Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 31 van 1037

...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...
[5] Na deze verkiezing, vroegen de twaalf gekozen leerlingen Mij, waar ze dan nu dadelijk naar toe moesten, hoe ze moesten handelen en waarover ze in hoofdzaak moesten spreken.
Hoofdstuk 134: Roeping van de twaalfapostelen. (21/26.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Daarom staat zowel in de Hebreeuwse als in de Griekse bijbels vooraan altijd de aantekening: 'evangelie naar Matthéus', 'naar Johannes', enz.
Hoofdstuk 134: Roeping van de twaalfapostelen. (21/26.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] De beide evangeliën naar Matthéus en Johannes zijn op enkele kleinigheden na het zuiverste.
Hoofdstuk 134: Roeping van de twaalfapostelen. (21/26.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Deze ingelaste verklaring was nodig om het volgende gemakkelijker en grondiger te kunnen begrijpen. En omdat voorlopig geen twijfel daarover kan bestaan, kunnen we nu weer welgemoed terugkeren naar de hoofdzaak.
Hoofdstuk 134: Roeping van de twaalfapostelen. (21/26.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Matthéus, de tollenaar, was de enige die een beetje meer moed had, en hij gaf als commentaar bij alle bedenkingen die de twaalf naar voren brachten: ' Ach wat, ik ben een Griek; mij kunnen ze niet zo makkelijk iets maken! Daarbij ben ik niet op mijn mondje gevallen en ik heb twee sterke armen aan mijn lijf en kan bovendien duidelijk aantonen dat ik Romeins burger ben waarnaar geen brutale Jood een vinger durft uit te steken. Zo zal ik in ieder geval in het openbaar wel van ze afkomen. Maar voor geheime en verraderlijke vervolgingen zal de almachtige geest van onze Heer en Meester mij beschermen, en dus heb ik zelfs tegen de sluwste vijanden een groot aantal uitmuntende wapens, en ik ben daarom voor de hele hel niet bang! Jullie zijn voor het grootste deel Galileeërs, ofwel vijanden van de tempel, en meer Grieks dan Joods, en de Romeinen zijn jullie vrienden; wat hebben jullie onder die omstandigheden dan te vrezen? We moeten trouwens moedig zijn als het gaat om de verwezenlijking van zaken die zo eindeloos groot en heilig zijn! Ook al valt de aarde tot één grote puinhoop in elkaar, dan moet de juiste man toch met doodsverachting op de resten staande blijven en niet beven als een rietstengel! -Maar ik zou ook graag een complete en volledige instructie voor dit grote en heilige werk willen krijgen; want we moeten goed weten wat we zullen moeten doen en zeggen!'
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Bij de eerste zendingstocht zullen jullie weliswaar niet alles meemaken wat Ik je nu ga zeggen; maar nadat Ik in levende lijve van deze aarde naar Mijn hemelen opgevaren zal zijn om eeuwige woningen voor jullie klaar te maken in het huis van de Vader, zullen jullie alles meemaken wat Ik je nu als één geheel voor nu en voor de hele toekomst zal openbaren. Let daarom goed op en begrijp, wat voor nu en wat voor later bedoeld is!
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ga niet met geweld te werk en vermijd de volken, die als te woest bekend staan; want aan honden en varkens moet je het evangelie van het Rijk van God niet verkondigen. Want een varken blijft een varken, en de hond keert altijd gulzig naar zijn braaksel terug. Dat bedoel Ik als Ik jullie aanraad om je niet op de heidense wegen te begeven.
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ga ook niet naar de steden van de Samaritanen! Waarom? Daar heb Ik reeds in jullie bijzijn een apostel naast jullie aangesteld, en ten eerste hebben ze jullie niet nodig en ten tweede zouden de Joden nog meer moeite hebben om jullie te accepteren als ze hoorden dat jullie met hun ergste vijanden samen gaan. (Matth. 10:5) Maar ga wel overal moedig naar de verdoolde schapen van het huis Israël! (Matth. 10:6)
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Als je naar hen toegaat, leg het hun dan uit en toon hun op een begrijpelijke manier hoe dicht het hemelrijk nu bij hen gekomen is! (Matth. 10:7) En als ze naar je zullen luisteren en je prediking zullen aanvaarden, maak dan hun zieken gezond, reinig de melaatsen, wek hun doden op - afhankelijk van wat de Geest je zal ingeven -lichamelijk, maar altijd en vóór alles geestelijk!
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Maar nu vroeg Judas: 'Heer, dat zal allemaal wel in orde zijn, en we zullen bij de boeren zeker zonder geld wel verzorgd worden; maar we zullen toch ook wel naar de steden en markten moeten gaan, waar de gastvrijheid van vroeger allang verdwenen is! Hoe kunnen we daar zonder geld in leven blijven of iets doen?'
Hoofdstuk 136: De tegenwerpingen van Judas. (1.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] En als de bewoner van een huis je niet zal aannemen of niet wil luisteren naar wat je zegt, ga dan direct uit zo'n huis, en zo nodig ook uit zo'n stad en schud zelfs het aan je voeten klevende stof af, als een belangrijk getuigenis over haar dat eens gebruikt zal worden! (Matth. 10: 14) Want het is de waarheid als Ik je zeg, dat het bij het jongste gericht voor het land van Sodom en Gomorra draaglijker zal zijn in de andere wereld, dan voor zo'n stad! (Matth. 10:15)
Hoofdstuk 136: De tegenwerpingen van Judas. (1.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Want het aardse leven geeft de geest geen leven en ook geen vrijheid, maar de dood; de aardse dood is echter de overgang van de geest naar het eeuwige leven en de daarbij behorende ware eeuwige vrijheid.
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ga naar Egypte en onderzoek hoeveel beter de volken geworden zijn door de zeven plagen! Wat heeft Mozes niet allemaal gedaan; wat deden niet al de profeten?!
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Later, als Ik weer naar de hemelen ben opgevaren om eeuwige;: woningen voor jullie gereed te maken in het huis van de Vader, zal men jullie ter wille van Mijn naam wel voor vorsten en koningen sleuren tot een getuigenis over hen en over de heidenen (Matth. 10:18), opdat daardoor ook vervuld wordt, wat Jesaja, Mijn profeet, voor alle tijden en voor Mijn nu op te richten Rijk op aarde over de domme koningen voorspeld heeft, toen hij zei (Jesaja 32:6-20):
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Verhef u echter, trotse vrouwen, en luister naar mijn stem! Gij dochters die zo zeker van jezelf bent, spits je oren voor wat ik zeg! In een jaar en een dag zullen jullie, die zo zeker van jezelf bent, sidderen; want als er geen wijnoogst is, dan wordt er ook geen wijn gelezen. Schrik op, jullie trotse vrouwen! Want het is de hoogste tijd, om de lendenen te ontbloten en aan te gorden!
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...