Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 31 van 139

...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...
[16] Maar IK zei daarop tegen de jonge vrouw: 'Sta op want je bent geholpen, en al je zonden zijn je vergeven! Maar ga nu heen en zondig niet meer, opdat je nog niet iets ergers zal overkomen! Want als een boze geest een mens verlaat, trekt hij door dorre steppen en woestijnen en zoekt naar een woning, en als hij niets vindt, komt hij weer terug. Dan vindt hij zijn oude woning schoongeveegd en gereinigd, zodat hij grote lust krijgt er weer in te trekken. Als hij echter ziet dat hij alleen te zwak is, haalt hij zeven andere geesten die nog erger zijn dan hij en gezamenlijk trekken zij dan met geweld in de gereinigde woning, en deze tweede toestand van die mens is dan nog veel erger dan de eerste. Let dus goed op dat jou niet hetzelfde overkomt! Sta daarom op, ga heen en zondig dus niet meer!'
Hoofdstuk 185: De genezing van de bezeten jonge vrouw Maria Magdalena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar toch is er een groot verschil tussen de boze geesten waardoor mensen vaak bezeten worden, en de onzuivere natuurgeesten waaruit de hele aarde in al haar delen en elementen bestaat; maar ze hebben wel zo'n verwantschap en wederzijdse relatie, dat een mens die zijn lichamelijke natuurgeesten niet te veel opwekt, ook niet gemakkelijk lichamelijk door de echte boze mensenziel geesten bezeten kan worden.
Hoofdstuk 187: Over de werking van de wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Maar AGRICOLA zei tegen de anderen: 'Zal ik jullie eens wat zeggen? We laten hem zijn gang gaan en dan zien we wel verder! Een paar dingen zijn me bij hem nu weer speciaal opgevallen! Wie vertelde hem hoe ik heet?! Want uit een zekere voorzichtigheid heb ik hier nog niemand mijn naam gezegd. Hoe kan hij hem dan weten? Maar nog meer! Wie kon hem onze gedachten verraden?! En kijk, toch wist hij alles! Ah, neem van mij aan dat dat echt geen kleinigheid is! Nu zei hij weer dat hij niet alleen hier is, maar dat er talloze scharen machtige geesten bij hem zijn! Vrienden, als dat zo is, is hij absoluut een volmaakt god in optima forma, en hebben wij het geluk, dat nog nooit eerder voorgekomen is, om de echte Jupiter persoonlijk te zien! Wij gaan dus er allemaal mee accoord om dat te zien en te horen wat hij ons zojuist heeft voorgesteld. Wel, we willen het dus en daarom vragen wij hem om ons zijn machtige reisgezellen te laten zien, als hem dat mogelijk is!'
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] DE ROMEIN zei: 'Meester, onze lijfspreuk is: Si totus illabatur orbis, impavidum ferient ruinae!* (* Al zou de hele wereld verwoest worden, dan zullen de onverschrokkenen op de ruïnes verder leven!) Wie geen vrees heeft voor de dood, is ook niet bang voor de goede geesten en nog minder voor de kwade, die wel eens niet al te veel macht zouden kunnen hebben! Wij zijn volledig op alles voorbereid, ook al is het nog zo buitengewoon, en U kunt uw teken wel laten beginnen. Wij zijn er allemaal erg benieuwd naar!'
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE ROMEIN zei: 'Jawel, jawel, dat zie ik nu wel heel goed in, -maar omdat jullie machtige geesten er nu eenmaal zijn en jullie bestaan duidelijk echter is dan het onze nu, waarom laten jullie je dan niet vaker zien om ons te leren en te troosten? Wij hebben jullie nu gezien, en als wij dat onze medemensen zullen vertellen, zullen enigen dat wel geloven, maar veel anderen zullen erom lachen en ons voor dwepers en halve dwazen houden. Zou het dan niet goed zijn als er zich eens iemand van jullie liet zien om van de waarheid van wat wij zeggen overtuigende bewijzen te leveren?'
Hoofdstuk 190: Het verschil in levensopgave van engelen en mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] DE ENGELGEEST zei: 'Je verlangt veel van mij, wat ik je nu wel moet toestaan omdat de Heer het zo wil jouw gezicht is nu in zoverre verruimd, dat je met het oog van je zielons, zuivere geesten, kunt zien, - maar dat is ook alleen maar zo omdat wij ons, uit jullie uitstralende levenssfeer, in zekere zin een substantieel lichaam gevormd hebben.
Hoofdstuk 191: Over het tweede en derde gezicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Zouden wij als pure geesten bij jullie zijn, dan zouden jullie ons ondanks jullie huidige tweede gezicht toch niet zien. Wanneer jullie echter eens zuiver geestelijk zult kunnen zien - wat jullie het derde gezicht of het geestelijk gezicht kunnen noemen -, dan kunnen jullie' ons wel als zuivere en pure geesten zien. Juist dit derde gezicht is noodzakelijk om net als wij alle andere hemellichamen te kunnen zien, die overeenkomstig in miniatuur ook in jou aanwezig zijn, maar niet doorjouw ziel opgemerkt kunnen worden alvorens zij met de geest uit God een wordt.
Hoofdstuk 191: Over het tweede en derde gezicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Ja, als je daar maar een beetje goed over nadenkt, dringt zich onwillekeurig de belangrijke vraag aan je op: Waarom ben ik eigenlijk een mens? Wie heeft mij in dit tranendal geplaatst, en waarom?
Hoofdstuk 220: Het zich van de wereld afkeren en het Rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Hiermee zeg Ik niets anders dan: Een mens kan indien nodig ook het vlees van al de door Mij aangegeven dieren eten en hoeft daar geen gewetenszaak van te maken; maar hij moet het eerst klaarmaken zoals Ik zojuist verteld heb, dan zal het hem niet schaden! Maar bloed, speciaal van gestikte dieren, moet niemand eten, omdat daarin veel kwade geesten verborgen zitten! Jullie weten dat wel, en toch eten jullie heimelijk het vlees van gestikte kippen, kalveren en lammeren, omdat het jullie beter smaakt en je daarvan bedwelmd en geil en tenslotte helemaal gevoelloos wordt.
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Om dat te bewerkstelligen moet de mens vrijwel zonder kracht in de grootste verlatenheid van deze wereld geboren worden en zijn onderricht geleidelijk aan in de uiterlijke wereld op doen. Pas als hij zich zo enige kennis en vaardigheden vergaard heeft, gaan de hem omringende goede en ook slechte geesten heel ongemerkt op hem inwerken, -de goede op zijn gemoed en de slechte op zijn fysieke natuur, opdat de ziel steeds in een volkomen vrij evenwicht blijft.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] leder mens moet zich echter eerst gelovig naar de ontvangen goede lessen richten en dan op zijn gemoed letten, maar ook op de vaak sluimerende, kwade hartstochten in zijn lichaam, die zich in traagheid, arbeidsschuwheid, wellust, eigenliefde, starheid, hoogmoed, nijd, gierigheid en heerszucht maar al te duidelijk kenbaar maken. Aan deze laatste moet hij door de kracht van de liefde tot God en door de liefde tot de naaste, door geduld, deemoed en zachtmoedigheid het hoofd bieden, dan zal hij helemaal niet lang hoeven te wachten tot de goede geesten zich voelbaarder en duidelijker aan hem zullen openbaren.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Daarop zei EEN FARIZEEËR heel verlegen: 'Het is allemaal erg bijzonder, en ik heb nog nooit gehoord dat mensen ooit zoiets deden! Maar wij hebben wel meer magiërs gezien die ook onbegrijpelijke dingen tot stand gebracht hebben, -hetzij met natuurlijke middelen, of ook met behulp van dienstbare geesten, dat kunnen wij niet beoordelen, en dus kan deze man ook geheimen bezitten die hij zich eventueel door zijn grote talent heeft eigen gemaakt, en die hij aan niemand openbaart. Voor men dan zo'n man als god kan aannemen, moet men wel veel en eigenlijk wel helemaal alles onderzoeken, en daaruit pas opmaken wie men nu precies voor zich heeft. Ik bestrijd de mogelijkheid niet dat hij de ware Messias kan zijn, maar om dat zonder een behoorlijk onderzoek aan te nemen, is altijd een bedenkelijke zaak.
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Hij zei tegen mij: 'Kijk, vriend, de reuzenfiguren aan de rechterkant stellen de zeven geesten Gods voor, waardoor de mens op deze aarde tot allerlei kennis komt en zich daarop dan vele en grootse dingen inbeeldt! De figuren aan de linkerkant zijn voorstellingen van de wilde en onbeheerste hartstochten van de mens, en daarom zie je ook aan hun voeten allerlei tekenen van dood en gericht. En kijk eens naar de tweede hal! Die is wat lager dan de eerste, en je komt er door een tamelijk nauwe deur in. Dat geeft de deemoed van de mens weer, zonder welke je onmogelijk tot het echte kennen van God komt. Daarom zie je hier ook heel bescheiden mensenfiguren in diepgebogen houding. En nu hier in de derde en laatste hal zie je alleen maar geestelijke zaken, voorgesteld door overeenkomstige tekens. En daar, helemaal bovenin zie je in een kring de tekens: ja-bu-sim-bil, -dat is: Gods woord in het hart van ieder mens die God liefheeft en zoekt. En de tekens betekenen: Ik was -ben -en zal zijn. Ik ben de Al-Ene, en buiten Mij is er geen God!'
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Zo is ook een volksstam nog door de koning van Salem meerdere malen gewaarschuwd om niet in de omgeving van Sodom en Gomorra te gaan wonen, omdat zich daar in de bodem veel zwavelhoudende aardlagen bevonden en er ook aardpek voorkwam. Het werd het volk ook duidelijk en begrijpelijk uitgelegd dat zich uit die aardlagen voortdurend onreine geesten losmaken en de mensen tot ontucht prikkelen; want zoals zich in de wijn ontuchtgeesten bevinden die het lichaam tot ontucht aandrijven als een mens er teveel van gedronken heeft, zo zijn die geesten ook in zwavel en aardpek aanwezig. Het volk werd ook verteld dat zich in zo'n omgeving vaak aardbevingen, bergbranden en veel zware onweersbuien voordoen, die vaak grote schade aanrichten, waarna gemakkelijk hongersnood en pest ontstaan; maar al die goede raad zelfs uit de mond van Jehova hielp niets. Omdat de omgeving verder erg weelderig begroeid en vruchtbaar was, gingen de mensen er toch wonen en binnen tweehonderd jaar waren er al, behalve Sodom en Gomorra, nog tien steden gebouwd. De mensen werden helemaal zinnelijk en begingen allerlei onbeschrijflijke ontucht en allerafschuwelijkste hoererij zelfs met dieren.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Als een mens tegen alle aanvechtingen van zijn zintuigen in, vrijwillig gehoor heeft gegeven aan de goede van buiten komende raadgevingen en vermaningen, en zijn leven daarnaar heeft ingericht, wordt de stille invloed van de goede geesten ook steeds krachtiger, die echter geen mens anders voelt en mag voelen dan dat dit door hemzelf gewild is. Als de invloed van het goede uit de hemelen door de eigen wil van de mens eenmaal zo krachtig is geworden dat de ziel daar helemaal in is overgegaan, wordt de ware goddelijke geest van de liefde in haar wakker, doordringt de ziel geheel, en dan pas is de ziel de eerste fase van haar vervolmaking ingegaan, is dan al onveranderlijk vrij en kan, ook al is zij nog in het lichaam, verschijningen en openbaringen van geesten en zelfs van de hoogste engelen ontvangen.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...