Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13258 resultaten - Pagina 31 van 884

...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...
[9] Jullie moeten zijn als de winter, die koud is in zijn rust, maar juist daardoor ook het best in staat is tot opname van warmte tot in het diepst van de aarde. En bij diegene waarbij de winter aangebroken is, zal ook het voorjaar aanbreken, dat is als het eerste leven der liefde in je, en zal de zomer aanbreken met haar grote werkkracht uit het leven der liefde, dat in je sterk geworden is door de genade. Dan zal de rustige herfst aanbreken met de vruchten van de werken der liefde en genade, waarin jullie dan als geheel nieuwgeborenen in het leven van de zon zullen binnengaan om het aangezicht van jullie heilige Vader te aanschouwen, en zoals zij heel de wereld te verlichten door de grote kracht van de genade, van de liefde en de erbarming van jullie boven alles goede, heilige Vader.
Hoofdstuk 6: De analogie van het gesternte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] En zo dikwijls jullie elkaar zullen benaderen vanwege deze zegen, offer dan altijd van tevoren je harten aan Mij! Als jullie dit achterwege zouden laten, dan zal de slang, die nog leeft en ook eeuwig in de gramschap van de Godheid zal leven, de vrucht in je bederven en jij, Eva en allen van jouw geslacht zullen in plaats van een vrucht van zegen een vrucht van verderf ter wereld brengen. En deze zullen de kinderen van de zegen en van het licht in groten getale te gronde richten en aan hun woede en hun razernij zal geen einde komen; en zo zullen jullie de zonde als erfenis op allen laten overgaan en je schuld zal zichtbaar worden tot aan de grote tijd der tijden en ook daarna.
Hoofdstuk 10: De verzoening van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] En zie nu, jij Mijn luie en slechte knecht, die ook nog zeer hardhorend is; want Ik moet je als een schoolkind uit de eerste klas woord voor woord dicteren en nog versta je Me niet en vraagt Mij dikwijls twee, drie, vijf, vaak tot tien maal toe en kijk, Ik herhaal altijd getrouw ieder woord voor je! Let daarom beter op, zodat het vlugger opschiet dan tot nu toe; want de wereld heeft in de zeer korte tijd voor de voleinding behoefte aan dit werk van Mijn grote genade! Laat je dit door Mij gezegd zijn, jullie heilige Vader, wiens gehele wezen louter liefde is!
Hoofdstuk 11: De geboorte van Kaïn en Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] En schrijf nu verder! Het pas geschapen paar was nu geheel alleen op de grote wereld en de beloofde engel verscheen met het vlammende zwaard in zijn rechterhand; en toen zij hem zagen, schrokken zij heel erg, zodat zij voor hem wegvluchtten en inwendig trilden van grote angst.
Hoofdstuk 11: De geboorte van Kaïn en Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] En zie nu verder wat daar gebeurd is! Adam liep op de dag des Heren over een stuk land. Er was hem al door de eeuwige Liefde Zelf in zijn hart en daarna ook meermalen door de engel bevolen om deze dag als rustdag te houden ter gedachtenis van de grote daden van de zich erbarmende Liefde en ter eerbiedige beschouwing van de onmetelijke heiligheid van God, de goede Vader. Hij wilde de mooie omgeving bekijken en de wereld beviel hem buitengewoon goed, zodat zijn gedachten geheel van God afdwaalden.
Hoofdstuk 13: De verdrijving uit het paradijs - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] En zo sta ik nu voor je. Uit mij kwam een kleine geest voort, die nu reeds groter is in alles dan ik toen was, toen de wereld er nog niet was, toen ik mijzelf heb verstrikt in mijn al te grote kracht en daardoor de zwakste onder allen werd; want toen verloren zij die veel hadden, veel, zij die weinig hadden, weinig en ik, die alles had, verloor ook alles en dat allemaal door mijn schuld en die anderen verloren het vele en het weinige ook door mijn brandende schuld.
Hoofdstuk 15: Kaïns bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] En zie, toen nam Kaïn het woord en vroeg heel treurig en diep ontroerd aan Hanoch: "O Hanoch, grote vorst, mijn gewezen zoon, zeg me recht vanuit je hart en naar waarheid, zijn je vader en moeder niet uitgezonderd van alles wat je wijs en naar eigen goeddunken je onderdanen hebt bevolen? En moet ik dan gelijk gesteld worden aan mijn kinderen, gebied dan dat zij ook hun vader en moeder van voedsel moeten voorzien, want wij zijn aloud, afgemat en zeer zwak geworden. Of sta mij genadig toe hier vandaan te trekken tot aan het eind van de wereld, opdat ik de grote ellende van mijn. kinderen niet langer aan hoef te zien, daar zij onder het zware juk van de vrije gerechtigheid versmachten."
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie nu, toen begon Kaïn te wenen en vertrok daar vandaan met zijn vrouwen vier kinderen, twee van het mannelijke en twee van het vrouwelijke geslacht, en bereikte na veertig dagen de kust. Hij schrok van de aanblik van het grote water, omdat hij stellig geloofde het einde van de wereld bereikt te hebben. En hij dacht: als Hanoch mij nu vervolgt, waarheen zal ik dan vluchten?
Hoofdstuk 24: De uittocht van Kaïn naar de zee - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] En zo bevolkten dan zijn laatste nakomelingen alle eilanden in de wateren tot op de dag van vandaag en na de grote verdelging van het slangenbroedsel door de vloedstromen uit de hemel, ook de grote werelddelen die jullie heden Afrika', 'Amerika' en 'Australië' noemen. En zijn stam is niet gedood door de vloedstromen en is tot op heden nog dezelfde, om te getuigen van de toenmalige en hedendaagse gruweldaden van Mijn en Hanochs kinderen.
Hoofdstuk 25: De ontwikkeling van Kaïns geslacht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Maar laat niemand van jullie het wagen hem aan te raken! Zevenenzeventig maal wee over degene die zich aan hem zou vergrijpen, - omdat zo iemand vooruit zou lopen op Gods tijd, hetgeen echter het allerverschrikkelijkst zou zijn, omdat zo iemand de band van de goddelijke liefde zou verbreken en daardoor de brede, onmetelijke gordel van het scherpste gericht van de Godheid zou ontketenen, waardoor zich grote vuurkolommen over de hele aarde zouden uitstorten en zo de hele wereld door vuur vernietigen. En sta nu op met je bende en trek in vrede naar huis en let niet op Hanoch, maar op jezelf en op God, die een getrouwe Redder is van diegenen die altijd naar Hem opzien, - zowel in vreugde alsook in nood! Amen."
Hoofdstuk 30: Lamech wordt koning - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Luister: God, de allerhoogste, heeft ons op wonderbaarlijke wijze uit de moorddadige handen van Lamech bevrijd en heeft ons behouden hiernaartoe geleid tot aan het einde van de wereld, want jullie allen zien het einde van de aarde en het begin van de grote wateren. Kijk naar het mooie en heerlijke land, dat als het ware vanuit de hoge hemelen op aarde neergedaald is en het zou zeker een grote vreugde voor ieder van ons zijn om hier voorgoed te kunnen en te mogen wonen. Maar de wil van boven, vanaf de hoogten van God, luidt niet zo; wij mogen hier slechts zeventig dagen blijven, want in deze tijd zal een wreedaardig leger van Lamech met Tatahar aan het hoofd ons wel weten te vinden. En wee degene die in zijn wrede handen valt; hij zou hem verscheuren als een tijger een lam!
Hoofdstuk 31: De landverhuizing onder leiding van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Dan zullen jullie zien dat zij stenen in het water slingeren; geen daarvan zal ons ooit meer bereiken. Want de rechterhand van God zal ons snel uit het zicht van de hyena's voeren en zal ons naar een groot, ver land leiden, dat dertig dagen en dertig nachten van het vaste land verwijderd is en zich bijna in het midden van het grote water bevindt en 'Ihypon' heet (dat is: 'een veilige tuin'). En dit land zal blijvend van ons zijn, zolang als volgens de wil van boven de wereld zal blijven bestaan. Wij zullen het van verre al daaraan herkennen, dat wij een hoge, door Gods liefde in vlammen gehulde, brandende berg, zullen aanschouwen.* (* De vulkaan Fujinojama, 3780 mt, op het eiland Hondo (Japan)) Er zal slechts één enkele toegang zijn en zelfs die zal ver landinwaarts tussen nog twee van die brandende, hoge bergen doorlopen; maar aan de kusten zal het voortdurend omspoeld worden door de krachtigste stormvloeden. En daarenboven zal het nog omgeven zijn door zeer hoge bergen, waarin geen tijgers noch hyena's of leeuwen, beren noch wolven of slangen wonen, maar die bergen zullen meer lijken op een tot in de hemel omhoog reikende muur, die door niemand gemakkelijk bestegen zal kunnen worden.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] O schaam je, jullie mensen, die heren van de wereld moeten zijn! Waar is je heerlijkheid? Jullie zijn met zijn veertienen en ik ben alleen en jullie hebben voor mijn aangezicht doodsangsten uitgestaan, - voor een ongelukkig dier, dat volgens de wil van de grote God oorspronkelijk slechts bestemd was je van dienst te zijn!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Maar de Lamechieten liet Ik achtervolgen door een steeds toenemende vloed van de zee, die tot aan de bergen reikte, alwaar zij bij duizenden door hyena's, tijgers, leeuwen, beren en wolven en slangen aan stukken gescheurd en verorberd werden; want de groep achtervolgers bestond uit zevenduizend mannelijke en zevenduizend vrouwelijke koppen. En daarvan kwamen niet meer dan zeven Jonge mannen en zeven Jonge vrouwen naar Hanoch terug en vertelden daar wat er was gebeurd, en zij brachten de door de Meduhedieten achtergelaten dieren ongeschonden terug. Dat waren welgeteld vijfendertigduizend kamelen en evenveel ezels en zij droegen die aan Lamech over en vertelden hem alles wat zij hadden gezien, - hoe namelijk een felle bliksemstraal uit de wolkenloze hemel tussen hen en de vluchtelingen was gekomen en deze met grote snelheid over het grote, onmetelijk water droeg, dat zich daar aan het einde van de wereld bevond. Maar toen waren de wateren gaan stijgen en hadden hen daar tot hoog in het gebergte gedreven. En er hadden zich niet te overziene scharen van bekende verscheurende dieren op hen gestort, die allen verscheurd en opgevreten hadden, op hen na. Zijzelf waren alleen gered doordat zij tussen de grote menigte kamelen en ezels gevlucht waren. En Lamech zou er eens goed over na moeten denken wat daar gebeurd was; het kwam hen voor alsof er voorbij de sterren een grote Koning woonde en de mensen zouden het nooit moeten wagen met Hem de strijd aan te binden, zij zouden er beter aan doen Hem te aanbidden en Hem vanwege Zijn onbegrijpelijke macht te vereren, omdat zelfs de zee, de winden, de bliksems en alle verscheurende dieren Hem gehoorzaamden, - dat hadden zij met eigen ogen gezien en zij hadden een machtige stem gehoord die met donderende klank de dieren bevolen had en evenzo als een grote storm vanuit de hoogten van de sterren met de machtige elementen gesproken had.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[32] En nadat Ik het gedurende zeshonderd jaar lang door de vingers had gezien en niemand en nogmaals niemand zag, die berouw had en ook maar de geringste aanstalten maakte zich te bekeren en te verbeteren, verwekte Ik, waarmee Ik hen reeds bij monde van Meduhed had laten dreigen, in de omgeving van het huidige Mongolië een volk tot algemene gesel. Ik liet dat volk door een engel, die onzichtbaar was, naar Ihypon voeren en maakte vanuit het huidige China een brug van eilanden voor hen. Verschillende eilanden, die in een enigszins gebogen lijn liggen, getuigen nog tot op heden van het feit dat dat volk net als de Israëlieten over de Rode Zee, met droge voeten en ook bijna op hetzelfde tijdstip daar konden komen. Bij die gelegenheid liet Ik toen door het vuur van de aarde om Ihypon heen tal van grotere en kleinere eilanden zich verheffen en Ontstaan als eventueel toevluchtsoord voor enkele van de zeer weinige wijzen, die daar in grotten woonden en Mij in stilte dienden, totdat Ik hen terugriep van de wereld.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...