod van Mij niet in acht neemt, wordt meteen met stomheid bestraft; want het volk hier beneden is daarvoor nog lang niet rijp, en jullie zelf ook nog maar ten dele.
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'God heeft ook het sterven van het lichaam in een onvermijdelijke en onveranderlijke wet vastgelegd, en ondanks al het gejammer van de mensen neemt Hij Zijn heilige woord niet terug! Je kunt daarover praten en redetwisten zoveel je maar wilt, maar aap het eind moet je toch sterven! pas in het hiernamaals zul je beseffen, dat dit sterven heel noodzakelijk voor je was.
Hoofdstuk 164: De luchtreis van Judas Iskariot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Door deze uitleg begrijp ik zogezegd als bij toverslag de hele Genesis door en door!
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Terwijl de oude zo jammert, komt Kisjonah, die zich buiten reeds voor zakelijke bezigheden een poosje van ons verwijderd had, en zei tegen Mij: 'Heer, U neemt me wel niet kwalijk dat ik iets feestelijks voor U op touw heb gezet volgens het gebruik van mijn alpenherders, omdat U vandaag, zoals U gezegd hebt, de laatste avond op deze hoogte doorbrengt. Mijn herders hebben bossen sprokkelhout, die ze in het bos verzameld hebben, aangestoken; en dat hebben ze ter ere van U gedaan en zij zingen vrolijke liederen en psalmen daarbij. Zou U niet even buiten komen kijken?'
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Denk er eens over na en raadpleeg je hart of het er met jullie niet letterlijk zo uitziet, en jullie harten zullen hard ' Ja' roepen!
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Als ze bij het huis van Baram komen, zien ze onmiddellijk een grote menigte die door de massale genezing letterlijk buiten zichzelf is van verbazing. Maar omdat de oude Farizeeën die massale genezing niet hebben gezien, denken ze, dat het volk zich nog steeds verbaast over de genezing van de bezetene van de vorige dag, omdat men nog net als gisteren steeds maar roept: 'Heil aan de zoon van David! Dit is waarachtig Davids zoon!'
Hoofdstuk 184: Farizeeën kunnen niet liegen. (17.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Nu begint het volk te lachen en zegt bij wijze van grap: 'Ja, ja, die tempelwetten die je daar aanhaalt kennen wij ook; ze zeggen dat daar ook in geschreven staat: Als een Farizeeër viezigheid in zijn mond neemt dan verandert dat direkt in goud!'
Hoofdstuk 184: Farizeeën kunnen niet liegen. (17.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nadat ze van het terrein zijn afgejaagd, komt Baram vermoeid terug en zegt: 'Heer vergeef het mij! Wat ik nu heb gedaan, deed ik echt niet voor mijn plezier; maar het was geen uithouden meer met deze slechte overspelige soort! Je kunt je de duivel echt niet slechter voorstellen dan deze kerels, die er van overtuigd zijn dat de gehele aarde volkomen hun eigendom is! Normaal wind ik me daarover niet zo op; maar toen die kerels U, o Heer en Meester, letterlijk begonnen aan te vallen, kon ik mijn rechtvaardige toorn niet meer onderdrukken en moest ik wel van mijn huisrechten gebruik maken! Maakt U Zich daar echter maar niet druk over; want als die kerels een klacht indienen, dan zal ik die wel aanvechten en ik zal U wijs en slim weten te verontschuldigen!'
Hoofdstuk 189: Duivelse aanval. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nu zegt Maria: 'Mijn Heer en zoon! Wat deze jonge man Je nu vertelde, is helemaal waar, en ik ben juist daarom naar Jou toe gekomen, om Je te vertellen dat ik voor Jou letterlijk uit mijn huis ben gejaagd. Wat moet ik nu doen met Je broers en zusters, alleen in aardse zin dan? Want ik weet wel dat Jij op aarde geen verwanten hebt, behalve Jouw leerlingen die Je liefhebben.
Hoofdstuk 190: De leer van het Rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] En Ik zeg: 'Net zo ver en net zo lang als je maar wilt! Want Ik heb nog nooit het eerlijke en echte verlangen van iemand afgewezen of onverhoord gelaten!' Baram regelt derhalve zijn zaken, geeft zijn vrouw en kinderen opdracht over wat zij tijdens zijn afwezigheid moeten doen, en hoe zij tegen slechte vijanden op moeten treden. Vervolgens neemt hij wat goud mee en gaat met ons allen naar buiten aan de zee, en een zeer grote volksmenigte volgt ons op de voet. (Matth. 13:1)
Hoofdstuk 190: De leer van het Rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik wilde de toespraak hier niet onderbreken, maar omdat de leerlingen verscheidene van deze beelden zelf niet begrepen, kwamen ze naar Mij toe en zeiden: 'Waarom spreekt U nu opeens tegen hen in gelijkenissen? (Matth.13:10) Wij, die al.zo lang bij U zijn, begrijpen ze nog maar nauwelijks; hoe zullen de luisteraars aan de oever ze dan kunnen begrijpen. Ziet U dan niet hoe ze hun schouders ophalen en dat een aantal zelfs denkt, dat U ze voor de mal houdt, of dat U over zulke oninteressante dingen spreekt vanwege de Farizeeën, want iedereen. weet toch wel, dat je het gewas niet op de weg, of op stenen en net zomin tussen de dorens moet zaaien! Wij begrijpen wel wat U daarmee bedoelt; maar zij op de oever denken heus dat U ze ertussen neemt! Of wilt U ze dan echt op een manier lesgeven die ze niet begrijpen?'
Hoofdstuk 191: De gelijkenis van de zaaier. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ja, de goddelijke echte liefde onderscheidt zich overduidelijk van de liefde van de hel, doordat de goddelijke liefde weliswaar ook iets pakt, net als die van de hel, maar daarna geeft ze alles weer terug! Ze verzamelt slechts om het weer terug te geven, terwijl de helse liefde alleen maar zelfzuchtig neemt en niets terug wil geven.
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...