Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1654 resultaten - Pagina 31 van 111

...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...
[7] Een ander, ook een licht bestrafte, droeg over zijn hele lichaam stekels als een stekelvarken, alleen met dit verschil: bij het stekelvarken staan de scherpe punten naar buiten gekeerd, bij de boeteling waren ze echter naar binnen gekeerd en staken minstens twee duim diep in zijn lichaam. Deze stekels, hetzij uit hout, been of ook uit metaal, moet de boeteling volgens voorschrift van de vriendelijke boeteprofeet zelf in zijn lichaam steken en wel iedere dag één meer, gedurende de hele boetetijd van twee jaar, zodat hij aan het eind van zijn wanhopige boetetijd net zoveel heilige boetestekels in zijn lichaam heeft zitten als er dagen in twee volle jaren gaan. Als de boeteling zijn boetedoening overleeft, dan begint daarna pas de vrijwillige naboetedoening, terwille van de verdienste voor de alziende ogen van Lama; want het eerste verplichte deel was er alleen maar om van Lama vergeving van een zonde te verkrijgen. Pas door de naboetedoening kan de zondaar een verdienste voor Lama verwerven.
Hoofdstuk 27: Het kunstmatige Allerheiligste in de tempel te Jeruzalem. Indische gruwel van boetedoening - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Ik vroeg de boeteverkondiger, die overigens heel vriendelijk was waarin dan de naboetedoening van deze stekelboetedoener bestond. En deze antwoordde: 'Uit twee of ook drie dingen! Ten eerste kan hij de stekels tot aan het eind van zijn leven in zijn lichaam laten zitten, wat veel ongemakken met zich mee brengt, vooral bij de nachtrust; want dergelijke boetelingen kunnen dan alleen op het stuifzand of met aan hem vastgebonden zakken die met lucht gevuld moeten zijn, in het water hij nachtrust genieten. Ten tweede kunnen zij de stekels weer uit hun lichaam trekken, maar per dag niet meer dan één, en dus hebben zij voor het uittrekken net zoveel tijd nodig als eerder voor het insteken. Ten derde kunnen zij ook alle stekels er in een keer uit laten trekken en daarna een balsembad nemen. Dat heelt het snelst de wonden en de boeteling is daarna meteen weer een bruikbaar mens die tot werken in staat is, maar hij moet daarvoor of een groot offer aan Lama schenken, of vier jaar lang slaaf van een priester zijn en diens akker, weiden en tuinen verzorgen, waarbij hij zichzelf echter geheel uit eigen middelen moet verzorgen. Dat het hem daarbij met al te goed gaat, laat zich vanzelfsprekend wel indenken!'
Hoofdstuk 27: Het kunstmatige Allerheiligste in de tempel te Jeruzalem. Indische gruwel van boetedoening - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Wel is het zo dat de opperpriester meermalen verkleed in de stad afdaalt, ook in de tuin wandelt en zich onderhoudt met de andere priesters, die de enige bewoners van deze stad zijn; maar niemand mag hem daar herkennen of hem zelfs als opperpriester begroeten. Wie van de priesters dat zou doen, zou zich blootstellen aan zeer bedenkelijke onaangenaamheden. Slechts vier maal per jaar is er een dag aangewezen waarop hij zich in volornaat aan de bewoners van de stad vertoont. Dat zijn dan ook de hoogtijdagen. Drie nachten ervoor en drie nachten erna branden op de hele berg talloze lichten, zodat alle omliggende bergen daardoor tot in de verre omtrek lijken te gloeien, hetgeen steeds een prachtig schouwspel is.
Hoofdstuk 29: Roclus vertelt over de residentie van de opperpriester van - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Is het dan met onze vorm en ons bestaan zo heel veel anders? Beslist niet! Hoezeer veranderen zich beide bij de mens vanaf zijn geboorte tot in zijn grijze ouderdom, als hij die bereikt! En waar is de trotse mens die duizend jaar geleden zich voornam de gehele aarde te veroveren? Daar, waar de sneeuwvlok verblijft die met haar miljoenen broers en zusters bezig was de hele aarde in ijs te veranderen! Waar is de orkaan die gisteren nog de sterkste ceders op zijn weg vond, waarvan hij het bestaan volledig dreigde te beëindigen? Een sterkere tegenkracht heeft hem, zoals Chronos zijn kinderen, verslonden! Slechts in onze herinnering, die ook maar tijdelijk is, leeft hij nog heel vaag voort; in werkelijkheid heeft hij echter voor de hele eeuwigheid opgehouden te woeden!
Hoofdstuk 32: De natuurfilosofie van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Vaak staat alles er in het voorjaar zo mooi en veelbelovend bij! De mensen verheugen zich reeds op een goede oogst, om beloond te worden voor hun werk en moeite. Zij danken reeds van te voren het onzichtbare wezen, dat zij volgens het geloof dat hun als kind reeds is bijgebracht, als de almachtige god of ook als meerdere goden aanbidden. Maar juist een paar weken voor de oogst komt er een geweldige storm, die een heelland dermate verwoest, dat de goede mensen nog niet zoveel van de verwachte oogst krijgen als zij achter een spijker zouden kunnen verbergen! Dat is een verschijnsel dat zich op aarde, zover wij haar kennen, ieder jaar zeker in de verschillende landen regelmatig dan weer hier en dan weer daar herhaalt.
Hoofdstuk 33: De god van de natuurfilosofen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Evenwichtige en zeer bescheiden nuchterheid was de overheersende karaktertrek in zijn leven. Daarnaast was hij altijd zeer deemoedig en barmhartig tegenover de armen, en vroeg voor zijn altijd uitstekende timmermanswerk slechts een heel klein loon, dat hij altijd uiterst stipt aan zijn ouders afdroeg. Op de dag echter dat hij precies dertig jaar oud werd, legde hij al zijn gereedschap aan de kant en raakte noch zijn bijl, noch zijn zaag meer aan.
Hoofdstuk 54: Wat Roclus over de Nazarener heeft gehoord en zijn opvattingen daarover - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] IK zeg: 'Zoals je deze zaak nu begrijpt, spreek je ook! Maar over ongeveer drie jaar vanaf nu gerekend zal je eigen geest je leren dat het anders is, dan zul je beter weten; daarom genoeg hierover, laten we ons op het avondmaal voorbereiden! Deze tafel zal iets langer gemaakt worden en jullie, met Ruban erbij nu met z'n dertienen, zullen daar prima aan kunnen zitten en een beeld geven van een toekomstig avondmaal, dat met Mijn laatste avondmaal op deze aarde overeenkomst zal vertonen!"
Hoofdstuk 79: De Heer maakt gewag van Zijn laatste avondmaal en Zijn kruisdood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Je kunt een boom duizend jaar lang zeggen, dat hij zo en zo moet staan en edeler vruchten moet voortbrengen, -dat zal allemaal tevergeefs zijn! Je zult dan gebruik moeten maken van mes en zaag, je moet takken van de wilde stam verwijderen, de romp voorzichtig splijten, daar edelere jonge takken in steken en deze dan goed met de wilde, gespleten rompen verbinden, dan zal de op zo'n manier dus puur mechanisch veredelde boom je mettertijd ook edelere vruchten opleveren!
Hoofdstuk 98: De zelfbeschikking van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] STAHAR zei: 'Ja, wat in mijn macht ligt zal ik zonder meer doen; maar zoals je zelf wel duidelijk zult merken, is mijn kracht niet meer geweldig groot, - want als men ruim zeventig jaar oud is, kan men geen bergen meer verzetten! Wel ben ik voor de rest nog heel flink en heb ik nog echt jeugdige kracht, vooral op mooie, heldere dagen; maar het is met de jeugdige kracht van een grijsaard ongeveer net als met de aangename uren op een mooie en warme late herfstdag. Een paar uur laat deze niets te wensen over; maar meteen daarna steekt er een gure koude wind op, en met het aangename van de dag is het afgelopen!
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Jij bent wel in Indië geweest en hebt heel wat verkeerde gebruiken gezien, met name de harde boetedoeningen. Zoiets is voor een puur verstandsmens zonder meer een dwaasheid verbonden met een in ieder geval schijnbaar gruwelijke willekeur van' de priesterkaste aldaar. Maar toch is het niet helemaal zoals het lijkt te zijn. Dit volk leeft in een land dat op aarde de grootste groeimogelijkheid bezit voor planten alsook voor dieren en mensen. Ga eens in dit land naar de bossen in de bergen dan zul je er dagenlang rond kunnen lopen zonder ook zelfs op de oudste bomen ook maar één dor takje te vinden, en breek je van een boom een tak af en leg je deze helemaal vrij en open neer, zelfs op zanderige grond, dan zul je die tak na een jaar zeker nog helemaal groen aantreffen, ja, heel vaak zelfs opnieuw beworteld.
Hoofdstuk 38: Doel van de boetedoening in Indië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS, wiens ogen steeds groter werden naarmate hij langer naar de vermeende jongeling luisterde, riep verbaasd en opgewonden tegen Raphaël: 'Maar luister eens, jongen! Je bent amper zestien jaar oud en komt me daar met een kennis en ervaring aanzetten, die een ander eerlijk mens zich nog in geen zestig jaar met de grootste inspanning eigen had kunnen maken! Ik wil het er nu niet over hebben dat je mij werkelijk tot het aannemen van een ware God, die er precies zo uitziet als mijn hart allang in stilte wenste, bekeerd hebt, en dat ik hier nu helemaal niets tegen in te brengen heb, maar ik wil je alleen maar vragen hoe en wanneer je deze kennis en ervaring hebt opgedaan.
Hoofdstuk 44: Roclus vertelt over de toverkunst van een Indische magiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Alleen een bode van Brahma (BRAU MA = heeft gelijk) uit het hooggebergte gebied van Indië heeft ieder jaar een keer het hem toegestane recht om over deze muur in het land te komen, omdat hij degene is die de lof of de berisping van de Lama overbrengt, en deze direct aan de keizer zelf in een zware gouden koker moet overhandigen. Deze bode komt met een groot en prachtig gevolg op een bepaalde tijd bij de afgesproken plaats tot onder aan de muur en begint daar veel lawaai te maken. Dan laat men van de andere kant van de hoge muur een mand naar beneden zakken. Maar alleen de bode mag in de mand plaats nemen, waarin hij dan naar boven wordt gehesen; zijn gevolg moet dan zo lang wachten tot hij weer terug is gekomen.
Hoofdstuk 43: De religieuze band tussen Indië en China - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Vraag je aan het volk waarom het de godsbode nooit te zien en al helemaal nooit te spreken krijgt, dan zal het volk je, vervuld van de grootste deemoed, ten antwoord geven dat die wens alleen al een eeuwig onvergeeflijke zonde zou zijn. Bovendien is het al zo'n overweldigende overvloed van genade van de grote god, om diens heilige bode vanuit de verte gedragen te zien worden. Iedereen die zoiets ziet ontvangt zoveel zegen, dat hij daaraan op z'n minst voor nog tien maal honderdduizend andere mensen van het grote rijk, waarvan ze denken dat het precies in het midden van de wereld ligt, tien jaar lang ruim voldoende heeft. Nu, dit wordt het onschuldige volk dus bijgebracht, en ze geloven het rotsvast.
Hoofdstuk 43: De religieuze band tussen Indië en China - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Je hebt je afkeurend uitgelaten over de boetedoeningen van de Indiërs! Over vijftig jaar al zullen jullie nog tienmaal ergere invoeren; want als jullie er mogelijkerwijs slechts voor gezorgd hebben dat het grootste gedeelte van het volk in zijn geloof sterk van jullie afhankelijk is, waar het heel gemakkelijk toe te brengen is door jullie pseudo wonderen, dan zal het volk, wat er ook gebeurt, zich daar spoedig en zonder enig weerwoord in schikken. Want in hun domheid kunnen ze jullie voor niets anders aanzien dan voor knechten van de goden op deze aarde die met allerlei geheime, goddelijke, alles vermogende krachten zijn toegerust, waar geen aardse wil en geen wereldse, menselijke kracht ook maar enigszins tegen opgewassen is.
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Door zulke wonderen kunnen jullie het volk zonder meer volledig in jullie macht krijgen. Als dat eenmaal is gebeurd, hoeven jullie slechts tegen de een of de ander zeggen: 'Erge zondaar die je bent! Wat jij voor ergs hebt gedacht, gewild en ook al bijna hebt gedaan, dat zien wij, ja wij zien reeds die slechte gedachten en begeertes inje hart in de kiem ontstaan, die jij pas in het komende jaar bewust in je gedachten hebt, en waardoor je je de volle vervloeking en toom van de goden op je nietswaardige hals zult halen! Wij waarschuwen je dat je je van al je boze gedachten en wensen voor de toekomst ontdoet en datje voor de goden, om ze voor deze keer gunstig te stemmen, voorlopig zo'n groot mogelijk offer aan onze voeten legt:.Bovendien moet je jezelf nog gedurende drie volle jaren dagelijks kastijden door met een touw op je rug te slaan tot hij bijna bloedt! Je zult het eeuwig berouwen als je deze boete niet strikt uitvoert!'
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...