Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

737 resultaten - Pagina 31 van 50

...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...
[10] Want waar jullie met je ogen aan het uitspansel één geheel zien, daar zweven in Mijn eeuwige almacht talloze werelden, die allemaal wezens zoals jullie dragen; en achter die werelden zijn de eindeloze geestelijke woonplaatsen in de geest voor de geesten; en één zo'n woonplaats omvat meer dan de hele uiterlijke, eindeloze zichtbare ruimte!
Hoofdstuk 8: De maaltijd in de hut van Purista. De woorden van de Heer over zijn liefdesverbond met de kinderen van de aarde en de zichtbare gemeenschap tussen hemel en aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar waarom is dat zo? - Omdat de geest die in de volledig absolute toestand verkeert, in een overeenkomstige wisselwerking met de oerkrachten treedt en hun kracht reeds van grote afstand - zowel wat tijd alsook wat ruimte betreft - moet waarnemen want zonder die waarneming zou hij heel gemakkelijk in een niet te verlossen gevangenschap kunnen geraken, waarin het hem nog beduidend veel erger kan vergaan dan jou overkomen is onder mijn handdruk!
Hoofdstuk 74: Over het wezen van het leven. De oorzaak van het voelen van pijn en van geluk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] En dit etherische lichaam kan, omdat het ook een zekere ruimte in moet nemen, als de Heer het wil nog heel goed door de grovere materie worden vastgehouden, en kan zich daar niet eerder van losmaken dan dat de Heer het wil!
Hoofdstuk 88: Lamechs vraagt hoe een geest door de materie gevangen kan worden gehouden? Henochs antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Een echte wijze moet naar mijn mening toch weten dat levende wezens - in het bijzonder als zij zich in het vriendelijke gezelschap van een Henoch bevinden en zelfs in staat zijn met hem te spreken - iets hoger aangeslagen dienen te worden dan op mensen lijkende apen!
Hoofdstuk 101: Muthaëls geringschatting van de gasten uit de laagte en zijn spitse vraag aan koning Lamech. Lamechs gezouten antwoord. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Wat is dan vervolgens een levende geest? - Is hij zo'n gedachte die als een bliksem zo vluchtig wegvliegt en dan in de oneindige ruimte zich zo doet ontstaan als de losse vlok van sneeuw in de nevelige ether van de aarde?
Hoofdstuk 108: Kenans gezang over het wezen van het leven. Adams grove kritiek op dit gezang. Henochs kalmerende woorden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Maar bliksems zijn vluchtig en sneeuwvlokken smelten in de stralen van de zon; o zeg, hoe zit het dan met de losse gedachte, met de geest die zich vond in de eindeloze ruimte alsook met een dauwdruppel?
Hoofdstuk 108: Kenans gezang over het wezen van het leven. Adams grove kritiek op dit gezang. Henochs kalmerende woorden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En de eerste spreker antwoordde hem: 'Bij dat gunstig lijkende plan wens ik je veel geluk en daarbij uitzonderlijk mooi weer; dat ik me echter bij zo'n gunstig lijkende toespraak tot het volk enigszins op afstand zal houden, kan ik je garanderen!
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Maar wil je waarachtig God welgevallig deemoedig zijn, dan moet je dat volgens Gods wil, maar nooit volgens je eigen goeddunken zijn! Want ben je door je eigen voornemen deemoedig, dan is je deemoed een kind van je eigenliefde en derhalve zinloos en zonder enige waarde voor God, want achter zo'n soort deemoed gaat altijd een verdienstelijk lijkende zelftevredenheid schuil, eigen lof en tenslotte verkapte hoogmoed!
Hoofdstuk 162: Ohlads juiste deemoed. Een evangelie over de juiste deemoed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] O jullie blinde dwazen! Wie schiep dan het kleine mugje, wie de bladmijt, wie de talloze wormpjes in een moeras, wie de haren van jullie hoofd? Zijn dat niet louter hoogst onbeduidend lijkende dingen? En toch laat de grote God Zich daarmee in!
Hoofdstuk 183: Ohlad brengt de wil van de Heer over aan Danel en de raadsheren. Danels verwondering over de schijnbare kleingeestigheid van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Een druppel van dat vergif - dat is zoveel is een nog zo kleine en onschadelijk lijkende visite in naam van de wereld in jullie - vergiftigt gemakkelijk de hele gezonde geest. Die wordt daardoor heel zwak en levenloos in jullie ziel, waardoor de ziel dan zeer ontvankelijk wordt voor het aanwakkeren van de hoogmoed en steeds meer begint te zoeken hoe en waar ze de juiste erkenning van haar verhevenheid kan vinden!
Hoofdstuk 184: De vrouwen vragen Danel om opheldering. Danels verlichtende antwoord over roddelvisites en hun verderfelijke invloed op de ziel en de geest in de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Aan de kant van de dichte muur in de richting van de avond was het gebouw waar de priesters woonden er vast tegenaan gebouwd. Het bood ruimte voor honderd priesters en was even hoog als de tempel, die een hoogte van tien vadem had en evenzoveel vadem in doorsnee telde.
Hoofdstuk 244: De zonnetempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Dit altaar was hol. Eronder bevond zich een hefwerktuig; dit hief een ronde stenen plaat omhoog dat precies in de holle ruimte van het altaar paste.
Hoofdstuk 244: De zonnetempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] De tempel was zeer ruim en op de galerijen en in de gelijkvloerse ruimte konden wel zo'n twintigduizend mensen zonder dat daardoor gedrang hoefde te ontstaan.
Hoofdstuk 247: De tempel van het vuur. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En Mahal zei: 'Vriend, slechts een beetje geduld, en je zult gaan inzien wat hier gebeurt! Kijk nu scherp naar de verst gelegen hoek van deze ruimte, waarvoor men wel een uur nodig zou hebben om er rechtstreeks naar toe te lopen, en dadelijk zal zich een beweging van zeer veel mensen aandienen!'
Hoofdstuk 285: Een nieuwe ontdekking: het geheime leger van Drohuit. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] En sidderend zei Agla: 'Lieve Fungar-Hellan, wil je me nu vandaag al doden?! Ik mag immers niet in een bedompte ruimte als ik tenminste niet meteen wil stikken!'
Hoofdstuk 290: Agla's brutale vraag aan Fungar-Hellan en diens duidelijke antwoord. Agla's vergeefse uitvluchten. Agla en Drohuit in de kooi. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...