Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36089 resultaten - Pagina 31 van 2406

...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...
[1] Toen ze allemaal wat geestdriftiger waren geworden van de wijn en allerlei zeer goede woorden over Mij hadden gesproken en kwade woorden over Herodes, die ze steeds de slechte en domme Antipas noemden, zei de overste: 'Wij zijn nu allemaal hier als vrienden en broeders, de paar soldaten niet uitgezonderd, omdat ook zij evengoed mensen zijn als wij en het werkelijk bittere lot op het meer met ons hebben gedeeld en door hun inspanningen veel aan onze redding hebben bijgedragen.
Hoofdstuk 203: De wens van de commandant en de vervulling daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Nu boog de commandant diep voor Mij en zei: 'Heer! Wees niet alleen mij, maar ook de andere zondaars genadig en barmhartig! Want wij waren immers alleen maar blinde en zwakke knechten van de boze Herodes omdat hij ons onder veel dwang in zijn dienst heeft genomen - alleen, vandaag hebben wij besloten hem nooit meer te dienen en we zullen u ook eeuwig nooit meer achtervolgen. Ja, als het mogelijk is, zouden wij u vanaf vandaag of morgen ten dienste willen staan, maar nooit meer de slechte en domme trotse Herodes!' ,
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Maar nu is het de vraag wat wij met die slechte en meer dan domme Herodes moeten doen! Hoe kan die wellusteling zelfs maar op het idee komen om de meest liefdevolle Wederbrenger van de waarheid des levens van alle mensen in zijn machteloosheid te vervolgen?! O, die stekeblinde schurk!'
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Het meest zette echter de beschrijving van de honderd dertig verdronken soldaten de overste aan het denken en dat maakte hem mismoedig; want hij had deze trouwe dienaren van Herodes nog niet eerder van die slechte kant leren kennen. Maar nu zag hij aan veel dingen, die hij bij hen had waargenomen, toch veel wat hem tijdens het verhaal van de commandant was gaan opvallen, en hij zei dan ook (de overste): 'Ja, ja, de grote, van Zijn zuiver goddelijke, alles doordringende geest vervulde Nazarener heeft volkomen gelijk; want nu beginnen mij een groot aantal dingen duidelijk te worden, die ik van tijd tot tijd bij de genoemde soldaten heb waargenomen. Ze kregen van Herodes maar een lage soldij; alleen bij het invorderen en afpersen van belastingen mochten ze van iedere honderd zilverstukken er één voor zichzelf houden. Hun lage soldij en de weinige zilverstukken van de belasting konden natuurlijk niet voldoende zijn om zichzelf en een vaak talrijk gezin op echt passende wijze te onderhouden!
Hoofdstuk 205: Het goede inzicht en het goede plan van de overste (10.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen Ebal dat uit de mond van de oude dienaar Benjamin had gehoord, raakte hij flink geërgerd en zei: 'Nee, het is in deze wereld toch raar dat er zelfs voor de meest eerlijke en ootmoedige mensen nooit een geheel zalige dag kan bestaan waarop niet zo'n echt slechte wereldse demon iemand zijn toch al van zorgen vervulde leven wil vergallen!'
Hoofdstuk 6: De maaltijd bij Ebal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Ik zei: 'O nee, in geen geval, maar wees alleen streng volgens de echte wetten van Rome, waarin veel verzachtende omstandigheden bij bepaalde kleine vergrijpen te vinden zijn! Een zachtmoedige rechter in deze wereld zal in de andere wereld ook door Mij zacht geoordeeld worden, en een barmhartige zal ook bij Mij barmhartigheid vinden. Kortom, met dezelfde maat waarmee jij meet, zal ook jij gemeten worden!'
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Tot nu toe heeft Hij Zich overal nog wel gehandhaafd en heeft Hij allen die Hem vervolgden op zeer krachtige wijze weten te weerstaan, en wij hopen en geloven ook vast dat Hij door middel van Zijn goddelijke aard en Wezen en overeenkomstig de macht van de goddelijke wijsheid, die Hem ver vult, het begonnen werk heel goed en zonder verdere verstoring zal voltooien. Maar de wereld is vals en slecht, en haar kinderen zijn duister en zeer boosaardig en hebben tot nu toe nog altijd de kunst verstaan, en doen dat nog, om alles wat God door de profeten ten behoeve van de mensen geopenbaard heeft, hoe waar, goed en wijs dat ook was, te verdraaien en in hun eigen slechtheid te veranderen. En dat doen ze op zo'n manier, dat zelfs de van nature betere en meer verlichte mensen in het vele valse en slechte het aloude, zuiver goddelijke ware en goede niet meer hebben kunnen ontdekken en dus in het valse en slechte van de wereld moesten blijven.
Hoofdstuk 31: De twijfels van de aanhangers Het gebed van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Vrienden, als ik daarover ook maar de geringste twijfel in mijzelf kon laten opkomen, zouden er door mijn toedoen -aangezien ik commandant van de eerste en hoogste rang ben en alle volmacht uit Rome heb -reeds binnen twee weken honderdduizend van de dapperste krijgers voor de muren van Jeruzalem staan, en binnen enkele weken zou er geen steen meer op de andere staan. Maar omdat de Heer in die goddeloze stad eerst nog het grootste wonder wil doen, is er voor de verwoesting van die slechte stad altijd nog tijd genoeg; want als de mensen na dat grootste teken van de Heer, door hun slechte maar toch vrije wil en als gevolg van hun liefde voor de wereld en hun eigenliefde, zich toch niet zouden bekeren, wat ook mogelijk is, dan zullen wij Romeinen komen en hun met het zwaard een heel ander evangelie verkondigen, het evangelie van het rijk van de duivel en al zijn furiën!
Hoofdstuk 42: De commandant troost de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Deze man stamt niet af van de zeventien; maar al van kind af aan was hij gewend veel te eten en daardoor is hij later een echte veelvraat geworden; en die slechte hoedanigheid heeft de zeventien boze geesten ingang tot zijn Ingewanden verschaft.
Hoofdstuk 52: De achtergronden van de zeventien geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Wie wat zijn lichaam betreft volgens de aanwijzingen van Mozes leeft, zal het altijd en overal bespaard blijven door slechte en onzuivere geesten in bezit genomen te worden, en des te zekerder als hij werkelijk in Mij en Mijn vaderlijke zorg gelooft en alles in Mijn naam begint, doet en beëindigt. Maar zonder dat is hij ieder ogenblik blootgesteld aan duizend gevaren van allerlei soort, helaas door zijn eigen traagheid, onwetendheid en domheid.
Hoofdstuk 54: Over de gevaren bij het eten van onreine spijzen De Heer in Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] De waard zei: 'Maar Heer en Meester vol goddelijke wijsheid en macht! U bent toch ook Heer over iedere boze macht, die steeds van de slechte duivels in de hel uitgaat of op zijn minst erg en heel vaak zichtbaar door hen ondersteund wordt. Het kost U toch slechts één almachtig woord, en dan kan er geen storm komen!'
Hoofdstuk 75: De aankondiging van een op handen zijnde storm - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Maar omdat God aan ieder mens de grootst mogelijke vrijheid van wil gaf om Zijn raad op te volgen, dan wel de aantrekkingskracht van de wereld te volgen, lieten vele mensen zich al heel gauw door de wereld bekoren en verblinden; daardoor verloren ze God uit het oog, omdat hun innerlijk gezicht door de slechte liefde tot de wereld volkomen blind was geworden.
Hoofdstuk 96: De Heer geeft onderricht over het verval van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Wie rechter is en zijn ambt over verblinde mensen zachtmoedig en rechtvaardig uitoefent, zal later ook door Mij zo gericht worden. Met de maat waarmee jullie meten, zal jullie ook weer gemeten worden!
Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Want Ik heb de mens een vrije wil gegeven en zijn verstand het ware en goede getoond en daarnaast het slechte en boosaardige, opdat hij zichzelf onderzoekt, richting geeft en ontwikkelt; want daardoor is hij pas een mens en geen dier, dat door Mijn macht wordt vastgehouden en gericht, dat overeenkomstig Mijn dwingende wetmatigheden moet handelen zoals die in hem zijn gelegd en dat derhalve geen vrijheid, zelfbepaling en geen aan hem toevertrouwde zelfstandigheid in zich heeft.
Hoofdstuk 109: De almacht van de Heer en de beperkingen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Nu trad de commandant naar voren en zei: 'O Heer en Meester, aangezien U nu gewag hebt gemaakt van de hel -het oord waarvan de Joden geloven dat de slechte zielen daar door de ergste duivels eeuwig gemarteld worden, terwijl ook de heidenen zo'n oord van verschrikking kennen onder de naam Orcus of ook wel Tartarus -zeg ons nu ook, zo helder dat ook wij het kunnen begrijpen, hoe het met die hel gesteld is, waar die is, en wie er na zijn lichamelijke dood in dat oord van verschrikking terechtkomt!
Hoofdstuk 110: De commandant vraagt naar de hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...