Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6040 resultaten - Pagina 31 van 403

...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...
[6] En, vriend, in Mijn rijk dat gevuld is met alle hoogste zaligheden, zal datgene, wat je hier oneindig ver weg toeschijnt, op een zalig lichte wijze en heel snel komen! Nu kunnen jij en geen van Mijn leerlingen op de hoogte gebracht worden van alle hemelse wijsheid, -maar over enige jaren wanneer je gedoopt wordt met de heilige geest uit God, dan zal deze geest jou en alle anderen inwijden in alle hemelse wijsheid. Dan pas zul je alles heel duidelijk zien, wat nu nog donker en verward voor je moet zijn! -Maar bewaar hetgeen je nu geopenbaard is alleen voor jezelf en Iaat niemand daar iets van merken, want dat moet nog lang geheim blijven!"
Hoofdstuk 63: De terugkeer van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Ik hield zulke overleveringen meestal voor fabels, omdat ik zelf nooit iets dergelijks kon vaststellen, hoewel ik heel vaak de schachten van mijn bergen betreden heb, maar nu na deze welwillende verklaring van U is mij alles glashelder! Alleen dit ene kan ik, tenminste op dit moment, nog niet begrijpen: hoe de berggezellen, die toch eigenlijk geesten zijn, natuurlijk voedsel kunnen eten! Hoe eten en drinken deze toch wat griezelige wezens dan?"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Kijk, wat je nu zo bewogen heeft, was totaal verkeerd. De satan, die er iets van merkte dat je zijn geheim bezit, heeft je maar even aan de tand gevoeld, en meteen wilde je al met Mij beginnen te twisten! Bedenk nu eens of het wel rechtvaardig was wat je zei!?
Hoofdstuk 66: De dwaling van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De VROUW huilt van vreugde en dankbaarheid en zegt: "Heer, waarachtige meester, uit de hemel ons gegeven! Ik bezit veel; de helft wil ik meteen schenken aan de werkelijk armen, en de andere helft zal ik voor hen beheren, zodat zij bij mij altijd iets achter de hand zullen hebben. Want volgens mij is dat beter, omdat ik weet dat de armen een groter vermogen niet goed kunnen beheren, meestal te veel ineens uitgeven en in tijden van nood dan weer niets hebben!"
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Maar nog voordat de tijd voor het avondmaal komt, gaan we nog even naar de nieuwe, door Jaïrus gebouwde synagoge, en Jaïrus, zijn vrouw, zijn dochter, haar man Borus, Cyrenius, Cornelius, Faustus, Kisjonah, jouw vrouwen jouw kinderen zullen ons begeleiden. Daar moet je iets getoond worden, wat je zeer zal sterken in je geloof!"
Hoofdstuk 68: Een evangelie voor de welgestelden. In het schoolgebouw van Jaïrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Zeg maar niets meer, want nu zul je getuige zijn van nog grotere dingen! Maar laat je op het hart gebonden zijn dat je hierover tegen geen mens, zelfs niet tegen Mijn leerlingen, iets vertelt! Want voor hen is de tijd nog lang niet rijp; maar als de tijd daar is, dan zullen zij toch alles wel te weten komen. -Open nu echter de kist zodat wij zien in hoeverre de jongen al vergaan is!"
Hoofdstuk 70: De opwekking van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: "Heel goed, Mijn beste vriend! Maar Ik vraag je alleen dit, dat zowel jij als ieder die hiervan nu weet, het voor zich zou willen houden. Want zoiets is niet voor iedereen heilzaam als hij het zou weten, daar alle Egyptische en Perzische tovenaars niet zelden in verbinding staan met de geesten en kobolden en met hun hulp allerlei toverkunsten doen. Al dat soort toverij is een gruwel voor God, en wie deze uitoefent, voorwaar, die zal niet gemakkelijk in het rijk van God komen! Zulke tovenaars beletten de bovengenoemde geesten de ingang tot het vlees, en als zij sterven, worden zij de gevangenen van zulke onrijpe zielen en kunnen zeer moeilijk bevrijd worden, omdat ze voortdurend iets van de geaardheid van de onrijpe, naakte natuurzielen in zich opnemen. Ik zeg jullie: Een tovenaar zij vervloekt! Want men heeft nog nooit meegemaakt, dat een echte tovenaar met zijn toverij, ook maar ten halve, een goed doel gediend zou hebben! Overal druipt er duimendik de grofste heb- en winzucht vanaf, en ook de brutaalste heerszucht, en zulke geesten moeten in de diepste hel hun deemoedigende loon krijgen!"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Alle AANWEZIGEN aan Mijn tafel zeggen: "Heer, dat is zeker en waar! U moest maken dat de hele wereld er ook zo over dacht en zo deed, dan zou het er in de wereld anders uitzien dan nu! Wij, die hier om U heen verzameld zijn, hebben het nu natuurlijk gemakkelijk, omdat wij U als de grondslag van al het zijn en alle verschijnselen bij de hand hebben. Maar vele honderdduizend maal duizenden, die het onschatbaar grote geluk niet hebben om in Uw allerheiligste gezelschap te zijn en uit Uw mond de woorden des levens te horen, gaat het niet zoals ons! Die verlangen zeker ook net als wij naar Degene, waarvan de gehele schepping maar al te zeer getuigt, maar hun verlangende blikken naar de sterren ontdekken U nooit, en hun grote verlangen wordt nooit bevredigd. Is het dan een wonder, dat bij zulke mensen de miraculeuze tovenaars en de tekenen en hun uitleggers maar al te gemakkelijk gehoor vinden, omdat ze de naar goddelijke zaken verlangende mensen iets aanbieden, dat, ook al is het niet echt, toch in ieder geval een op God gelijkend tintje heeft!?"
Hoofdstuk 65: Over tovenaars en waarzeggers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Want als God alle kinderen, die reeds in hun jeugd geest en talent vertonen, van de wereld weg zou nemen, dan zouden jullie allemaal, die nu hier bij Mij zijn, al in de aarde vergaan zijn! Maar omdat jullie nog behoorlijk op leeftijd hier zijn, is je verwijt aan God niet terecht! Want jullie waren in je jeugd ook geestelijk veelbelovend, jullie waren ook kinderen van in ieder opzicht zeer vermogende ouders, en toch heeft God jullie laten leven, terwijl Hij elders bij de heidenen vele duizenden kinderen door dysenterie en veel andere kwaadaardige ziekten van de aarde heeft weggenomen. En daarover hebben die arme ouders net zoveel leed gedragen als de ouders van deze jongen, die nog leven en in plaats van hem, drie arme kinderen hebben opgenomen. Deze drie kinderen zijn nu heel waardige opvolgers van dit ene kind, dat in de loop van de tijd vanwege zijn aanzienlijke talenten te veel vertroeteld en verwekelijkt zou zijn geworden door zijn ouders, die hem meer liefhadden dan God. Hij zou tenslotte in het geheel niet voldaan hebben aan de hooggespannen verwachtingen van zijn ouders, want hij zou slechts een ingebeelde, trotse en eigenzinnige sukkel geworden zijn, waar geen hogepriester iets mee had kunnen doen!
Hoofdstuk 69: Nogmaals in de grafkelder van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Maar als de Mensenzoon de macht heeft om ook zulke lichamen op te wekken en in het leven terug te roepen, en ook allen, die sinds Adam geheel vergaan in de aarde rusten, is dat dan ook een schrikbeeld voor de aardse mensen? Kan de dood nog iets vreselijks zijn, als hij een Meester heeft gekregen? Opdat jullie echter allen, hier aanwezig, zien dat Ik als Mensenzoon op deze aarde volkomen macht heb ook zulke lichamen in het leven terug te roepen en ze een nieuw en onsterfelijk leven te geven, zal juist déze knaap voor jullie daarvan een getuige worden!"
Hoofdstuk 70: De opwekking van Josoë. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Buiten zegt CYRENIUS tegen Mij: "Heer, als zoiets in Rome gebeuren zou, dan zouden zelfs de stenen voor U neervallen en U hardop aanbidden; en wij gedragen ons alsof hier iets heel normaals voorgevallen is! Heer, heb toch geduld met ofwel onze zwakheid of onze domheid!"
Hoofdstuk 72: Het echte dienen van God. In Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Als, zoals Salomo sprak, de hemelen en aarden al te klein zijn om de majesteit van God te bevatten, wat moet je dan met een armzalig stenen huis van gehouwen of gebakken stenen, terwijl immers de gehele aarde evenals de gehele oneindigheid door God is geschapen?!
Hoofdstuk 72: Het echte dienen van God. In Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar JAÏRUS zei tegen hem: "Beste neef, je moet nu niet zo gulzig eten, want het kan best zijn dat je in zekere zin nieuw geschapen maag toch nog niet in staat zou zijn om een grote hoeveelheid van deze aardse spijzen te verdragen!"
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] De leerlingen vroegen inlichtingen over de jongen, en wisten niet wat ze van hem moesten denken. Nu eens vroegen ze de jongen, dan weer Jaïrus, dan weer de beide jongemannen die ook bij ons aan de hoofdtafel zaten, wat er toch met deze jongen aan de hand was. Daar moest toch wel iets heel bijzonders achter steken, want zij wisten maar al te goed dat de Heer Zich nooit meer dan nodig met heel gewone jongens bemoeide. Maar het vragen van de leerlingen had hier geen resultaat, omdat niemand hen een bevredigend antwoord gaf.
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] THOMAS, de leerling die Judas Iskariot nog steeds scherp in de gaten hield, zei: "Wel, ben je het eindelijk weer eens niet met iets eens? Het verwondert mij al erg dat je de Heer niet allang verweten hebt dat Hij de zon zo ver van de aarde heeft geplaatst, zodat je je potten in haar zeer hete nabijheid niet goedkoper kunt drogen dan bij het gebruikelijke houtvuur!
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...