Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1346 resultaten - Pagina 31 van 90

...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...
[3] Ja, met de Samaritanen kan men goed praten en goed handelen, terwijl die toch ook volgens Mozes' leer leven! Ook met de Sadduceeën gaat het nog wel; maar met die aartsjoden, zoals de Farizeeën zich noemen, is helemaal niets te beginnen! Men telt voor hen alleen maar mee als men zich door hen altijd enorm heeft laten intimideren. Geef alles wat je hebt aan de Farizeeën en sterf dan voor hun vette deuren van de honger, dan ben je een waar Godskind en word je door de Farizeeën als een heilig en hooggeacht mens betiteld! Wee degene, bij wie ze ook maar een greintje verstand bespeuren, -die wordt dan altijd scheef aangekeken en zal bij deze afgunstigen nooit tot enig aanzien komen, tenzij hij hun een groot offer zou brengen en zich dan met zijn heldere verstand voor de laagste doeleinden tot voordeel van de Farizeeën liet gebruiken!
Hoofdstuk 102: Roclus belicht het Farizeeërdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Morgen nemen wij voor langere tijd afscheid en Ik zal over bijna een jaar deze streek weer bezoeken en met Mijn voeten betreden; maar omdat Ik hier zo'n grote overwinning heb bevochten en daarom een blijvend monument in de vorm van dit badhuis en de nieuwe haven heb opgericht, dat niet gemakkelijk ooit geheel verwoest zal worden -behalve in een tijd dat het geloof aan Mij zal verdwijnen en daarmee de liefde -, wil Ik dan ook nog iets doen. Dan echter, als geloof en liefde onder de mensen niet meer zullen bestaan, zullen hordes barbaren deze landen binnenvallen en alle gedenktekens verwoesten van deze grote tijd, die zich sinds Mozes tot aan Mij over deze landen heeft uitgebreid.
Hoofdstuk 107: Een voorspelling van de Heer over de toekomst: de volksverhuizing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Bezitten de Farizeeën soms niet de boeken van Mozes en de profeten nog volkomen zuiver en zonder dat er ook maar een lettergreep aan ontbreekt?! Maar wat brengt hen dat verder? Ondanks alles zijn het toch nog verscheurende wolven, die in schaapskleren rondlopen om des te meer verwoesting aan te richten op de vreedzame weiden der lammeren!
Hoofdstuk 124: Het wel goed weten, maar niet doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] En wat de oude 'Libanon' met zijn ceders betreft, daarmee is de Schrift bedoeld van Mozes tot aan deze tijden. Die bestaat nog wel, maar haar beelden zijn oud en voos geworden zoals de vroeger zo heerlijke ceders, Waaruit de oude tempel in Jeruzalem, vooral van binnen, is gebouwd, en van welk hout al veel eerder de wonderbaarlijke ark van het verbond is gebouwd.
Hoofdstuk 128: De geestelijke betekenis van de twee gelijkenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Hiermee hef Ik nu al het oude en ook de wet van Mozes op; Ik bedoel niet dat men deze voortaan geheel moet negeren - zeker niet -, maar alleen Voorzover deze wet tot nog toe een uiterlijke dwang was om zo en zo te handelen, waar aardse straffen op stonden; want op die manier was de wet een rechter die op ieders nek zat, en een blijvend gericht waar geen mens zich van kon bevrijden. Een mens die gebukt gaat onder de last van de wet, bevindt zich daardoor immers ook in een voortdurend gericht; en wie zich in een gericht bevindt, is geestelijk dood en vervloekt door de innerlijke, goddelijke levensvrijheid.
Hoofdstuk 132: De verlossing van het ceremoniële juk en de wet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Hier zegt ROCLUS: 'Ja Heer, hoe zit het dan met de politieke wetten van de staat, moet men zich daaraan houden? Men moet zich hier toch naar richten, ook al is men nog zo zeer heer over zichzelf geworden? Of kan men ook met deze wetten zo omgaan als met die van de grote profeet Mozes?"
Hoofdstuk 133: De houding van Gods kinderen tegenover politieke staatswetten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] De nog altijd aanwezige RAPHAËL zegt: 'Ja, daar heb je helemaal gelijk in! Jullie zijn zeer geholpen met deze raad; maar desondanks zal het mettertijd aan allerlei moeilijkheden en beproevingen niet ontbreken in , jullie instituut, en jullie zullen te allen tijde -onthoudt dit goed! -heel veel vrienden hebben, maar daarnaast ook steeds duizend maal zoveel vijanden die jullie te allen tijde zullen vervolgen, wat een getuigenis tegen henzelf zal zijn en ook voor het feit, dat de Heer Zelf op deze aarde door de blinde, slechte mensen voortdurend is vervolgd.
Hoofdstuk 144: Hoe de verhouding van de Essenen tegenover het priesterdom vervolg zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Onze onwetendheid, waar wij geen schuld aan hebben, kunt U als liefdevolle God, Heer en Meester, ons toch niet ten laste leggen? En ook al zou Uw eeuwig onmetelijke wijsheid iets bij ons vinden waar wij zelf schuld aan hebben, maar waar we echt niets aan kunnen doen, dan is immers Uw nog grotere onmetelijke liefde toch ruim voldoende in staat, om het weg te nemen! Ik en al mijn belangrijkste metgezellen hebben nu eenmaal al onze hoop op U gevestigd en vertrouwen er vast op, dat U ons dit keer uit deze vreselijke verlegenheid zult helpen; wij beloven U dan met heelons hart, dat wij er te allen tijde zorg voor zullen dragen om Uw heilige woord voor altijd zo zuiver te houden als wij het nu met de grootste dankbaarheid in ons hart van U vernomen hebben!"
Hoofdstuk 135: Te verwachten moeilijkheden in het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] ROCLUS zegt daarop: 'Wel, jij wijze, godgeleerde en allerwaarachtigste Farizeeër in de naam van Mozes en Aäron, hoe voel je je nu? Je zou nu zeker wel liever thuis zitten aan een rijke maaltijd, dan hier onder zulke luisterrijke voortekenen!Ja,ja, het is nu eenmaal niet anders: Als een mens niet tevreden is met hetgeen God hem geschonken heeft, dan moet hij zich wel schikken naar het lot en zijn streken!
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ongeveer duizend jaar geleden ontving Mozes op de berg Sinaï wetten uit de vurige hand van God, en daarna nog een groot aantal staatkundige levensvoorschriften. De eerste van deze wetten is heel belangrijk, namelijk: 'Gij zult alleen aan Mij, uw enige en enig ware God, geloven en geen vreemde goden naast Mij aanbidden en vereren; want Ik alleen ben uw God en uw Heer! ' De profeet (uit Nazareth) zegt echter, dat hij en niemand anders een ware zoon van God, en zelfs God Zelf, is, en hij beroept zich daarbij op de uitspraken van de profeten, die hij geheel willekeurig op zichzelf betrekt, en op zijn daden die daarvan getuigen.
Hoofdstuk 148: De Farizeeën bekennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Op de Sinaï heeftjehova ons onder bliksem en donder door Mozes en Aäron wetten gegeven; Hij heeft deze gesanctioneerd en zogezegd een eeuwig verbond met ons gesloten en ons ten strengste verplicht, trouw te blijven aan dit verbond. Hij, de Almachtige, beloofde ons de grootste voordelen voor het leven indien wij aan het verbond en de wet trouw zouden blijven, maar ook de grootste nadelen, als wij het verbond lichtzinnig zouden verbreken. Hij gaf ons echter ook het recht, onze tegenstanders te vuur en te zwaard te vervolgen, zoals ook Josua dat bij Jericho deed en later de grote koning David met de Filistijnen, waar zelfs op bevel van Jehova de kinderen in het moederlichaam niet gespaard mochten worden.
Hoofdstuk 148: De Farizeeën bekennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS zegt: 'Dat doe ik in het geheel niet; want dit keer heb je de volle waarheid gesproken, die anders niet licht aan de mond van een Farizeeër ontsnapt, en dat stemt me echt blij! Overigens moet ik, wat die door jou zo gevaarlijk genoemde profeet of zelfs zoon van God betreft, in de eerste plaats opmerken dat Hij bij jullie door boze tongen in opspraak gebracht moet zijn, en ten tweede openlijk bekennen dat ik de hoogst Achtenswaardige heel goed ken en je de verzekering kan geven, dat Hij een hoogst onschadelijk mens is, die zich alle moeite getroost Zijn medemensen tot heil te zijn, zelfs Zijn allerergste vijanden, die jullie kennelijk zijn, ondanks dat Hem al jullie listige bedriegerijen, waar noch een Mozes noch een Aäron ooit van gedroomd heeft, Hem maar al te bekend zijn.
Hoofdstuk 149: Cyrenius' getuigenis voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] O, Hij is een echte jood, maar alleen in de zuiverste en echte Mozaïsche betekenis! Maar waar is Mozes, en waar zijn jullie met je nieuwe, menselijke voorschriften? Hij is dus tegen het niet mozaïsche in jullie, maar niet tegen jullie zelf! Er zijn van het volk al zo veel verontrustende klachten bij mij gekomen over jullie snode handelingen en bedriegerijen, dat ik me werkelijk al enkele malen voorgenomen heb om gewapenderhand voor altijd een eind te maken aan jullie praktijken. Maar Hij heeft m.e daarvan weerhouden! Als Hij, die Zich van mijn hoogste en volste vriendschap bewust is, jullie vijand zou zijn, dan zou Hij er zeker de grootste vreugde aan beleven als Hij jullie door mijn hand binnen de kortste keren helemaal van het toneel van deze aarde had kunnen laten verwijderen; maar precies het tegendeel is het geval!
Hoofdstuk 149: Cyrenius' getuigenis voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En deze man vervolgen jullie zo jachtig en willen Hem geheel te gronde richten en vernietigen?! O, jullie onzinnige en blinde dwazen! Heeft Mozes dan niet over Zijn komst geprofeteerd en na hem bijna alle grote en kleine profeten, die jullie vaders in hun erbarmelijke domheid ook met stenen doodden, zoals jullie nu Hem ook zouden willen doen?! Hem, die als enige jullie kan en ook wil helpen, vervolgen jullie nu zelfs al met allerlei listen, noemen Hem een monster, spreken de ergste vloek over Hem uit en willen Hem dan ook nog doden?!
Hoofdstuk 149: Cyrenius' getuigenis voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Nu vraag ik jullie of ook een magiër daartoe in staat zou zijn, en of deze tekenen op zichzelf niet al grootser zijn dan die, welke in de tijd van Mozes in de woestijn plaats vonden! Wat ik jullie zeg is zo volkomen waar als ikzelf Cyrenius heet, en dit kan door vele honderden getuigen eveneens bevestigd worden; en degene die zulke werken verricht, noemen jullie in zekere zin een monster, jullie vervolgen Hem en willen Hem zelfs doden?! Daar is toch wel een nauwelijks te bevatten graad van de allerblindste domheid voor nodig!'
Hoofdstuk 149: Cyrenius' getuigenis voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...