Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

20425 resultaten - Pagina 31 van 1362

...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...
[6] DE PRIESTER zei: 'Dat zal niet veel uithalen, maar jullie allen moeten zelf daarvoor naar Hem toegaan! Hij staat daar midden tussen Zijn leerlingen. Hij weet er alles van en heeft ons dat in het huis van Jored verteld, anders waren we niet hiernaartoe gekomen. Hij wil en zal jullie helpen, maar jullie moeten eerst zelf naar Hem toegaan en Hem om vergeving vragen.
Hoofdstuk 103: Het goede getuigenis van de priestervrouwen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Maar hoe de mens dat alles in dit aardse leven kan bereiken, zullen jullie mannen je vertellen. En ga nu heen en zie of jullie gevangenen al vrij zijn! ,
Hoofdstuk 103: Het goede getuigenis van de priestervrouwen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK beval hun echter op te staan en zei tegen hen: 'Leer datgene wat jullie nu gezien en uit de mond van jullie mannen gehoord hebben, ook met alle geduld en zachtmoedigheid aan jullie kinderen en bedienden, en later ook aan de kinderen van andere ouders. Vestig op die wijze een ware levensschool in Mijn naam, die jullie ook van je mannen zullen horen, dan zullen jullie omspoeld worden door de hemelse zegen -zoals een eiland in de rivier omspoeld wordt door het water van de rivier, en voor het voedsel van haar planten, struiken en bomen onafhankelijk is van wereldse regen uit een duistere wolk die het licht van de zon wegneemt. Denk daaraan en handel daarnaar, dan zullen jullie vanuit de dood van deze wereld tot het leven van de geest doordringen, zoals Ik in Mijn aards-menselijke deel Zelf doordrongen ben van de goddelijke geest! En als jullie werkelijk in Mijn naam zullen geloven, zullen jullie in alles door God geholpen worden; want Ik ben de levende band tussen God en de mensen'
Hoofdstuk 103: Het goede getuigenis van de priestervrouwen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] DE PRIESTERES zei: 'Laat jouw spreekwoord betekenen wat het wil, dan heb je het toch niet gebruikt als iemand die gezien zijn uiterlijk als Griek alles gelegen moet zijn aan ontwikkeling, gedrag, fatsoen en menselijkheid, maar als een echte onbehouwen Jood. Ik zegje dit nu alleen maar zo, om je te laten beseffen dat we hier fijnere manieren hebben dan die het volk van God bij jullie in Jeruzalem misschien heeft.
Hoofdstuk 109: Gedachtenwisseling tussen de schriftgeleerde en de vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] DE SCHRIFTGELEERDE zei: 'Laten we er over ophouden en meteen tot de hoofdzaak overgaan! Zie je niet, dat wij leerlingen allen in een ware God en in de onsterfelijkheid van de menselijke ziel geloven? Ja, waarom jullie dan niet? Wij zijn er allemaal volkomen van overtuigd, en we zijn toch ook mensen! Hoe komt het dan dat jullie totaal niet overtuigd zijn van dat alles, wat nu toch al voor ieder mens die wat dieper nadenkt, een uitgemaakte zaak is en ook heel goed wordt ingezien?
Hoofdstuk 109: Gedachtenwisseling tussen de schriftgeleerde en de vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Ik zeg jullie: Wie ook maar ooit begint te denken dat er een god is die alles wat bestaat geschapen heeft en alles onderhoudt en bestuurt, die zal ook snel inzien dat alles wat bestaat, goed en doelmatig is ingericht. Hij zal door het wijze bestel ook al gauw beseffen dat de Schepper van alles wat bestaat, zeer goed moet zijn. Als een mens daar vaak aan denkt, en zo Schepper en schepsel beoordeelt, zal hij de Schepper gaan liefhebben en de liefde tot God zal zich van dag tot dag steeds in het hart van die mens vermeerderen en hechter worden, en deze liefde is nu de geest van de mens van gene zijde, die met zijn licht de ziel doordringt en met zijn warmte de ziellevend maakt. En als dat eenmaal bij de mens het geval is, is het hem ook niet meer mogelijk ooit te denken dat hij de dood in zich heeft.
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Ze kunnen geen veld bebouwen, omdat zij dat niet hebben; want alle velden en alle bossen en bergen behoren jullie toe, en jullie laten ze vele uren gaans braak liggen omdat je ze niet kunt bewerken. Waarom geven jullie de armen geen stukken grond om nuttig te bewerken?! Daardoor zouden deze mensen dan ook iets hebben, en jullie nog bovendien een matige schatting kunnen betalen zodra de woeste velden en bergen gecultiveerd zijn. Zeg nu zelf eens of dat niet beter zou zijn dan wanneer jullie met een paar rijken tenslotte zelf alles willen bezitten, wat jullie niets oplevert, maar wel een ongelooflijke schade toebrengt!
Hoofdstuk 116: De vloteigenaars en de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Omdat dus de wetten, de rechters en het grote aantal bewakers voor het merendeel in het belang van de gemeenten steeds in stand gehouden moeten worden, moeten ook de gemeenten er graag en gewillig aan bijdragen dat de monarch steeds zodanig vermogend is dat hij alles wat voor de gemeenten van nut is, kan laten verzorgen en uitvoeren. En daarom zijn jullie belastingen en heffingen een heel rechtvaardige zaak.
Hoofdstuk 118: De schuld van de vlotbazen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] (DE HEER:) Omdat jullie dat nu inzien en begrijpen, kan Ik jullie ook het nodige vertellen over de maanzucht. De bewoners van de maan hebben als zeer eenvoudige en in zichzelf gekeerde mensen bij uitstek de gave van de helderziendheid, en dat met name tijdens hun nacht van veertien volle aardse dagen, die zij in hun onderaardse woonholen meestal slapend doorbrengen. Tijdens deze slaap blijft hun ziel echter volkomen wakker en deze ziet dan alles om zich heen tot in de verre omtrek, en dus ook deze aarde, waar zij eigenlijk min of meer bij horen, die zij echter, vanwege de natuurlijke positie van de maan tijdens hun waaktoestand, op hun lange dag nooit kunnen zien; (want de maanmensen bewonen alleen het gedeelte van de maan dat van de aarde is afgekeerd) omdat de maan, zoals Ik Jullie al uitgelegd heb, om heel natuurlijke redenen (op de naar de aarde toegekeerde kant) geen lucht en geen water heeft, en als er al hier en daar in de vele dieper gelegen delen een soort lucht aanwezig is, dan is die toch niet toereikend voor de ademhaling van wezens met een lichaam, en is er ook niet geschikt voor, omdat het element zout ( de zuurstof) geheel ontbreekt.
Hoofdstuk 120: De Heer geeft uitleg over de maanwereld en over maanzucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Maar ook dit bezeten zijn is te genezen door gebed, door het aanroepen van Mijn naam, door vasten en door het opleggen van de handen in Mijn naam. -En dit is nu ook in dit opzicht alles wat jullie voorlopig moeten weten; al het hogere en meerdere zal jullie geest je leren, die Ik op de juiste tijd vervullen zal met Mijn geest.'
Hoofdstuk 121: Kenmerken van de op aarde geïncarneerde maanzielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Bespaar je de moeite, want Ik weet immers toch al wat jij nog een tijdje hier in deze zaal zou willen houden! Kijk, deze hemellichamen zou je zo willen bewaren! Ja, ze zullen voor jullie verdere voorlichting nog een jaar lang zo blijven! Maak er gedurende die tijd een afbeelding van; daarna zullen deze wonderbaarlijke exemplaren echter verdwijnen, zoals ook eens deze hele zichtbare hemel en deze aarde zullen verdwijnen wanneer zij alles wat daarin gevangen is helemaal teruggegeven zullen hebben.
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ik heb jullie dit echter alleen gezegd opdat jullie ook als heidenen in zullen zien, dat Ik het eigenlijke, eeuwige IK ben, en dat in feite alles wat de oneindigheid omvat uit MIJ bestaat. Maar houd dat voorlopig voor je, tot de eeuwige geest van de waarheid je daarover meer zal leren!
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] IK zei: 'Je hebt helemaal gelijk -want dat heeft je niet je bloed, maar dat heeft je je geest ingegeven -; maar Ik kan toch niet anders doen dan zoals Ik het eerder gezegd heb. Om jullie allen te plezieren, zal Ik pas na zonsopgang hier weggaan, maar in de geest toch bij jullie blijven. Nu is het echter de vraag of jullie alles begrepen hebben, en of niemand van jullie nog iets te vragen heeft.'
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] In de geest ben Ik van eeuwigheid altijd volkomen dezelfde, Ik heb Mij nooit veranderd en zal Mij ook eeuwig nooit veranderen in Mijn wezen, werken en willen. Ik ben nu drie dagen lang bij jullie en heb jullie geleerd wat jullie moeten weten, geloven en doen -ieder voor zich -om het eeuwige leven van de ziel te verkrijgen. Heb Ik jullie toen iets gezegd over bepaalde gebeden of over een bepaalde doelmatige, mysterieuze, als enige Mij welgevallige godsdienst, of over een bepaalde feestdag, zoals eventueel over een sabbat van de joden die zij de dag van de Heer Jehova noemen, en waarop de priesters de mensen alle arbeid verbieden terwijl zij zelf als priesters juist op de dag van de Heer het grootste en schandelijkste bedrog plegen, en daarbij nog de gewetenloos slechte mening er op na houden God daarmee een goede dienst te bewijzen? Nee, van dit alles hebben jullie uit Mijn mond niets gehoord en Ik zeg jullie geheel naar waarheid:
Hoofdstuk 123: Over het gebed en de godsdienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] DE HOOFDMAN zei: 'Daarvoor heeft deze Heiland jullie al het juiste advies gegeven. Ga naar Chotinodora! Daar zullen de opperpriesters jullie wel goed instrueren; handel daarnaar en dan zal alles zeker goed gaan! Ga daar vandaag nog heen, laat je daar onderwijzen, -kom daarna terug en leer het volk de waarheid!'
Hoofdstuk 130: De bekering van de afgodenpriesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...