Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 4 van 728

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[12] Maar Kaïn zal zijn mooiste zuster begeren, die 'Ahar' heet of 'de schoonheid van Eva' en zal met haar naar de velden trekken en er voren in de aarde maken met het werktuig dat hij daar reeds in gereedheid zal vinden; hij moet in de voren de graankorrels strooien die hij daar in grote hoeveelheid zal aantreffen en de vrucht ervan moet hij 'tarwe' noemen. Als deze rijp geworden is, dat is wanneer de korrels hard geworden zijn en de aren bruin, dan moet hij die graankorrels zorgvuldig uit de aren verwijderen en ze tussen stenen fijn wrijven. Het meel moet hij met flink wat water vermengen en daaruit een deeg kneden. Daarna moet hij het deeg op een platte steen leggen, die in de zon heet geworden is. Daarop moet het deeg gedurende een derde deel van de dag blijven liggen en dan moet hij het eraf pakken en het de naam 'brood' geven. Dan echter moet hij dat brood nemen, het breken, God ervoor danken en het daarna met zijn vrouw Ahar nuttigen.
Hoofdstuk 17: De nieuwe godsdienst en levenswijze - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En nadat Henoch die beiden bovendien nog aanraadde zeer bijzondere aandacht voor ieder woord uit Asmahaëls mond te hebben, ging hij weer naar vader Jared en wachtte daar op het teken om de reis naar middernacht voort te zetten. Dit werd echter nog niet zo spoedig werd gegeven, want de dag was heet en de rust in de koelte onder het brede en dichte gebladerte van de bahahania (ook wel bahania) beviel de oude vaderen maar al te goed.
Hoofdstuk 114: Het ongeduld van Lamech. Het antwoord van Methusalah - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] Op de vraag hoe de door het Kindje Jezus gedane wonderen, alsmede Diens overige goddelijk-geestelijke werkzaamheden zijn te rijmen met Zijn als het ware daarvan geïsoleerde mens-zijn tijdens Zijn jaren als jongeling en als man, ...en, hoe daarmee dan weer samenhangen de in die jaren verrichte wonderen -gesteld, dat men Hem ook in die jaren nog uitsluitend als mens zou willen denken: op die vragen moge als antwoord dienen een vergelijking met de aanblik die een boom biedt in de periode van de lente tot in de herfst: In het voorjaar bloeit een boom wonderbaarlijk; hij wordt dan door een geweldige activiteit beheerst. Na het afvallen van de bloesem echter wordt hij weer schijnbaar inactief. Tegen de herfst toont de boom weer een enorme activiteit: de op zichzelf reeds wonderbaarlijke vruchten verkrijgen hun kleur en aroma, en zijn dan nog mooier dan de bloesem was. En zijn de vruchten aldus tot rijpheid gekomen, dan wordt de in hen geschonken zegen van de binding aan de boom vrij gemaakt, en die valt dan in de schoot van de ernaar hongerende kindertjes­ Dit vergelijkingsbeeld zal men slechts kunnen begrijpen met de ogen van het hart, maar nooit met de ogen van wereldse wijsheid! Immers de bovengenoemde vragen zijn heel gemakkelijk op te lossen, mits je maar van binnen uit zuiver denken wilt, zonder daarbij de Godheid van Jezus te willen abstraheren, maar die juist vasthoudend in innerlijk geloven, omdat dat juist het licht is, dat voert tot de liefde voor God. Immers, de volledige eenwording van de Goddelijke Volmaaktheid met Jezus' mensheid is niet ineens, niet plotsklaps tot stand gekomen, maar geleidelijk aan, zoals zulks onder Gods leiding steeds het geval is; juist zoals bij het geleidelijk ontwaken van de Goddelijke Geest in het mensenhart (alhoewel het Goddelijk Wezen ook reeds in al Zijn Vol­heid in het Jezuskind aanwezig was, maar Zich van daaruit slechts in noodgevallen door het doen van wonderen manifesteerde).
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] Deze luidt als volgt: alles wat ziel heet en in de vrije toestand de gehele oneindige ruimte vult en in het rijk van de geesten een ondergrond is die de talloze legers van alle soorten engelen en Meesten bewonen, dat zijn Mijn vrije, nog niet gevestigde gedachten; deze reeds levende gedachten van Mij vervullen echter niet alleen wat Ik zojuist noemde, maar zij zijn tevens de levende vaten of dragers van het leven van alle wezens die van Mij stammen.
Hoofdstuk 135: Over verwekkingen die wel of niet volgens de orde geschieden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] En neem vooral nog ter harte bij deze woorden over God die mijn mond tot jouw hart spreekt, dat er twee wegen zijn die naar de Vader leiden: de ene heet de ware, ijverige herkenning van God; de andere echter heet de liefde!
Hoofdstuk 215: Hoe het geloof zich tot de liefde verhoudt, en de liefde ten opzichte van wijsheid. De gelijkenis van de maagd en de twee vrijers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] En toen Mira weer opstond, wedergeboren uit Mijn liefde in haar, huilde zij van over-grote liefde voor Mij en was niet in staat met haar mond te spreken omdat haar hele wezen één woord was geworden, welk woord echter op zichzelf meer zegt dan alle boeken in de wereld; want dit eindeloos belangrijke woord heet `Liefde', dat wil zeggen de zuivere, ware, levende liefde tot God.
Hoofdstuk 6: Mira sterft van liefde en wordt weer tot leven gewekt door de Heer. De vuurstorm van liefde en het plotselinge verdwijnen van de Heer. De terugkeer van de Heer en het toebereiden van de maaltijd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Zij zal Mij overeenkomstig haar wil zelfs kunnen doden. Ik zal dan echter vanuit Mijn macht zonder uiterlijk steunpunt weer levend en machtig opstaan en haar zo al haar onmacht en haar grote blindheid tonen en wil haar dan pas de macht over het gesternte ontnemen en haar slechts de halve macht over de aarde laten houden en wil haar dan nog een hele, een halve en een kwart periode geven!
Hoofdstuk 18: De leugen van de eeuwige tuchtiging van Satana. De vrouwelijke schoonheid van de oergedaante van Satan. De kruisdood van de Heer en de vrijheidstermijn van Satan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[24] Jullie zeggen nu: in de naam van de almachtige Heer! Wat een eindeloze pracht en wat een onafzienbare rij huizen! Aan deze straat die we hier zien, lijkt wel nooit een eind te komen. Ja, ik zeg jullie ook: jullie zouden eeuwig door deze straat kunnen wandelen, maar nooit zouden jullie bij een tegenovergesteld einde aankomen; en zulke straten en pleinen zijn er zijn ontelbaar veel in deze stad. Willen jullie echter weten hoe deze stad heet, lees dan maar het opschrift boven deze poort. Er staat: de heilige stad Gods ofwel het nieuwe Jeruzalem.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Jullie moeten nu niet denken dat men voor de communie moet betalen, want iedereen die ter communie gaat, krijgt deze kleine hostie, zo vaak hij maar wil biechten, gratis. Wil iemand echter ook de volle werking van re grote hostie voor zichzelf verkrijgen, dan moet hij betalen en bovendien nog een mis laten lezen. Bovendien moet hij, als er na zijn dood nog regelmatig missen gelezen moeten worden, een behoorlijk grote schenking doen. Wil hij de te lezen missen nog meer kracht bijzetten, dan moeten deze bovendien nog voor geprivilegieerde altaren worden gelezen. Ik denk dat jullie uit deze weinige gegevens zonder veel moeite kunnen opmaken hoe men alleen door zilver, goud en edelstenen bij het door ons aanschouwde allerheiligste kan komen. Op aarde betekenen goud, zilver en edelstenen weliswaar een verering van God en heet: Omnia ad majorem Dei gloriam! (Alles tot meerdere eer van God.) Maar hier wordt er iets anders onder verstaan en wordt het vertaald als: alles tot groter aanzien van onszelf, tot onze verheerlijking en tot onze steeds groeiende priesterlijke rijkdom, of nog duidelijker gezegd: laat ons heren zijn op aarde, dan zal iedere keizer zijn hoofd tot op de grond voor ons buigen.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Ik zal je echter zeggen, waarom je eigenlijk naar de aarde wilt gaan. Kijk, er zijn twee redenen. De hoofdreden heet wraak, en de andere is dat je met een trouwens verkeerd en slecht gekozen middel de Heer voor jouw dwaasheid met een nog grotere dwaasheid genoegdoening wilt geven! Zie daarom maar heel vlug van je voornemen af en laat in plaats van wraak de ware naasten- en broederliefde in je hart ontkiemen, en dan zul je spoedig duidelijk inzien dat men hier in het oord van de echte reiniging (purgatorium) volgens het hoogst wijze liefdesplan van de Heer veel doelmatiger tegen de dwaasheden van de wereld kan optreden.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] De tiende pijler heet: kijk niet met begerige ogen naar een vrouw en beschouw in de begeerte van je hart de vrouw van je buurman of je broeder alsof ze er niet was; dan zal daardoor jouw geest zich vrij kunnen ontwikkelen. En bevind je je in de kracht van je geest, dan zal het gemakkelijk voor je zijn om je met de kracht van de geest in jouw vrouw oprecht te verbinden, hetgeen een waar huwelijk voor God zal zijn. Verenig jij je echter met je vrouw alleen op basis van jouw nog onrijpe begeerte, dan zullen door zo'n vereniging jouw geest en die van je vrouw elkaar gevangennemen, waardoor er dan uit twee geesten een onbeholpen slaaf ontstaat, waarbij de ene geest de andere nooit de heilige levensvrijheid zal kunnen verschaffen; zij zullen echter ook nog de oorspronkelijke levensvrijheid verliezen door de steeds sterkere verstrikking.
Hoofdstuk 48: De twaalf pijlers van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De vijfde pijler heet: heb achting voor het leven in al je broeders; dan zul je de waarde van het eigen leven inzien. Wanneer je echter een van je broeders doodt, dan heb je daardoor je eigen leven een dodelijke wond toegebracht.
Hoofdstuk 48: De twaalf pijlers van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Wanneer jullie dit echter na jullie beoordeling duidelijk inzien, wat zullen jullie dan wel zeggen wanneer Ik jullie vanuit Mijn vuur te kennen geef dat het een opgave en een absolute voorwaarde is, dat Mijn kinderen zich volkomen aan Mijn wil moeten onderwerpen? Om deze voor jullie onbeschrijfelijk grote opgave te volbrengen moeten Mijn kinderen, of zij die Mijn kinderen willen worden, tijdens de periode van hun vrijheidsproef voortdurend de last van Mijn wil leren dragen en moeten zij zich door het vuur van Mijn ijver onder veel angst en pijn helemaal laten verteren, opdat zij daardoor voor eeuwig verwant mogen worden aan het eindeloze, eeuwige vuur van Mijn wil. En zelfs velen die deze proef tijdens hun afzonderlijke vrijheidsperiode niet doorstaan hebben, moeten het zich dan na hun omvorming laten welgevallen om zich gedurende voor jullie ondenkbaar lange tijden in het vuur van Mijn wil te laten reinigen en daaraan met de grootste moeite te wennen, voordat zij als de allergeringsten onder Mijn volmaakte kinderen kunnen worden opgenomen.
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Ik zeg jullie: de heel merkwaardige aansteker ligt eveneens in jullie hart; hij heet liefde! Deze zullen we naar het altaar dragen en jullie zullen je er dan weldra van overtuigen dat niet slechts de zuivere gedachten van God, maar ook levende wezens in de mens wonen. Wat zou het ook voor nut hebben wanneer iemand zegt: ziehier mijn broeders, ziedaar mijn zusters, wanneer hij deze echter niet zou liefhebben? Heeft hij hen echter lief, dan toch zeker niet buiten, maar in zijn hart! Zodoende bevinden ze zich dan ook niet ergens buiten hem, maar in de liefde van zijn hart. Daarom steken we nu het hout aan, opdat dit gebouw bewoners mag krijgen.
Hoofdstuk 12: Het echte bouwen - ontwikkeling van hetgeen in jullie is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Bruno begeeft zich dadelijk naar Mij toe, nu gekleed in een witte, geplooide toga, met rode biezen afgezet en zegt: 'Heer, ik arme zondaar dank U voor deze onschatbare genade, waartoe U mij onverdiend hebt waardig bevonden. Ik ben nu wat mij betreft overgelukkig, maar ik bespeur nog een beetje honger en nog een klein beetje dorst. Maar dat geeft niets, want de zaligheid die nu, van U uitgaand, mijn hele wezen doorstroomt, maakt dat ik honger noch dorst meer voel. Ik ben nu zalig en mijn hart voelt voor de eerste keer een echte, zuivere, hemelse liefde voor U, o Heer, en ook voor al deze arme broeders en zusters. 0, dat is een liefde waarvan de zwakke stervelingen zich zeker hoogst zelden bewust zullen worden. Zelfs de beste mensen op aarde houden meer van zichzelf dan van hun beste vrienden; hoeveel minder zullen zij dan wel hun vijanden liefhebben? Wat heet op aarde echter nog liefde? 0, jij vervloekte liefde!
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...