Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6040 resultaten - Pagina 4 van 403

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] Dit zeg Ik nu echter: dat Ik de enige, eeuwige God ben naar Mijn drievoudige aard; als Vader ben Ik dat volgens Mijn goddelijkheid, als Zoon volgens Mijn volkomen menszijn en als Geest volgens alle leven, werking en inzicht. Ik ben vanaf de eeuwigheid de liefde en de wijsheid Zelf Nog nooit heb Ik iets van iemand gekregen. Alles wat er is, is van Mij en wie iets heeft, heeft het van Mij. Hoe kan Ik dan een tiran zijn en verdoemenis uitspreken?! - 0 jullie dwazen! Ik houd van jullie; jullie verachten Mij. Ik ben jullie Vader; jullie maken Mij tot scherprechter. Waar Ik zegen, vervloeken jullie; waar Ik opbouw, vernielen jullie; wat Ik opricht, buigen jullie neer; over wat Ik zaai, leiden jullie verstikkende stromen; jullie zijn in alles tegen Mij. Zou Ik zijn, zoals jullie zeggen dat Ik ben, - waarlijk, Ik zeg je, de aarde zou allang niet meer bestaan, ja ze zou zelfs nooit geschapen zijn! Omdat Ik echter ben die Ik ben, bestaat alles nog zoals het Was en zoals het eeuwig zal zijn; en ook jullie zullen zijn zoals je wilt zijn, zonder Mijn doemvonnis, - want jullie zullen zijn wat je van jezelf gemaakt hebt. Maar van diegenen die Mij nemen zoals Ik ben en Mij liefhebben zoals Ik hen liefheb, zal Ik maken wat zij willen, zodat hun vrijheid en vreugde eeuwig volkomen zal zijn.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[39] Wij kennen onder elkaar geen andere eigendomsgrenzen dan de natuurlijke van ons lichaam; jullie mensen, die God geheel vergeten zijn, verdelen de aarde en dan zegt een koning, een vorst of een van diens gunstelingen: 'Dat geef ik jou tegen een kleine schatting en dat aan de gunsteling en zijn betere knechten vanwege hun bereidwillige en flinke vuisten! Al het overige volk kunnen jullie als lastdier gebruiken en hoef je slechts zoveel te geven, dat zij ternauwernood een ellendig beetje leven behouden om voor de leeglopers het vele hinderlijke werk te kunnen verrichten; en zouden zij weigeren, dan staat hen ten eerste grove mishandeling en ten tweede de dood te wachten!' Zou zo'n slaaf zich dan willen inbeelden, dat hij ook als broeder van de koning of van een vorst of van anderszins door de koning benoemde groten, dezelfde rechten zou hebben of zou moeten hebben, - zou die niet onmiddellijk vermoord worden?! - 0 zeg me, waar op de hele wereld bestaat er nog iets gruwelijkers dan jullie mensen?! Is niet een slang, ik of een leeuw, een tijger, een verscheurende wolf en een grimmige beer, een zuivere heilige engel vergeleken bij jullie mensen? O, als ons liefde was gegeven zoals aan jullie, wat zouden wij God beminnen! Maar zelfs zonder liefde beminnen wij Hem door onze nauwgezette gehoorzaamheid oneindig veel meer dan jullie, die niet alleen Zijn liefde waaruit Hij je geschapen heeft, vergeten zijn, maar zelfs Hemzelf, die je geschapen heeft!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Waarlijk, met zo'n denkbeeld over Mijn macht zou juist door een dergelijke macht van Mij zelfs nooit iets zijn geschapen!
Hoofdstuk 158: De vreze Gods en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] 'Waar zijn jullie toch, jullie mooie sterren, waar ik zoveel van hield? Schamen jullie je soms voor mij, dat jullie je lieflij­ke aangezicht voor mij verbergen? 0, schaam je niet voor mij! Jullie wacht immers hetzelfde lot dat mij nu getroffen heeft. ook jullie zullen sterven, zoals ik nu gestorven ben! Maar koester daarom geen wrok tegenover de zwakke Schepper, zoals ik gedaan heb. Want kijk, hij was beslist van goede wil, maar had te weinig wijsheid en kracht, en daarom zijn al zijn werken zo broos en vergankelijk. Hij zou er weliswaar beter aan gedaan hebben als hij nooit iets had geschapen waarvoor hij zich tegenover ons, zijn wijze schepselen, alleen maar moet schamen; want in een onvolmaakt werk zie je niet de hand van een volmaakte meester! Laten we dus geen wrok meer koeste­ren tegen die arme stakker van een Schepper, die er op de duur nog moeite mee zal hebben om bij de totale vergankelijkheid van al zijn werken zichzelf in stand te houden.
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[35] En al die zonnen die nog door geen enkele geschapen engelengeest geteld zijn, al die zonnen met al hun grote vuurbewoners, wat doen zij dan, of wat kunnen zij doen? - Luister! Onmogelijk iets anders dan wat de grootste oeraartsengel doet: zij vervullen in hun verheven eerbiedsvolle stilte de heilige wil van de grote, boven alles goede Vader; en dat is alles wat zij kunnen doen. En elke zon verkondigt nog haar lofprijzingen aan de eindeloos verre scheppingen en ook onderling verkondigen zij elkaar in stilte door hun verre stralen dat er slechts één God is en dat deze God een en dezelfde is als de heilige, liefdevolle Vader, die hen liefhebbend schiep voor de liefde, om ook de verre donkere ruimten te beminnen en ze te doen opleven met de liefde van de heilige Vader.
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Want waar is in de gehele oneindigheid in alle eeuwigheden der eeuwigheden een wezen geschapen dat in staat is iets dergelijks uit zichzelf voort te brengen?!
Hoofdstuk 52: Garbiëls goede toespraak over de goddelijk-vaderlijke Geest in de woorden van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Als Ik alle dingen geschapen zou hebben tot verderf en om het te gronde te laten gaan, zou Ik dan als de eeuwig heilige en eindeloos wijze God wel wijs gehandeld hebben door ooit iets te scheppen?!
Hoofdstuk 108: De Heer spreekt over de schade die vloek en toorn teweegbrengen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Zo kunnen wij ons bijvoorbeeld een volmaakte grasplant voorstellen en dat dan ook uitspreken. Daardoor is hij als het ware ook in ons geschapen; maar zo volkomen als wij hem ons voorstellen, kunnen wij hem onmogelijk buiten ons plaatsen. Ons wezen is immers afhankelijk en noodzakelijkerwijs beperkt, en wij kunnen daarom niet iets scheppen in het oneindige wezen van God, maar alleen maar in de ruimte van ons eigen wezen en dat op de kleinste schaal, zoals de Godheid het doet in de ruimte van Haar oneindige wezen.
Hoofdstuk 165: Het drievoudige wezen van Abedam, de hoge, en het wezen van Henoch als werktuig van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Waarlijk, als het lichtste, kleinste druppeltje water in de zee is gevallen, dan heeft daardoor de zee in verhouding reeds eindeloos meer luister ontvangen dan jullie levenslange ononderbroken aanbidding en verering zou zijn ten opzichte van de eindeloze eer en eeuwige heerlijkheid van God, die Hij reeds eerder in de meest volkomen mate in Zichzelf bezat toen er nergens nog maar iets was geschapen!
Hoofdstuk 219: De verering van de heilige naam op de plaat in Lamechs troonzaal. Henochs woorden over de liefde als de enig ware verering van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] En Henoch zei: 'Amen! Eeuwig zij de heilige, allerliefdevolste Vader geloofd en bemind door ons allen, Hij die ons reeds heeft bemind, nog voordat wij bestonden; want als dat niet zo was, dan zou er nooit iets zijn geschapen!
Hoofdstuk 220: God als de oneindige liefde en wijsheid is de eeuwige waarheid. De bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] 'Meest liefdevolle, heilige, onuitsprekelijk goede Vader, U hebt Satana toch uit Uzelf en niet uit iets anders geschapen! Hoe is het dan toch mogelijk dat dit uit U geschapen wezen zo ontzettend boos is, daar in U toch alles van eeuwigheid buitengewoon goed moet zijn, omdat U Zelf zo eindeloos goed bent en er daarom uit U toch ook onmogelijk iets slechts voort kan komen?
Hoofdstuk 25: Lamech vraagt hoe het mogelijk is dat Satana als een uit God geschapen wezen zo boos is. Het antwoord van de Heer in een gelijkenis. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] De verstandspreses zegt: beste vrienden, jullie hebben aan de ene kant gelijk, aan de andere kant weer ongelijk. Als de mens zichzelf zou hebben geschapen, dan kon hij zichzelf ook zoveel geven als hij maar wilde, want hij zou in de oneindigheid geen gebrek hebben gevonden en dus was het ook aan hemzelf, de horizon van zijn inzichten naar believen voortdurend te vergroten. Daar de mens echter niet uit zichzelf is ontstaan, maar hem het leven gegeven is, is hem ook zijn horizon gegeven. Als jullie op aarde bijvoorbeeld een appel bekijken, dan zul je zien dat hij vanaf zijn ontstaan direct na het afvallen van de bloesem zijn horizon steeds verder uitbreidt. Is hij eenmaal tot volle rijpheid gekomen, dan kunnen jullie de appel vertellen wat je wilt, hij zal over zijn toestand niets anders kunnen zeggen dan: tot hier en niet verder, want mijn maat is vol! Maar waarom zou de appel jullie een dergelijk antwoord geven? Omdat hij eveneens een gegeven iets, maar niet een zichzelf scheppend iets is. Zouden jullie de appel nu nog verder willen laten uitdijen, dan is het toch duidelijk dat jullie hem stuk moeten maken. Kijk, bij de mens is het precies zo. Hij is een gegeven iets en niet een door zichzelf geschapen iets; daarom heeft hij ook zijn ontwikkelingsgebied gekregen. Wie dit gebied bereikt en dan voor zichzelf weet dat dit het hem toebedeelde gebied is, die is geheel zichzelf en wel zo volmaakt mogelijk. Blijft hij binnen dit gebied en benut hij dat niet geheel, dan is hij de stumperige slaaf van zichzelf en zal hij niet eens voor zichzelf bekwaam genoeg zijn. Wie zichzelf echter zodanig wil opblazen dat hij buiten zijn gebied komt, is een hoogmoedige dwaas die zichzelf te gronde richt. Het zal hem vergaan als een holle kogel die met kruit gevuld wordt aangestoken, waardoor dan het oppervlak van de kogel uit elkaar wordt gereten en de delen daarvan naar een verre horizon worden verplaatst. Maar vraag je eens af hoe het daarna met de totaliteit van de kogel staat.
Hoofdstuk 26: Vervolg van het bezoek bij de stoïcijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[24] Zo moet het ook zijn, en als het niet zo was dan zou er zelfs nooit iets geschapen zijn en was het bestaan van een mens als zodanig ondenkbaar! Want het leven van ieder mens is toch niet meer en niet minder dan een volmaakt evenbeeld van Mij. En als een mens naar Mijn woord heeft geleefd of als miljoenen zo hebben geleefd, kan dan maar één van hen zeggen: Christus leeft in mij, of kunnen dat niet al die talloze rechtvaardigen zeggen? Wanneer echter al die rechtvaardigen dat kunnen zeggen, ben Ik daarom dan een gedeelde of een eeuwig ongedeelde Christus in hen?
Hoofdstuk 60: De Oer-eigenlijke God-Zon. Uitleg over de persoonlijke, wezenlijke alomtegenwoordigheid van de Heer. Voorbereiding voor de maaltijd met de Vader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Ik heb ook vaak bij mezelf gedacht: als het mogelijk zou zijn om op deze manier bij Christus te zijn, al was het maar af en toe, dan was de allereenvoudigste hut voor mij de hoogste hemel! Ja, ik heb ook niet zelden gedacht: als ik U, allerliefste Christus, maar zou hebben, dan zou ik niet meer vragen om een hemel noch om een gelukzalige aarde! Kijk beste vriend en broeder, dat zijn zo mijn fantasieën. Gedachten zijn toch vrij en daarom kan alles nog zijn zoals God het wil! Je kunt daarover denken zoals je wilt; vind je dat we hier iets van kunnen leren, dan is het goed, zo niet, dan geschiede zo als altijd de wil van de almachtige, drie-enige God! 16 De vermeende tafeldienaar kijkt onze woordvoerder glimlachend aan en zegt tegen hem: luister mijn lieve vriend, jouw fantasieën zijn beter dan je denkt; vooral jouw derde fantasie, die is onbetwistbaar de beste. Het is waar, in de Godheid liggen weliswaar eeuwig ondoorgrondelijke dingen, verhoudingen, wegen en raadsbesluiten besloten die nooit door een geschapen wezen begrepen kunnen worden, maar niet betrekking tot jouw liefde voor Christus zal je spoedig een helder licht opgaan. Ik kan je al bij voorbaat zeggen, dat jou en je hele gezelschap deze fantasiehemel zeker weldra ten deel zal vallen! Daar we nu reeds voor de deur van het paleis staan, gaan we er binnen, alwaar je nadere bijzonderheden zult ervaren.
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] De liefde van God is de oergrondstof van alle schepselen, want zonder haar zou er eeuwig nooit iets geschapen hebben kunnen worden. Deze liefde stemt overeen met de alles verwekkende en tot leven brengende warmte en alleen door deze warmte zien jullie de aarde onder jullie voeten groen worden.
Hoofdstuk 99: De liefde van God - de oergrondstof van alle schepselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...