Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1160 resultaten - Pagina 31 van 78

...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...
[7] Als de spijzen eenmaal hun belangrijke deel aan het lichaam, de zenuwen en de ziel hebben afgegeven, wordt het in feite onzuivere deel van de materie, die je tot je hebt genomen om je lichaam in leven te houden, via de twee natuurlijke uitgangen uit het lichaam verwijderd.Als een mens echter in ieder opzicht een zwelger is geworden en zijn buik tot afgod heeft gemaakt, dan kan het tot zich genomen voedsel alsook de teveel in de maag gegoten wijn niet meer volledig afgescheiden worden in de twee magen, die Ik je heb uitgelegd. Daardoor komen er nog veel delen -die het lichaam, de zenuwen en de ziel in leven moeten houden maar die niet aan het voedsel onttrokken zijn -in de grote buik en de darmen terecht en voor een ander deel via de lever en de milt in de urineblaas; daar veroorzaken ze opnieuw gistingen, waaruit zich mettertijd allerlei ziekten voor het lichaam ontwikkelen en die de ziel traag, afgestompt en gevoelloos maken.
Hoofdstuk 209: Het voedingsproces in het menselijke lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Ik zei tegen hem: ' Als je dat kunt begrijpen, Mijn beste vriend, zul je ook wel inzien dat het voor Mij evenzeer mogelijk moet zijn om een wat te klein uitgevallen gebraden lam op onze tafel te vermeerderen en groter te maken op dezelfde manier als Ik in de loop van zeer lange tijden uit die ene, buiten gewoon grote oerzon de talloze zonnen en hemellichamen in een zichtbaar bestaan heb kunnen brengen en ze al naargelang hun hoedanigheid krachtig en actief op hun plaatsen heb opgesteld.
Hoofdstuk 211: De Heer als almachtige Schepper - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] In de eerste plaats toont hem dat jouw ver reikende uiterlijke levenssfeer, die hij door zijn sterke speurzin heel goed als die van jou herkent, hoewel die door talloze andere doorkruist wordt. En in de tweede plaats: wat drijft hem vervolgens naar jou toe? Niets anders dan zijn instinctmatige liefde en trouw voor jou. Dat hij zich echter niet in de weg vergist en heel goed weet of hij steeds dichter bij jou komt, dat weet hij door het steeds minder dicht of steeds dichter worden van jouw uitwendige levenssfeer, die jij in zekere zin uitstraalt.
Hoofdstuk 226: Een ochtendgroet van de kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Rafaël zei: 'Dat wil ik heel graag, en ik zal het in heel kort bestek doen. Kijk, als jullie een lam of een geit, een kalf of een os slachten, halen jullie de ingewanden eruit - dat wil zeggen de maag, de darmen en de urineblaas -, maken alle delen op jullie manier schoon en blazen ze dan op, zodat ze zowel van binnen als van buiten droog worden! De grootste van deze holle organen gebruiken jullie als kleinere wijnzakken en buidels, en de kleinste gebruiken jullie ook om allerlei zaden en nog andere kleine dingen in te bewaren.
Hoofdstuk 227: Over de uiterlijke levenssfeer (de aura) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] 'Dat is precies wat ik wil vermijden', zei de Farizeeër, 'want ik heb wel gemerkt dat hij al jouw weinig hoffelijke woorden, die jij over het joodse volk en zijn leraren ten beste gaf, volkomen leek te delen - hij heeft je althans op geen enkele manier tegengesproken, maar veeleer herhaaldelijk ingestemd, zoals wij aan enkele opmerkingen die wij opgevangen hebben wel hebben gehoord. Desondanks hadden wij het idee dat er uit zijn woorden een schat aan verborgen wijsheid oplichtte, die ons tot de vraag brengt wie en wat hij is, of hij die bewuste Galileeër wellicht zelf kent, hem gezien heeft of zelfs een leerling van hem is.
Hoofdstuk 2: De bedoeling van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Maar je sloeg geen acht op de waarschuwing; want jouw kracht schiep talloze wezens vanuit jezelf, en zij volgden jou en werden machtig, omdat Ik de nieuw geschapenen, die een deel van jou waren, niet wilde vernietigen. Steeds machtiger groeide die schare aan, en zij maakten jou tot hun god. Toen zondigde je nogmaals en zei: 'Ik ben God; want nergens zie ik de kracht die iets schept! ' - Dwaas, alsof het eindige het Oneindige ooit zou kunnen zien en begrijpen!
Hoofdstuk 16: De Heer en Lucifer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[24] Een ziel is samengesteld uit talloze deeltjes, waarvan ieder deeltje overeenkomt met een uit Mij ontspringend idee, en kan, wanneer zij haar uiteindelijke vorm en hoedanigheid heeft aangenomen, niet meer anders worden dan zij is, omdat zij dan overeenkomt met het karakter dat ze heeft gekregen. Wanneer een kristal uitgekristalliseerd is, kan zijn eigenlijke hoedanigheid niet meer veranderd worden, en het kristalliseert als romboëder, hexaëder, octaëder enzovoort, al naargelang de vorm overeenkomt met zijn karakter, dat wil zeggen hoedanig de deeltjes om zijn levenscentrum samengevoegd zijn.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Nadat de knecht Mij had ontmoet, ging hij ijlings naar het huis, dat niet meer ver weg lag, om de zusters Mijn komst mede te delen. Die werden, zoals destijds de gewoonte was, dagenlang door een grote kring van vrienden en bekenden bezocht, om hen te troosten en zo de pijnlijke scheiding en hun eenzaamheid te verlichten; want rouwende vrouwen mochten de eerste tijd hun huis helemaal niet verlaten; het fatsoen van die tijd vereiste, dat zij zo zichtbaar mogelijk geheel in rouw leefden, wat ook door veel geweeklaag merkbaar moest zijn.
Hoofdstuk 34: De aankomst in Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Lazarus, die zich intussen met spijs en drank had gesterkt en nu frisser en monterder was dan ooit tevoren, gaf opdracht tot een groot feestmaal, dat naar Joods gebruik bij geen enkele blijde gelegenheid mocht ontbreken. Hij nodigde Mij uit om het met de zijnen te willen delen en vroeg of hij ook zijn buren mocht uitnodigen, die nog niet aanwezig waren. Dat stond Ik hem graag toe; want het stemde overeen met Mijn wil dat deze daad in de wijdste kringen bekend zou raken, omdat nu begonnen zou worden aan de laatste en grootste visvangst voor Mijn rijk.
Hoofdstuk 37: De bekering van veeljoden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Dat verliep niet op ongewone wijze, zodat daarover niets bijzonders mee te delen valt. Alleen dient vermeld te worden dat niet Mijn naaste leerlingen, de twaalf apostelen, de rol vervulden van het onderrichten en beleren van de vele joden, die door nieuwsgierigheid werden gedreven, maar dat de andere leerlingen en aanhangers dat deden, die Mij al lange tijd volgden en eveneens goed onderricht waren in Mijn leer.
Hoofdstuk 41: De tempeldienaren smeden boze plannen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Er is dus meer dan woord en geschrift kunnen overbrengen, en laat niemand dus geloven dat een zeer hoog ontwikkelde schrijftaal of een hoog ontwikkeld redenaarstalent het geweldigs te is wat de ziel van de mens kan voortbrengen; want dat zijn maar heel zwakke uitvloeisels van het innerlijke streven van de geest om de ziel te laten delen in wat er in de geest uiterst volmaakt verborgen ligt. Laat niemand dus geloven dat hij iets bijzonders presteert, als hij als een meester wordt beschouwd in deze uiterlijke communicatie. Hij is maar een armzalige stumper vergeleken bij de rijke inhoud van de innerlijke meester, die zijn gaven niet naar buiten toe ontplooit.
Hoofdstuk 53: Geestelijk schouwen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] De tempeldienaren kregen snel de opdracht om de verkopers in de voorhoven van de tempel, die weer in groten getale waren gekomen, Mijn komst mee te delen, opdat een ergerlijke scène, zoals Ik hun die al eens had bezorgd, vermeden zou worden. Maar die voorzorg kwam te laat, want nauwelijks hadden de geldwisselaars en allerlei verschillende verkopers, waakzaam geworden door het geschreeuw buiten de muren, gehoord wat er aan de hand was, of ze pakten, met Mijn vroegere daad nog goed in hun geheugen, heel snel hun spullen bij elkaar en verlieten bijna vluchtend met hun koopwaren het gebouw.
Hoofdstuk 67: Jezus in de tempel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] De leerlingen, die geschokt waren door die uitspraak, die hun duister voorkwam, bestormden Mij met vragen hoe Ik dat bedoelde en wie Mij zou kunnen verraden. (Joh. 13:22) Ik weigerde echter ieder antwoord en begon de stukken brood uit te delen, terwijl Ik tegen ieder van hen al naargelang zijn karakter nog een vermaning sprak. Petrus, die een van de eersten was, was het meest terneergeslagen door Mijn uitspraak; hij wenkte Johannes, die het dichtst bij Mij zat, dat hij zou vragen wie degene was die Ik bedoelde. (Joh. 13:23-24)
Hoofdstuk 71: Het paaslam. De voetwassing. Judas verraadt de Heer. Het avondmaal van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[36] Deze liefde zal vele vruchten voortbrengen en zal zich verheffen tot het licht van de genade en zal met onafgewende blik de onmetelijke diepten van de Godheid zien net als de polen, die in de oneindige ruimten van de scheppingen van Gods liefde kijken en met wijd open ogen de tedere stralen in zich opzuigen uit alle niet te meten oneindige ruimten, waarin de talloze wezens van de erbarming rondcirkelen, ieder op zijn eigen wijze, en daardoor van verrukking en zalige vreugde in hun liefde tot de liefde en voor de liefde ontbranden en als een zon zelf lichtend worden zoals het licht van de polen van de aarde.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[35] En zie, je moet nog dieper schouwen, hoe en waarom Ik alles zo geregeld heb! Zie, de maan heeft vlekken en vele donkere plekken en de aarde heeft koude, maar vaste polen en heeft hoge bergen en heeft diepe dalen en heeft bronnen, beken, rivieren, stromen, zeeën en kleine en grote meren; en de zon heeft vlekken, grote en kleine. Nu zie, dit alles zijn uitwerkingen van de liefde en van de genade, ofwel van de daarmee overeenkomende warmte en van het licht, hetgeen allemaal de eeuwige Liefde is en de macht van de Godheid door Haar. Kijk daarom naar de zwakken en naar de maan, hoe zij op elkaar lijken en haar wezen wordt je verklaard; overdenk al het doen en laten van de sterken en voor je ogen zal de aarde ontsluierd liggen; en van de ene pool tot aan de andere moet de onbeweeglijke rust van de geest in de liefde tot de liefde aanwezig zijn, zodat alles wat de geest omringt in een vaste ordening kan bewegen en daardoor voor het gemeenschappelijke doel van de eeuwige instandhouding bezig kan zijn. Want zie, alles hangt van rust af; zonder deze kan niets bereikt worden en wie niet is als de polen van de aarde, die dringt niet door tot in zijn binnenste, zoals de verbindingslijn tussen de polen het middelpunt van de aarde doorsnijdt. En je liefde moet koud zijn als het ijs op de polen, zodat je in staat bent alle warmte van de goddelijke liefde op te nemen. Want zie, wat warm is, is niet geschikt voor het opnemen van warmte; maar wat koud is in zijn rust, dat is in staat warmte in overvloed op te nemen en het uit te laten stromen in alle delen van het leven. Want zie, wie de warmte, die Gods liefde is, in zich opneemt en die in zich vasthoudt en haar niet verder laat stromen, is een vrek en zijn binnenste zal opgelost worden en hij zal zichzelf vernietigen als het ijs bij het vuur; wie haar echter ontvangt zoals de polen en haar meteen weer doorgeeft aan allen die dichtbij en veraf zijn, bij hem is de goddelijke liefde op de juiste plaats en hij beantwoordt aan de wil van de grote en heilige Gever.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44  ...