Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

76 resultaten - Pagina 4 van 6

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6
[30] En Purista antwoordde hierop: 'Wat er niet allemaal in jou opkomt! Is de aartsvader dan ook zo'n mens als wij allen?
Hoofdstuk 18: Uranion vraagt naar de naam van de machtige wonderman. Purista's schrandere antwoorden op de vragen van de niet herkende Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Om deze belangrijke zaak duidelijker te maken, wil Ik zelfs een voorbeeld noemen: Laten wij iemand nemen die zichzelf reeds in alle mogelijke opzichten heeft overwonnen; maar toch heeft hij nog één zwakke kant, en omdat die zo onbeduidend lijkt slaat hij er in het geheel geen acht op, - want die bestaat immers enkel uit het feit dat hij regelmatig graag bij iemand op bezoek gaat en het ook heel fijn vindt als iemand bij hem komt. Dat lijkt zo onschuldig als het maar kan.
Hoofdstuk 199: Een valse Naëhme verschijnt als drogbeeld. De verzoeking en twijfel van Lamech en Thubalkaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[32] 'Sehel, zie, Mijn grote akkers zijn bewerkt, het zaad is in de voren gelegd; nu behoeft het een goede verzorging, opdat het opkomt en rijpt tot een eeuwig levende vrucht!
Hoofdstuk 280: Adams nieuwsgierige vraag en Henochs antwoord. Purista wordt door de Heer uitgenodigd op de heuvel. De ergernis van de vrouwen. Een evangelie voor de vrouw door Eva. Henoch en Sehel. De verheerlijking van Sehel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Blijf Jij dus maar wijselijk mooi ver van mij vandaan, anders sta ik er niet voor in of het nog vandaag in Je opkomt de aarde tot over de bergen in dodelijke watervloeden te hullen, waar Je toch al heimelijk van droomt!'
Hoofdstuk 16: Kisehels wraakzucht en kalmering door de Heer. De vraag van de Heer aan Satana en Satana's weigering te antwoorden. Kisehel tuchtigt en deemoedigt de woedende draak. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Laat achterwege wat niet geschikt is voor Vader en kind, maar zeg wat in je opkomt, opdat je dan zult zien hoe buitengewoon geduldig, Ik, je Vader, altijd ben!
Hoofdstuk 68: Lamech verstomt door Gods Heiligheid. De grenzen van Gods almacht. De overbrugging van de kloof tussen God en mens door de genadeverhouding van Vader en kind. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Wel spraken Lamech en Muthaël regelmatig met elkaar over hoe het er in de laagte zou toegaan, maar zij konden elkaar daar geen duidelijkheid over verschaffen.
Hoofdstuk 131: De reiniging van de hoogte. Lamechs woorden tot de tienduizend vrouwen die naar de laagte trekken. Lamechs en Muthaëls verdriet en Noachs woorden van troost. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Zo staat er zelfs ook regelmatig in de heilige Schrift: 'En op dezelfde dag', terwijl zo'n gebeurtenis die wordt beschreven alsof hij op één dag plaatsvond, in de werkelijkheid van de uiterlijke wereld vaak jaren in beslag nam.
Hoofdstuk 146: Een wenk ter beoordeling van tijdvermeldingen bij de geestelijke vertelwijze. De ontvangst van de tien boden in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Zie, er zijn op aarde in ver van hier verwijderde gebieden nakomelingen van Kaïn! Voor hen was een indirecte openbaring genoeg, en tot op dit uur leven zij nog in Mijn orde; en de weinigen onder hen die meer of minder regelmatig door een daad hun geweten hebben belast, heffen nu in deze algemene nacht van het naderende gericht vertwijfeld hun handen naar Mij op en smeken Mij om erbarmen!
Hoofdstuk 352: De troostende woorden van de Heer tegen Noach en Zijn diepe droefenis over de mensen. De laatste pogingen van de Heer om de mensen van de laagte te redden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Maar nu komt er een belangrijke kwestie waarover we het nooit eens konden worden en waardoor er dan ook regelmatig enige ergernis tussen ons beiden was. Ik zal u de reden van deze ergernis zo goed als het voor een vrouw maar mogelijk is uitleggen en u, mijn zeer geëerde vriend, zult dan zeker zo goed willen zijn om mijn man daarover een paar woordjes toe te fluisteren die hem beslist volkomen zullen genezen.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] De maan, net als Mozes, zien we met afnemend en verblekend licht achter het avondlijke gebergte ondergaan wanneer de machtige zon in de morgen boven de horizon opkomt. Alles wat eerder tijdens de nacht nog in een geheimzinnig duister was gehuld, staat nu helder verlicht voor ieders ogen!
Hoofdstuk 98: Elfde zaal - elfde gebod. De liefde tot God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Zo vergaat het de mens ook in de oude nachtelijke sterrenhemel van zijn geest. Maar wat gebeurt er? Door het opgaan van de zon begint de horizon rood te kleuren. Lichter en lichter wordt het aan de horizon waar de zon opkomt. Nog één blik naar de voorheen zo prachtige hemel, en wat ziet men? - Men ziet de ene na de andere ster verdwijnen.
Hoofdstuk 98: Elfde zaal - elfde gebod. De liefde tot God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] De Heer zegt: maar Mijn lieve zoon, het was toch jouw grootste wens om bij Mij te zijn. Wanneer Ik nu hier woon, hoe kun je dan terugschrikken voor Mijn woning? Je hebt er toch zelf om gevraagd; je zei: o Heer, waar U bent, daar is het overal goed toeven. Wanneer Ik echter hier voor eeuwig bij voorkeur regelmatig thuis ben, zou het hier dan niet goed toeven zijn? Denk er dus over na en spreek!
Hoofdstuk 6: Persoonlijke bijzonderheden van de apostelen door insignes voorgesteld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] En zo draagt ieder mens dan een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich, welke in hem opkomt en tenslotte uitgroeit tot een boom die de vorm van zijn innerlijke wereld is.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Werkelijk, hoogheid, ik spreek nu de volle waarheid: zolang ik nog onbemiddeld aan zijn zijde stond, had hij mij lief met een kracht, die ik nauwelijks kon begrijpen. Toen ik echter enige erfgename werd van een groot vermogen, was het voor hem afgelopen! Niet alleen uitte hij tegenover mij geen vreugde daarover, maar hij ergerde er zich regelmatig aan en zei me vaak recht in mijn gezicht: 'Jouw geld zal een vloek, nooit echter een zegen over dit huis brengen!' Denkt u, hoogheid nu eens na over mijn situatie en oordeelt u dan of ik wel zo'n infame zondares ben, als u en uw aangenomen zoon nu menen!'
Hoofdstuk 71: Het huwelijksparadijs van de patheticus verduistert. Het ware gezicht van de echtgenote - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Jullie moeten nu niet denken dat men voor de communie moet betalen, want iedereen die ter communie gaat, krijgt deze kleine hostie, zo vaak hij maar wil biechten, gratis. Wil iemand echter ook de volle werking van re grote hostie voor zichzelf verkrijgen, dan moet hij betalen en bovendien nog een mis laten lezen. Bovendien moet hij, als er na zijn dood nog regelmatig missen gelezen moeten worden, een behoorlijk grote schenking doen. Wil hij de te lezen missen nog meer kracht bijzetten, dan moeten deze bovendien nog voor geprivilegieerde altaren worden gelezen. Ik denk dat jullie uit deze weinige gegevens zonder veel moeite kunnen opmaken hoe men alleen door zilver, goud en edelstenen bij het door ons aanschouwde allerheiligste kan komen. Op aarde betekenen goud, zilver en edelstenen weliswaar een verering van God en heet: Omnia ad majorem Dei gloriam! (Alles tot meerdere eer van God.) Maar hier wordt er iets anders onder verstaan en wordt het vertaald als: alles tot groter aanzien van onszelf, tot onze verheerlijking en tot onze steeds groeiende priesterlijke rijkdom, of nog duidelijker gezegd: laat ons heren zijn op aarde, dan zal iedere keizer zijn hoofd tot op de grond voor ons buigen.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6