Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 31 van 120

...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...
[13] Ik zei: 'Vrouw, je zult wel naar Jeruzalem komen en het laatste en grootste teken dat Ik zal doen, aanschouwen, maar je zult daarover geen blijdschap, maar een grote droefenis in je zuivere hart hebben! Ik zal verraden worden, door de Farizeeën gegrepen en aan het gerecht overgeleverd en wat Mijn lichaam betreft als een doodgewone misdadiger aan het kruis gedood worden; maar op de derde dag zal Ik vanuit Mijn eigen kracht en macht weer opstaan, naar al Mijn vrienden en broeders toekomen en hun de macht verlenen om de mensen in Mijn naam hun zonden te vergeven en de doden tot leven te wekken. Kijk, vrouw, daaruit zal het laatste en grootste teken bestaan dat Ik in Mijn lichaam zal doen!'
Hoofdstuk 149: De Heer voorspelt Zijn einde in de omgeving van Caesarea Philippi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Een paar maanden geleden kwam er vanuit Kapernaüm zelfs een onderzoek, hoogstwaarschijnlijk vanwege het feit dat de Farizeeën, schriftgeleerden en rabbi 's aldaar samen met hun overste hun beklag hadden gedaan bij de Romeinse commandant. Maar daar kwam ik -natuurlijk alleen met Uw hulp -heel goed vanaf; want in diezelfde tijd was de inrichting zo vol met Romeinen en Grieken, dat ik werkelijk nauwelijks in staat geweest was om nog iemand in de inrichting op te nemen.
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Marcus zei tegen hen: 'Hier is onuitsprekelijk veel meer dan de Griekse wijsgeer Pythagoras! Pythagoras kon geen blinden ziende maken en doven laten horen; maar Hij kan dat vanuit Zijn hoogst eigen macht, en zelfs een dode kan Hij tot leven wekken! En dat is zeker eindeloos veel meer dan Pythagoras.'
Hoofdstuk 152: De leerlingen vragen de Heer naar de reden van Zijn vreugde over natuur (27.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar als de ziel de vergankelijke materie van haar lichaam ook op hoge leeftijd door een of ander geheim geneesmiddel weer jong zou kunnen maken, zou ze andermaal heel genoeglijk in haar wandelende graf blijven rusten en zou ze zich niet om haar eigen leven bekommeren. Maar God heeft vanuit Zijn eeuwige liefde dit aardse leven, dat dient voor het beproeven van de vrije wil, juist zó ingericht dat de mens ouder, zwakker en vermoeider moet worden, en met name diegene die in zijn jeugd teveel aan de materie van deze tijdelijke wereld hing, opdat uiteindelijk ook zijn ziel, die zolang door de dood gevangen gehouden werd, zich kan oprichten naar het zekere, eeuwige leven.
Hoofdstuk 154: Het geestelijke zoeken van de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De wil van de ene, enig ware en eeuwig vanuit Zijn eigen macht levende God en Vader van de mensen kunnen jullie uit de boeken van Mozes en de profeten leren kennen. Als jullie nauwkeurig volgens de -zeg -slechts tien geboden leven, zal Gods geest jullie doordringen en jullie zelf verlichten. In dat licht zullen jullie dan de ene en enig ware God niet alleen volkomen kennen en Hem dan ook boven alles kunnen liefhebben, maar dan zal Hij Zichzelf ook aan jullie openbaren en jullie tot alle wijsheid en de macht daarvan verheffen.
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Sommigen houden hem voor een grote profeet, anderen voor een nieuwe koning der Joden, die de Romeinen uit het Joodse land zal verdrijven - wat echter zijn plan niet zou zijn, aangezien hij een veel grotere vriend van de heidenen moet zijn dan van de Joden, die weinig acht slaan op hun God. Nog weer anderen houden hem voor een pure Godszoon en sommigen voor de oude Jehova Zelf, die Zichzelf vanuit Zijn macht met het vlees van de mensen heeft bekleed om hen over alles te onderrichten en hen uit de lange nacht van al hun dwalingen te bevrijden.
Hoofdstuk 160: Wat de Griekse arts had vernomen en zijn getuigenis over de Heer (9.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Als nu mijn nieuwe God, die volgens mijn onverschrokken bewering de enig ware is en niet door de oude, zelfzuchtige en luie priesters verzonnen, ook u plotseling zo zou helpen als Hij mij heeft geholpen -wat zou uw mening dan over hem zijn, en wat voor taal zou u vanuit uw diepste gemoed luid door uw mond uitstoten?'
Hoofdstuk 162: Het gesprek tussen de Romeinse opperrechter en de Griekse arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Dat echter niet Zijn voor ons zichtbare lichaam, maar alleen Zijn geest werkzaam is, wordt vanzelf duidelijk door de omstandigheid dat Hij mij vanuit de verte heeft geholpen, zonder dat Zijn lichaam aanwezig was. Zijn werkzame kracht en macht gaan dus zeker niet uit van Zijn lichaam, maar van Zijn eeuwige en overal volkomen aanwezige geest.
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Datgene wat zij hebben geschapen kan door iedere volmaakte geest gezien worden, en als zo'n volmaakte geest af en toe met zijn wil en schouwen vanuit Mijn wil en licht in zekere zin dichtbij zo'n boze vereniging komt of daar aandacht aan schenkt, dan weet hij door de bedrieglijke schijnomgeving, die onmiddellijk geheel en al zichtbaar voor hem is, van welke aard en karakter de eigenlijke, reële geesten van een vereniging zijn, en zulke boze geesten kunnen hun innerlijke kwaad voor de ogen van volmaakte geesten dan ook onmogelijk bedekken of verbergen.
Hoofdstuk 170: De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Zoals een mens met het verlies van zijn geheugen en herinnering in feite alles kwijt is -ook al bestaat het als zodanig -zo raakt ook een geest alles kwijt wat zijn fantasie geschapen had vanuit de in zijn bewustzijn gebleven herinnering, en zo'n geest staat er dan buitengewoon armzalig en van alles verlaten bij.
Hoofdstuk 170: De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Daarop zei Rafaël: 'Luister dan, mijn beste vriend en broeder in de naam en liefde van de Heer! Enerzijds ben jij, een arts uit Melita, die nu genezen is, wel een werkelijk wijze man - want in het kuuroord, toen de Heer jou op jouw verzoek ogenblikkelijk had genezen, heb jij Hem als eerste en het beste herkend als de ene en enig ware God, en nu heb je daarin zo'n vast en je hele wezen doordringend geloof, dat geen enkele verschijning ter wereld je daar vanaf zou kunnen brengen, en dat strekt je ziel en hart tot grote eer; maar omdat je vanuit je voormalige heidense duisternis de allerbelangrijkste en grootste levenswaarheid zo snel hebt herkend, is het nu echt enigszins merkwaardig dat je het wezen van het rijk Gods niet nog eerder en gemakkelijker herkent dan voordien de Heer uit Zijn werken, zonder dat je Hem tevoren had gezien of gesproken!
Hoofdstuk 173: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Zie en begrijp, dat alles watje nu in de hele wereld ziet, het wezen van het rijk Gods weergeeft! Je moet niet denken dat het rijk Gods op een of andere speciale plaats is. Het rijk Gods is overal in de hele eeuwige oneindigheid, en de mens die zich daar bewust van wordt vanuit de geest van de Heer, heeft het rijk Gods in zich en bevindt zich -waar hij ook is of verblijft en bezig is, en of hij nog in zijn lichaam is of als geestmens in zijn pure ziel overal in het rijk Gods en in het volle wezen daarvan.
Hoofdstuk 173: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Omdat Zijn eindeloze wijsheid en Zijn liefde vanuit Zijn ideeën en gedachten niet alleen voor Hemzelf zichtbare beweeglijke beelden heeft geschapen -als je het op menselijke wijze zo mag zeggen -als het ware voor Zijn vergankelijk en in zekere zin voorbijgaande genoegen, maar omdat ze als aan Hem volkomen gelijke -want uit Hem ontstane -en zelfstandige vrije wezens voor eeuwig moeten bestaan, kunnen deze ideeën en gedachten van Hem niet gelijk gesteld worden met die van de fantasie van een mens, maar zijn ze even ware realiteiten als Hijzelf de enige, eeuwig enig ware realiteit is.
Hoofdstuk 176: Over bestaan en niet-bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Of denk je soms dat de Meester, die de zichtbare hemel, deze aarde met alles wat zich daarop bevindt en de mens vanuit Zichzelf volgens Zijn eeuwige liefde en wijsheid heeft geschapen, zelfs het meest onaanzienlijke mosplantje soms alleen maar heeft laten ontstaan opdat Hij, de Eeuwige, gedurende een paar ogenblikken aan zo'n schepseltje genoegen zou beleven, het dan weer zou vernietigen en laten vergaan, maar onmiddellijk op een ander plekje voor Zijn plezier eenzelfde spelletje zou beginnen? O vriend, wat zou zo'n denkbeeld kleingeestig zijn!
Hoofdstuk 176: Over bestaan en niet-bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Zou er bij zo'n toestand van de mensen ooit wel een geestelijke ontwikkeling en daaropvolgende eenwording met de goddelijke geest denkbaar zijn vanuit het denken, kennen en willen van een zo overbelaste en verbrokkelde ziel?
Hoofdstuk 178: De noodzaak voor het versluieren van de herinnering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...