Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

290 resultaten - Pagina 4 van 20

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20
[20] RAPHAËL zegt: "Ik denk, vriend, dat jij een kletskous bent en helemaal niet stil kunt zijn! Zie je dan niet dat de meisjes de lege schotels komen ophalen om ze voor de avond schoon te maken?! Heb je zo'n beperkte geest dat je dat niet meteen begrijpt? Werkelijk, je wordt nog lang geen Mathaël!
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan wordt het stil aan de tafel. Maar nu beginnen de dertig jonge Farizeeën en levieten onder elkaar te ruziën, omdat hen door hun woordvoerder Hebram in zekere zin ook het zwijgen is opgelegd. Vooral een zekere Risa praat steeds maar door over zijn ouders die veel landgoederen bezitten, welke hij na hun dood als enige erfgenaam zou erven. Hij ergert zich buitengewoon als Hebram hem er op wijst, dat hij nu beter zou kunnen gaan nadenken over de wijze woorden van Mathaël en vooral die van de heiland uit Nazareth en daarbij zijn mond dichthouden, in plaats van steeds maar door te blijven kletsen over zijn waardeloze erfenis.
Hoofdstuk 62: Het gezonde verstand van Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Na een poosje kwam SIMON JUDA bij Mij en zei: "Heer, nu zou U ook best, net als Jozua, tegen de zon kunnen zeggen: 'Sta stil, zon!', zodat de kinderen hier langer kunnen genieten van deze heerlijke avond, en Hem verheerlijken die haar heeft geschapen!"
Hoofdstuk 86: Helena, de dochter van de wijze Griek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Maar IK zei: "Jullie zijn toch nog zeer onervaren kinderen, en vragen om iets dat beslist niet mag gebeuren op de manier zoals jullie je dat voorstellen. Want kijk, de zon beweegt niet, maar staat altijd stil ten opzichte van de aarde! Wel maakt de zon ook een grote beweging, maar daar heeft de aarde net zo weinig mee te maken als een stofje op jullie kleding te maken heeft met jullie gaan van de ene plaats naar de andere.
Hoofdstuk 87: De schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] En kijk, deze schrikwekkende god staat nu voor ons en gebood zoëven Apollo met de zonnewagen stil te houden, op wens van deze eerbiedwaardige, grijze Romein, die waarschijnlijk ook zo'n kleine vorst van de een of andere gelukkige provincie is!
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dan wordt iedereen stil en kijkt naar de schijnzon.
Hoofdstuk 98: Ouran's gedachten over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan zwijgt Mathaël en denkt in stilte na over wat Jarah heeft gezegd, en Helena en Ouran staren, in opperste verbazing, zonder een woord te zeggen naar Jarah; maar Jarah kijkt naar de nog fel brandende stad en wacht met groot verlangen op Mijn terugkomst. Het is nu volkomen stil op de berg, slechts in het huis van Marcus is men in de weer voor de aangekondigde gasten, namelijk voor Cornelius en Faustus, en de ochtend wordt steeds lichter .
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Daarop wordt alles stil, alleen de soldaten en de bedienden zijn wat luidruchtig bezig op de berg.
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "Goed, Raphaël, zulke vruchten zijn Mij welkom en daar houd Ik van! Het is er weliswaar één van de zetel van Mozes en Aäron, maar hij heeft zich ook de school van Plato, Socrates, Pythagoras en Aristoteles eigen gemaakt en daarom is hij geen riet dat door de wind heen en weer bewogen wordt, maar een dikke ceder van de Libanon die de stormen weet te trotseren! Hij staat rustig en stil en als de stormen aan hem rukken, buigt hij niet! Ik zal deze boom laten staan tot aan de opbouw van het nieuwe Jeruzalem, dan zal hij het dak en de gevel van Mijn huis vormen!
Hoofdstuk 159: Floran bij de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Maar wees nu stil, want ik zie dat de Heer en Cyrenius zich gereedmaken om naar ons toe te komen! Zorg er voor dat je je in je hart flink houdt, anders verdraag je zijn aanwezigheid niet! Werkelijk, ze komen! Ook de engel en een meisje komen mee; dat meisje zal ook wel een engel zijn!"
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] De wijzen namen goud, wierook en mirre, bestegen hun lastdieren met een groot en schitterend gevolg en trokken de ster achterna, die met rustte, aleer de geboorteplaats van de pasgeborene werd bereikt. Daar zochten de drie toen naar de pásgeborene en kwamen bij Herodes, die hen ook niet kon inlichten, maar hen weer naar Bethlehem verwees, waar de wonderbaarlijke ster stil stond. Hij raadde hun aan ijverig te zoeken en verzocht hun tevens het hem direkt te melden, opdat ook hij er heen zou kunnen gaan om de pasgeborene eer te bewijzen.
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Maar Ik raak de vrouw aan en zeg: "Wees stil, vrouw, en geloof en vertrouw, want bij God zijn alle dingen mogelijk!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg tegen hem: "Vriend, ga maar en zeg tegen de achter jouw huis loerende spionnen van Herodes: "'De Zoon des mensen handelt en spreekt openlijk voor de ogen en oren van de hele wereld en wil met niemand wat voor geheime zaken dan ook bespreken. Wie dus met Mij wil spreken en over iets wil beraadslagen, moet bij Mij komen en ook heel openlijk spreken en handelen! Bij Mij wordt er niets stil en geheim in het oor gefluisterd of in het verborgene gehandeld en beraadslaagd. Dat is alleen maar een doemwaardige gewoonte van de kinderen van de wereld, wanneer zij iets slechts in de zin hebben en zich daarmee niet snel en openlijk genoeg bloot durven te geven omdat zij vanwege hun kwade plannen bang zijn voor de mensen. Ik ga echter openlijk te werk en zeg alles hardop en heb geen angst voor de mensen, omdat mijn bedoelingen met de mensen goed zijn!' - Ga dus en zeg die snode verraders wat Ik je nu heb gezegd!"
Hoofdstuk 9: De spionnen van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] HU zei: "Mijn vrienden en heren! Voor God de Heer zing ik een lied in mijn hart. De Heer van Israël hoort het zeker met welgevallen! Als ik datzelfde lied luid voor uw oren zou zingen, zou het u vanwege een enkele valse toon waarschijnlijk niet bevallen. Dat zou mij dan met schaamte en ergernis vervullen, hetgeen noch voor mij noch voor u goed zou zijn en daarom zing ik dat lied van mijn hart liever niet hardop maar heel stil in mijn hart. Degene voor wie het bestemd is, hoort het zeker!"
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] RISA zegt: "Dat zou ik niet weten, maar zo'n hoge heer als Herodes zal zijn dienaar zeker uit en te na getest hebben aleer hij hem tot eerste en hoogste van zijn dienaren benoemd heeft. Bovendien was Zinka volgens eigen getuigenis een speciale vriend van de profeet Johannes en heeft hij beslist veel van hem gehoord wat ook van groot levensbelang was, en daarom is het niet zo verwonderlijk dat hij wijzer is dan één van ons. Hij zal echter over nog iets een toespraak houden, waarnaar ik erg benieuwd ben. - Maar nu schijnt de Heer wat te willen zeggen, laten we daarom stil zijn, want uit ons gepraat komt toch al niet zo veel verstandigs te voorschijn!"
Hoofdstuk 31: Zelfbeschouwingen van Hebram en Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20