Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1367 resultaten - Pagina 4 van 92

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[19] Oorlogen, vervolgingen, verwoestingen vinden slechts plaats op de schrale en levensarme bast, terwijl het hout van de levende boom fris en gezond blijft. Daarom moet levend hout zich ook niet bekommeren om wat er in de eigenlijk alleen maar dode bast gebeurt; want de bast zal blijven liggen als het hout verzameld wordt.
Hoofdstuk 134: Roeping van de twaalfapostelen. (21/26.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Bij de eerste zendingstocht zullen jullie weliswaar niet alles meemaken wat Ik je nu ga zeggen; maar nadat Ik in levende lijve van deze aarde naar Mijn hemelen opgevaren zal zijn om eeuwige woningen voor jullie klaar te maken in het huis van de Vader, zullen jullie alles meemaken wat Ik je nu als één geheel voor nu en voor de hele toekomst zal openbaren. Let daarom goed op en begrijp, wat voor nu en wat voor later bedoeld is!
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Want hij dacht bij zichzelf: 'Als deze Jezus uit Nazareth werkelijk de Beloofde is, de Zoon van de levende God, hoe kan hij mij dan in de steek laten en mij niet bevrijden uit de gevangenis, en hoe kon hij het toelaten dat ik in de gevangenis kwam?'
Hoofdstuk 143: Aan de zee. Het antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] En zie, dat is de betekenis van wat in Mozes geschreven staat, dat God beveelt dat de wateren zich op bepaalde afgezonderde plaatsen moeten verzamelen, en dat daardoor de droge en vaste grond zichtbaar wordt die de zaden nodig hebben om uit te kunnen groeien tot levende en leven gevende vruchten!
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Dit ongeschapen eeuwig levende licht aan het uitspansel in de mens is vanaf dat moment het enige dat leiding geeft aan de echte dag in de mens, en deze leert het vroegere vat om zich geheel om te vormen naar zijn eeuwig ongeschapen goddelijk wezen en zo de hele mens tot een Kind van God te maken.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar ieder geschapen mens heeft een levende ziel, die ook een geest is en de nodige bekwaamheid heeft om goed en echt en kwaad en onecht te onderscheiden en ook om zich het goede en echte eigen te maken en het kwade en 'onechte uit zich te bannen; maar de ziel is desondanks geen ongeschapen, maar een geschapen geest en kan daarom op zichzelf nooit het kindschap van God verkrijgen.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Het meer hardnekkige deel van de geest, het meer zinnelijke, trotse en hoogmoedige van de man zonderde God in Zijn wijsheid en macht af in een op de man gelijkende vrouwelijke vorm, die, omdat ze uit de man afkomstig is, heel levensecht op hem gelijkt. Daarom en door de geslachtsdaad kan zij een levende vrucht in zich verwekken volgens de almachtige wil van God. Omdat haar, als zijnde het meer hardnekkige geestelijke deel van de man, een groter lijden is opgelegd, kan zij haar geest net zo vervolmaken als de man dat met zijn minder harde geest kan, -zodat man en vrouw tenslotte één worden, zoals in de Schrift staat.
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen Ik met hen klaar was, kwamen de apostelen naar Mij toe en zeiden: 'Heer, U bent soms toch wat raadselachtig! Weet U, we hebben al zoveel wonderen van U gezien en ook aan den lijve ondervonden, dat we er ook maar geen ogenblik aan kunnen twijfelen, als we dat al zouden willen, dat U in de volste en waarste zin des woords de Zoon van de levende God bent en ook zijn moet; want wat U doet heeft tot op heden geen mens kunnen doen. Maar toch komen er bij U bepaalde ogenblikken voor, waarop U in alle ernst bang schijnt te zijn voor de mensen, terwijl U toch, zoals wij meermalen overtuigend gezien hebben, gebieden kunt over alle zeer machtige engelenscharen uit de hemel!
Hoofdstuk 177: De vervulling van de profetie. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Mozes heeft dat weliswaar niet zo geschreven, maar de tempelpriesters zeggen en leren dat het geschreven woord in het boek dood is, maar dat zij het levende boek zijn waarin God Zijn wil dagelijks door Zijn engelen laat opschrijven; en op deze wijze hebben we nu al een totaal nieuwe bijbel gekregen, die precies het tegendeel voorschrijft van wat Mozes en de profeten geleerd hebben!
Hoofdstuk 182: Het morgengebed van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Het volk geloofde in Mozes en de profeten; maar wij zeiden: Die zijn dood en hun geschriften ook! God openbaart zijn wil in de tempel en zegt wat men moet denken van Mozes en de profeten. Nu zijn de hogepriester, de levieten en al de Farizeeën en schriftgeleerden de levende Mozes en de levende profeten! -Dat leren wij!
Hoofdstuk 183: Ahab's list. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Wie daarom volgens de ware orde wil leven, moet net zo leven als Ik leef en leer om te leven, dan zal ook hij de vrucht des levens in zich tot bloei zien komen en rijp zien worden. Daarin zal zich geen dode, maar een geheel levende kern vormen voor het enige eeuwige leven in de geest en deze zal zich ordelijk en voorspoedig ontwikkelen tot een heel levend zelfbewustzijn. Nu weten jullie ook in dit opzicht wat er geheel volgens de goddelijke ordening gedaan moet worden; doe dat, dan zullen jullie het leven in je hebben! .
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ik zeg: 'De goden, die jullie Grieken vereren, zijn slechts nutteloos knoeiwerk, door mensenhanden uit de materie gemaakt; en jullie kunnen hen duizenden jaren vragen, aanbidden, vereren en meer dan je eigen leven liefhebben, maar ze zuUen je toch nooit verhoren en iets goeds voor je doen om de heel eenvoudige reden, dat ze in de levende werkelijkheid niets zijn en niet bestaan.
Hoofdstuk 210: Uitstapje naar Kana in het dal. (21.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Kijk toch! Zo hoor ik ze praten en ik zie ze tevens in levende lijve! Ze gaan nu naar de tempel om de zware levensvoorwaarden in de documenten na te lezen; maar zij vinden ze niet. De opperpriester van de tempel zegt hen echter, dat Archiël enige ogenblikken geleden de documenten ten behoeve van Murahel gehaald heeft, maar ze toch direkt terug zal brengen. En ze wachten nu in de tempel en offeren voor mij!
Hoofdstuk 214: Over de samenhang van lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Nu weten jullie alles wat je moet weten; je kent de echte en alleen ware, levende God en je kent Zijn wil.
Hoofdstuk 217: Gedachte en wil. In Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Dan zegt de opperrechter, die Faustus Caji Filius heet: 'Dat moest er nog bijkomen! Ik ben toch zelf in mijn hart een van de vurigste aanhangers van Uw goddelijke leer! Want ik vind, dat een God die een wereld kon bouwen en daarop allerlei levende wezens en tenslotte zelfs mensen kon scheppen, buitengewoon wijs moet zijn! Als zo'n wijze God de mensen een leer wilde geven, dan moest die leer toch ook zeer wijs zijn. Deze zou dan toch zeker geheel overeenstemmen met de natuur en de onderlinge instandhouding van zeg maar -Zijn mensen.
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...