Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1160 resultaten - Pagina 4 van 78

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] De LEERLINGEN zeggen: "Heer, U weet toch dat wij U boven alles liefhebben en heel goed weten wie en wat U bent; maar ondanks dat kunnen wij her toch vaak niet nalaten ons over een nieuw wonder ook weer opnieuw te verbazen, omdat Uw duidelijkste wonderen meestal zo geheelonverwacht en onvoorbereid komen, dat men ondanks alle begrip en geloof er dan toch wat verbluft bij staat. - Kijk, de zon heeft men toch ook vaak genoeg op en onder zien gaan, maar waar is of waar leeft er een mens met een ook maar enigszins ontwikkeld gevoel, die niet bij iedere nieuwe heerlijke zonsopgang een soort verwondering in zich voelt opkomen?! Weet U, Heer, zo vergaat het ons nu ook! U bent echter oneindig veel meer dan talloze zonsopgangen, en wij hopen dat U het daarom een beetje door de vingers zult zien als wij iedere keer opnieuw met onze U boven alles liefhebbende harten zulke fouten maken waartoe U ons eigenlijk dwingt."
Hoofdstuk 43: Grote en kleine vissen. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] IK zeg: " Ja, ja, dat weet Ik, daarom mag je ook volgens je wens hier blijven, want de minste van deze mensen die hier bij Mij zijn, is meer dan talloze midden -, bij en planetaire zonnen! Maar de zonnen zijn terwille van de mensen gemaakt en moeten daarom ook steeds zeer zorgvuldig verzorgd worden!" - De engelen buigen heel gelukzalig en gaan weer naar Mijn leerlingen, waarmee zij verder praten en die zij over heel veel wereldse zaken zeer belangrijke inlichtingen geven.
Hoofdstuk 47: Voorstel aan Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Zulke geesten gebruiken soms ook voedsel uit de natuur, en wel uit het plantenrijk. Dat doen zij in het bergengebied bij het verrichten van zwaar werk tijdens het omvormen van de rotsen, bij het losslaan van grote delen der bergen, bij het leegscheppen van inwendige, teveel water bevattende holen en bij meer soortgelijk werk waarmee deze geesten vaak overladen worden. De bedoeling daarvan is dat ze door het vele werk hun liefde voor de bergen zullen kwijtraken en zich in het vlees zouden laten verwekken, omdat vooral vanaf nu geen geest de volle levende vrije zaligheid kan bereiken als hij niet de weg van het vlees heeft doorgemaakt.
Hoofdstuk 64: Essentie, leven en werk van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg: "Ja, vriend, deze zich als halve goden gedragende mensen zal het eens niet zo goed vergaan, want zij weten dat zij de niet in hun kunst ingewijden schandelijk bedriegen en hen door zulke bedriegerijen vaak tot allerlei gruwelijkheden verleiden. Daarom kan het zulke booswichten ook nooit goed vergaan, want zij verkopen niets voor veel geld en zijn de echte verwekkers van talloze gruwelen en zonden, tot verderf van de mensen!"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Deel de liefde in de mens precies in 666 delen; geef er daarvan 600 aan God, 60 aan de naaste en 6 aan jezelf! Wil je echter een baarlijke duivel zijn, geef er dan 6 aan God, 60 aan de naaste en 600 aan jezelf!
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg: "Laat hij in alle redelijkheid dat doen wat hij kan, het ontbrekende zal door God wel toegevoegd worden. Je behoeft je echter geen zorgen te maken dat er een mens is die minder dan 6 delen voor zichzelf houdt! En helemaal niet bij mensen van jouw soort!"
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] 'Toen kwamen zijn leerlingen weer terug en vonden tot hun grote schrik en leedwezen het lijk van Johannes. Zij namen het lijk, droegen het naar buiten en begroeven het (Matth. 14:12) ten aanschouwe van vele duizenden, die huilden en Herodes en zijn hele huis onder talloze vloeken bedolven. Herodias moet echter bij de aanblik van het hoofd van Johannes ogenblikkelijk met een vreselijk vertrokken gezicht dood ter aarde gevallen zijn en haar dochter enige ogenblikken later ook. Herodes en al zijn gasten vluchtten helemaal ontdaan de zaal uit.
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] CHIWAR zegt: "Jullie kennen de dochter van Jaïrus toch wel en jullie weten ook dat zij tweemaal is gestorven, en dat zij de tweede maal al een paar dagen in het graf lag. Maar wat jullie niet weten is, dat deze Sarah, die hemels mooie dochter van Jaïrus, de vrouw is geworden van Borus! Is het niet ongelofelijk dat een tweemaal totaal gestorven vrouwelijk wezen, de vrouw van een man wordt, en dan nog op een manier waarop de aarde nog nooit een huwelijk heeft meegemaakt?! Toen de zoon van de timmerman haar zegende, zag zij de hemelen geopend en talloze scharen vervulden de lucht en loofden God omdat Hij de mensen die eer en genade bewees. Toen het paar door Jezus gezegend was, sloten de hemelen zich op een zichtbaar teken van de timmerman en alleen de twee engelen bleven zoals ze voorheen waren, en zoals jullie ze hier in de synagoge kunnen zien, terwijl ze daar vlakbij de deur staan als twee hemels mooie jongemannen. Kijk naar hen en zeg of ze ergens anders vandaan kunnen komen dan alleen maar uit de hemelen!
Hoofdstuk 53: De oudsten kunnen geen besluit nemen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Wij komen in aanraking met mensen van talloze andere werelden, maar wat een verschil is er tussen hier en daar! De mensen daar zijn in geestelijk en ook in lichamelijk opzicht grenzen gesteld, die zij heel moeilijk ook maar met één stap kunnen overschrijden. Jullie mensen van deze aarde zijn geestelijk net zo weinig als de Heer Zelf begrensd en kunnen doen watje maar wilt. Jullie kunnen je verheffen tot in de binnenste woning van God, maar juist daardoor ook net zo diep vallen als de satan, die eenmaal óók de hoogste vrije geest uit God was. En omdat hij viel moest hij noodzakelijkerwijs in de diepste diepte van alle verderf vallen, waaruit hij nauwelijks ooit een terugweg zal vinden, omdat God de zonde net zo'n vervolmakingmogelijkheid heeft gegeven als de deugd."
Hoofdstuk 60: Het nut van de hartstochten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] En IK leg het volgende antwoord in zijn hart: "Wat gebeurt, heeft de volgende reden: De verlorene wordt gezocht en de zwaar zieke wordt een geneesmiddel gegeven, maar zijn wil blijft vrij en moet vrij blijven, want als zijn wil belemmerd wordt, dan zou dat betekenen dat de gehele bijna eindeloze materiële schepping en al haar bestanddelen in de hardste steen zouden veranderen, waarin geen leven mogelijk is. De gehele materiële schepping is de zo ver mogelijk geoordeelde grote geest en deze is daarbij verdeeld in talloze werelden, die echter met hun oneindige aantal toch zijn gehele wezen vormen. Maar uit dit ene wezen worden ontelbaren van de ontelbare wezens, zoals de meeste mensen van deze aarde, genomen en door Gods kracht, macht, liefde en wijsheid tot complete op God gelijkende wezens omgevormd, en dat is een betrouwbare terugkeer van de ene grote geest!
Hoofdstuk 63: De terugkeer van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Zal ik, als ik een goed bewerkt stuk grond heb, tegen de oogsttijd uit pure zelfverachting en met een totaal gebrek aan eigenliefde naar mijn buren gaan en zeggen: 'Vrienden, ga en oogst wat op mijn velden is gerijpt, want ik heb als de minste van jullie, als jullie aller knecht zonder enige waarde, slechts voor jullie gewerkt!' Ik vind dat de zo hooggeroemde zelfverloochening en zelfverachting toch bepaalde grenzen moet hebben, zonder welke het zelfs onmogelijk zal zijn Uw leer aan de mensen mee te delen, omdat men daarmee duidelijk zou laten zien dat men zijn broeders voor dommer en blinder houdt dan zichzelf! Want zich geestelijk beter achten dan zijn broeder bevat toch zeker ook wel iets van hoogmoed! Als dat zo is, laten we dan eens over honderd jaar naar de mensheid kijken, dan zullen we ze als ossen in de wei gras zien eten, en van een taal zal geen spoor meer te vinden zijn en net zo min van woonhuizen of zelfs maar van een stad! -Hoe ver mag de eigenliefde van de mens dan gaan?"
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg tegen hem: "Kijk naar boven, dan zul je niet alleen die twee, maar nog talloze scharen om hen heen zien!"
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Chiwar kijkt naar boven. Hij ziet in het stralende licht de twee aartsengelen en om hen heen talloze myriaden engelen, die ieder ogenblik gereed staan om Mij te dienen.
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De OVERSTE zegt: "Vriend, ik houd van je, want zo'n eerlijke ziel als jij, ben ik nog nooit tegengekomen! Werkelijk, je hebt helemaal gelijk! Ik ken deze Jezus nog veel te weinig om mij meteen ten volle bij jouw mening aan te kunnen sluiten. Maar ik denk ook wel: Als de belofte geen totaal lege noot is, die zich in de geschiedenis, zeker sinds David, in ieder geval op deze aarde nog nooit heeft waar gemaakt -want van het eeuwige rijk van David zijn nu de Romeinen een nog zichtbaarder tegenbewijs dan de veertig jaren durende Babylonische gevangenschap -, dan ben ik helemaal niet onwillig om jouw geloof te delen. Maar het gaat er nu alleen maar om, wat jullie over al deze dingen zeggen en wat de priesters en Farizeeën van de andere steden!?"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Maar CHIWAR zegt: "Ik moet toch gedruis in je oor maken, zodat je ondervindt hoe de leeuw voor een zoemende mug vlucht!" -Vervolgens begint hij weer: "Jezus, de Zoon van de Allerhoogste, berechte en tuchtige je! Jezus, de Zoon van de Allerhoogste, verdrijve je van hier voor eeuwig! Jezus, de Zoon van de Allerhoogste, tuchtige je voor je talloze misdaden!"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...