Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

30449 resultaten - Pagina 31 van 2030

...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...
[13] Als u er van houdt om 's nachts te wandelen, dan bestaat het gericht van uw ziél reeds daaruit, dat u meer van de nacht houdt dan van de dag. Als u zich daardoor vaker stoot en u erg pijn doet of zelfs in een greppel of een diep gat valt, dan is zo'n stoot of zo'n val niet het gericht maar alleen het gevolg van het gericht in u, omdat, u van de nacht houdt en de dag haat!'
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Zo 'n vriend van het licht zal niet 's nachts, maar overdag wandelen en zal het licht direct herkennen, omdat hij uit het licht is. En dit licht heet -het geloof van het hart.
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Alleen dit zeg Ik u nog: Ga naar Johannes, die nu nog vanwege het water te Enon in de buurt van Salim doopt, die zal u zeggen of de eniggeboren Zoon van God er al is of niet! Daar zult u Hem leren kennen!'
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zal Mij nu in het Joodse land begeven en daar het Rijk van God verkondigen. U heeft het beheer over dit land. Geef Mij, niet voor Mijzelf maar voor Mijn leerlingen, een bewijs van betrouwbaarheid zoals de Romeinse wet dat voor de Joden voorschrijft, zodat er bij de grenzen en de tollen geen moeilijkheden ontstaan! De kinderen zijn weliswaar vrijgesteld, maar ze moeten als zodanig officieel aangemerkt zijn. - Het zou niet moeilijk voor Mij zijn om met ontelbaren overal vrij en zonder moeilijkheden te passeren, maar Ik wil niemand ergeren en voeg Mij daarom naar de wet van Rome. Doe Mij dat genoegen en geef Mij een bewijs van betrouwbaarheid.'
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Nicodémus zegt: ' Ach, ach, beste Meester, dat zal moeilijk gaan! Want ik heb iedere dag zaken die direct afgehandeld moeten worden, en daar kan ik niet gemakkelijk onderuit! Denk U eens in dat er in de stad en naaste omgeving met de vreemden erbij geteld, meer dan achthonderdduizend mensen leven, waarvoor ik als overste heel veel te doen heb; daarnaast wachten er nog dagelijkse tempelzaken, die ik beslist af moet handelen. Als de genade mij daarom niet hier in Jeruzalem ten deel kan vallen, dan zal ik daar tot mijn spijt van af moeten zien! Kijk, op z'n allerminst zou ik voor deze onderneming drie volle dagen nodig hebben en dat zou dan voor mijn werk net zoveel achterstand opleveren als drie jaar bij iemand anders.
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Neemt U me dus niet kwalijk dat ik Uw raad niet op kan volgen. Zo dikwijls U echter met Uw leerlingen naar Jeruzalem komt, kom dan naar mij en ik zal U een goed onderdak bezorgen! Aan mij zult u, tesamen met allen die met U zijn, steeds een oprechte vriend en beschermer hebben. Mijn huis, dat groot genoeg is om tienduizend mensen onderdak te verschaffen, staat aan het Davidsplein, binnen de Salomopoort, ook wel de 'Gouden poort' genoemd; wanneer U ook maar wilt komen, het staat steeds geheel tot Uw beschikking! Alles waar ik iets over te zeggen heb, zal altijd tot Uw dienst gereed staan! Als U iets nodig heeft, hoeft U het maar te vragen en ik zal het U geven!
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Want weet U, er heeft een grote verandering in mij plaats gevonden! Goede Meester, ik houd meer van U dan van alles waar ik ooit van hield en deze liefde zegt me op een bepaalde manier: Dat U Zelf Diegene bent waarvoor U mij daarnet naar Johannes in Enon verwezen hebt!? Dat gevoel kan misschien ook wel niet juist zijn; maar wat het dan ook zijn mag, ik houd met geheel mijn hart van U, omdat ik in U een groot Meester van de echte goddelijke wijsheid herken. Als Uw daden, die beslist niemand voor U nog ooit gedaan heeft, mij al met diepe verwondering vervuld hebben, dan heeft Uw grote wijsheid mij in mijn hart nog meer voor U ingenomen, goede Meester! Ik houd van U! Zeg mij toch, heeft mijn hart gelijk?!'
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] 'Goede Meester', zegt Nicodémus, 'dadelijk zult U het hebben! Ik zal het zelf uitschrijven en binnen een uur brengen; want het is van hier naar mijn huis niet ver.
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Allen, die Mijn leer gelovig aannamen, werden door Mij zichtbaar met water, onzichtbaar echter met de geest van Mijn eeuwige liefde gedoopt, en verkregen daardoor de macht 'Gods kinderen' te heten. Daaruit bestond dus Mijn bezigheid met hen. Wat Ik zei en wat Ik deed is in gedeelten door de andere drie evangelisten opgetekend en behoeft hier niet weer herhaald te worden; het bestond voornamelijk uit het aan de kaak stellen van alle grove gebreken waarmee de Joden en de Farizeeën behept waren, en uit het roemen van de liefde voor God en de naaste.
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Ook Johannes doopte nog in Enon bij Salim; want daar was veel water, en zij kwamen daarheen en lieten zich dopen. Want Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen. Joh. 3:23-24) Op Mijn tocht door het Joodse land kwam Ik ook in de omgeving waar Johannes in de kleine woestijn bij Enon in de buurt van Salim doopte. Hier had hij water, terwijl de Jordaan in de omgeving van Bethabara zeer weinig water bevatte en dat water was ook nog troebel, onrein en vol stinkende wormen. Daarom was Johannes van standplaats veranderd, hield te Enon zijn indringende boetepredikingen en doopte daar ook zelfde mensen die zijn leer aannamen en oprecht berouw getoond hadden.
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Onder hen waren er ook veel die Mijn leer al aangenomen hadden, maar voordien nog niet door Johannes gedoopt waren. Deze vroegen Mij of het nodig was om zich eerst door Johannes te laten dopen. En Ik zei tegen hen: 'Eén ding is noodzakelijk, en dat is het daadwerkelijk uitvoeren van Mijn leer! Wie zich echter eerst door Johannes wil laten reinigen, zolang hij nog vrij zijn werk doet, die zal zo'n reiniging goed van pas komen.' Naar aanleiding van dit gezegde van Mij gingen toen velen daarheen en lieten zich door Johannes dopen
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Daarop gaan een aantal leerlingen van Johannes naar Mij toe en vragen Mij dat, wat Johannes hen gezegd had. Ik geef hen echter het bekende antwoord, namelijk, dat ze tegen Johannes moeten zeggen, wat ze om Mij heen zagen gebeuren, dat namelijk de blinden zien, de lammen lopen, de doven horen en dat aan de armen het evangelie van het Rijk van God gepredikt wordt! En gezegend is hij, die zich niet aan Mij ergert! -Daarmee keren de leerlingen naar Johannes terug en vertellen hem direct, wat ze hebben gezien en gehoord.
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] ('Uzelf bent mijn getuigen, dat ik gezegd heb, dat ik niet de Christus ben, maar alleen vóór Hem uitgezonden.' Joh. 3:28) Jullie zelf zijn mijn getuigen, dat ik tegen de priesters en levieten, die uit Jeruzalem naar mij toegekomen zijn, gezegd heb dat ik de Christus niet ben, maar vóór Hem uit ben gezonden! Hoe zou ik me dan bezig kunnen houden met wat Hij doet, Die de eigen korenschop in Zijn hand beeft? Laat Hij Zijn dorsvloer vegen zoals Hij wil, wij mogen Hem niets voorschrijven! Want de akker is van Hem, en ook het koren en bet stro, en van Hem is de schuur en van Hem bet vuur dat nooit dooft!
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik denk echter, dat Hij Zelf niet met water doopt, maar slechts met het vuur van de geest; Zijn leerlingen daarentegen zullen de mensen vooraf op mijn manier dopen, dat wil zeggen al diegenen, die niet reeds door mij gedoopt zijn. -De mens heeft echter niets aan de waterdoop, als hij daarna niet gedoopt zou worden met de geest van God.'
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Maar jammer genoeg neemt nog bijna niemand dit getuigenis aan! Want wat vuil is, dat blijft vuil en wil de Geest niet aannemen, tenzij het eerst door het vuur zou gaan en aldaar zelf geest worden; want een echt vuur verteert alles tot op de geest na, die zelf een geweldig Vuur is. Daarom zal de geestelijke doop van de Heer velen vernietigen, en dat is de reden waarom velen bang zullen zijn om haar aan te nemen.
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...