Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

640 resultaten - Pagina 4 van 43

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] "Marcus, het morgenrood begint reeds .de toppen van de bergen te kleuren, zorg jij er nu voor dat we een morgenmaaltijd krijgen, want met een nuchtere maag kunnen we niet naar de vijf misdadigers gaan! Die zullen wel erg tegen ons te keer gaan eer ze genezen worden! Zodra ze genezen worden moet er zout, brood en wijn klaar staan om hen te versterken, want zij zullen na de genezing zeer zwak zijn. Zout, brood en wijn zullen hen weldra op krachten brengen!"
Hoofdstuk 18: Over het op schrift stellen van Jezus woorden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] IK zei tegen hen: "Neem nu wat brood met zout en dan nog wat wijn, dan zullen jullie weer op krachten komen en je bezinning weer helemaal terug krijgen!"
Hoofdstuk 21: De genezing van de vijf bezeten roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als echter alles langs deze natuurlijke weg is ontstaan, dan zijn er dus alleen maar levenspotenties in alle soorten levensgradaties, van de kleinste bladluis tot aan dat volmaakte leven dat de meer volmaakte mens het goddelijke noemt. Op deze wijze heeft zich waarschijnlijk sinds ondenkbaar lange tijden een goede, maar daartegenover ook een slechte godheid ontwikkeld. Als de beide godheden zich ooit ontwikkeld hebben, moeten zij als tegengestelde krachten ook zólang ongenaakbaar tegenover elkaar staan, tot zeer waarschijnlijk de, volgens onze morele begrippen, kwade kracht door de sterkere, goede kracht als een binnen haar orde vallende tegenstelling in zich wordt opgenomen. Uit dit samengaan zal dan na ondenkbaar lange wereldtijden alles wat nu nog stom, zonder bewustzijn en dood is, overgaan in een volkomen leven met een vrije wil en een vrij inzicht!
Hoofdstuk 25: Mathaël's opvatting over de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Die krachten staan ver boven onze nog zo vrije en zelfstandige, zelfbewuste levenskrachten; wij noemen hen 'engelen' (boden). Zij zijn bijzondere vertegenwoordigers van de algemene levenskracht van God. Toch kunnen wij, door één te worden met Gods algemene levenskracht, op gelijke hoogte met hen komen.
Hoofdstuk 32: De eenheid van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Daarop antwoordt SUETAL (dat was de naam van de spreker) uit naam van de twaalf: "Heer, als iemand een zekere dood te wachten staat, doet alles ter zake! Dat wij klaarblijkelijk misdadigers tegen Rome zijn, kunnen wij onmogelijk ontkennen en wat daarop volgt zult u niet kunnen loochenen, want daarvoor draagt u uw scherpe zwaard en heeft u de wet en de macht, -zaken, waartegen de arme worm in het stof niets kan doen!
Hoofdstuk 38: De ondervraging van Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] En wat denk je van de tempel! De hoge heren breken zich het hoofd erover hoe zij zo'n heiland uit de wereld zouden kunnen helpen. Maar als hij zulke krachten tot zijn beschikking heeft met daarbij de zichtbare vriendschap van de hoogste Romeinse machthebbers, kunnen alle tempeldienaars etter en bloed zweten maar uiteindelijk toch nog minder tegen hem uitrichten dan een mug tegen een olifant!
Hoofdstuk 46: Suetal vertelt over de invloed van de wonderheiland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Van de heiland uit Nazareth denk ik dat hij heel goed onderricht is in de geheime krachten. Hij kan ze nu gebruiken en wij, als oningewijden, staan erbij als een os voor een nieuwe poort en weten niet waar het allemaal om draait!
Hoofdstuk 62: Het gezonde verstand van Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] RAPHAËL merkt de verbazing van zijn tafelgenoten wel en zegt tegen Suetal: "Kijk, dat komt door die acht vissen die ik gegeten heb, waarop jij wat jaloers was. Men moet eerst wat krachten opdoen, wil men zo'n werk goed volbrengen! -Of denk jij dat niet?" .
Hoofdstuk 73: Raphaël schrijft alles over het geslachtsleven op. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar ook voor het verschijnen van deze schijnzon zullen geen bovenaardse, maar heel natuurlijke middelen worden aangewend, hoewel deze door Mijn innerlijke wil daartoe worden opgewekt en bevestigd worden door buitengewone krachten uit de sferen van de hemelen. Begrijpen jullie nu zo'n beetje deze uitleg?"
Hoofdstuk 87: De schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Zeker wordt het je hier heel wonderbaarlijk te moede als je je aan de ene kant bijna onder louter goden waant en het er aan de andere kant toch weer heel natuurlijk en menselijk schijnt toe te gaan! Van vasten voor de sabbat is natuurlijk geen sprake, want vrijwel de meeste aanwezigen zijn Romeinen en Grieken. Ook wordt er weinig gebeden. Maar wat er gezegd wordt, stroomt vaak over van wijsheid, groter dan die van Salomo. Kortom, alles loopt hier wonderlijk door elkaar. Wij bevinden ons hier bij mensen, die door God geroepen schijnen te zijn om hemel en wereld dichter bij elkaar te brengen en na verloop van tijd voor de mensen van deze wereld meer mogelijkheden te verschaffen voor de ontwikkeling van hun geestelijke krachten en de daartoe vereiste, lichamelijke krachten! Ik kan daarom ondanks al zijn grofheid niet boos worden op de jongen, want zo'n opstopper is meestal helemaal niet zo slecht omdat men daardoor vaak sneller tot inzicht komt dan door honderd bescheiden lessen."
Hoofdstuk 75: De twaalf begrijpen het nog steeds niet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar na mijn genezing kreeg ik niet alleen al mijn lichamelijke krachten vrijwel direkt terug, maar de Heer van hemel en aarde wekte ook nog mijn geest op in mijn zeer bedroefde ziel. En zie deze geest geeft mij nu een diepgaand inzicht in alle dingen die waren en nu zijn, en in veel dingen die nog komen moeten!
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Er kunnen onder de vorsten ook wel zelfzuchtige tirannen voorkomen, die het volk volledig uitzuigen, maar na een tiran volgt gewoonlijk weer een goed vorst en dan komt het volk weer snel op krachten.
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Mathaël en Raphaël zullen ons goede diensten verlenen, maar eerder dan na het middaguur zullen wij nauwelijks van hen af kunnen komen. Laten we dus nog een ogenblik stilte betrachten en verzamel je krachten, want je weet nu wat er over je heen zal komen!"
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Wel, over de Nazareeër, waarover wij door u, geëerde gebieder, pas wat meer zijn geïnformeerd, kunnen wij om Jehova's wil om heel natuurlijke redenen onmogelijk iets pro of contra zeggen. Wij hebben daar alleen maar uit de verte het nodige over horen fluisteren. Het ene klonk erg lofwaardig, andere zaken weer, omdat het waarschijnlijk van zijn vijanden afkomstig was, heel avontuurlijk hoewel niet rechtstreeks slecht. Hij moet bijvoorbeeld doden weer geheel in het leven teruggeroepen hebben! Nu, wij zagen het niet en hoorden er slechts over spreken. Als men echter bedenkt wat het zeggen wil een echte dode weer in het leven terug te roepen, is het, denk ik, toch wel te vergeven als men om zeer voor de hand liggende, natuurlijke redenen daaraan twijfelt! Ik wil daarmee echter de mogelijkheid niet in twijfel trekken, maar alleen de grote moeilijkheid aangeven en aanduiden dat daarvoor meer nodig is dan zo maar de ontwikkelde en volmaakte, fysieke en geestelijke levens krachten van een mens.
Hoofdstuk 144: Nog meer meningen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Volgens de Dahalmud (* talmoed: joods leer en wetboek) moet men hen zien als de van het goddelijke wezen als vlammenbundels uitstromende krachten, die sneller dan de gedachte in alle richtingen vanuit het eeuwige, ondoorgrondelijke centrum van God hun werking hebben, zo ongeveer als de door de zon uitgezonden lichtstralen. Dat lijkt mij ook het meest aanvaardbaar. Maar of dat een juiste en met de waarheid overeenstemmende verklaring is, is een andere vraag, waarop waarschijnlijk een sterfelijk mens nooit het juiste antwoord zal kunnen geven.
Hoofdstuk 149: De mening van de overste betreffende engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...