Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6179 resultaten - Pagina 32 van 412

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[23] Maar ik zei ook tegen hem wat Ik tegen de leerlingen gezegd had en dat was voldoende voor hem en hij ging ook op een vaste en tamelijk vlakke rots zitten.
Hoofdstuk 131: Op de bergtop van de Morgenkop. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Zie je, dat deed de geest in de mens! Op dat moment heb Ik de menselijke geesten gewekt, en die droegen hun vleselijke omhulsels naar hier op deze top. Maar omdat hun geesten nog niet gewend zijn aan dit werk, gingen ze, toen Ik hen wat losliet, weer in hun lichaam slapen, en de ziel van het lichaam werd met angst vervuld. Als de geest in hun hart echter wakker gebleven was, zouden zij geen angst hebben, want de geest zelf zou dan de ziel met een lichtend vertrouwen vervuld hebben en hen in het hart de vaste overtuiging gegeven hebben dat de hele natuur hem moet gehoorzamen! Maar omdat dat vanwege de oude wereld, waarvan hun zielen nog een deel in zich hebben, niet duurzaam plaats kon vinden, overvalt hun zielen ook nog steeds iets van de wereldse angst die jij hier bij hen tegenkomt.
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Daarom moeten de mensen zich ook steeds zo weinig mogelijk zorgen maken over wereldse zaken, maar alleen zorgen dat hun ziel één wordt met de geest en niet met het vlees! Want wat baat het de mens als hij voor zijn vlees de gehele wereld zou winnen, maar daardoor zijn ziel zwaar zou schaden? Want ook deze hele wereld, die wij nu tamelijk ver kunnen overzien met al haar op luchtkastelen gelijkende vluchtige luister , zal vergaan en deze hele hemel met haar sterren ook op haar tijd, maar de geest zal eeuwig blijven, net als elk van Mijn woorden.
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "Mijn lieve Jarah, je moet veel meer met je hart naar boven kijken dan met de ogen die in je hoofd zitten, dan zul je al gauw in het heerlijkste licht wonderen zien! Probeer het maar eens, dan kun je je meteen ervan overtuigen dat ik altijd gelijk heb en de volle waarheid spreek!"
Hoofdstuk 133: De weg tussen hemel en aarde.(19.2.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Na Mijn instructie heft Jarah nu meer haar hart omhoog dan haar ogen, en zie, meteen openen zich alle hemelen, en talloze scharen engelen Gods zweven in het heerlijkste licht naar beneden naar de aarde en zingen: "Gij hemelen bedauw de rechtvaardigen op deze aarde met alle genade! Want heilig is Hij, die haar betrad tot heil van degenen die gevallen zijn nog voor er in de diepe oneindigheid een zon gloeide in het genadelicht van God!
Hoofdstuk 133: De weg tussen hemel en aarde.(19.2.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Maar kindje, heb Ik je niet net uitgelegd wat vrees is? Kijk, je mag nu dus niet bang zijn, anders zou Ik moeten denken dat er in jouw hart ook nog iets werelds woont. Je bent nota bene bij de Heer, voor wiens naam al deze wezens hun knie buigen, waarvoor moet je dan bang zijn?"
Hoofdstuk 134: De opheffing van de zee van Galiléa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Na deze woorden wenkte zij meteen de eerste de beste ENGEL, en deze kwam ogenblikkelijk zwevend naar haar toe en vroeg haar met een heel vriendelijke en liefdevolle stem: " Jarah, heerlijke dochter van mijn God, mijn eeuwige Heer, wat wenst jouw lieve zuivere hart van mij!"
Hoofdstuk 134: De opheffing van de zee van Galiléa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[23] IK zeg: "Dat is een heel goed en heel juist antwoord, maar in je eigen hart zul je mettertijd ook wel vinden hoe God zulke dingen kan. - Hoe bevalt de engel je overigens?"
Hoofdstuk 134: De opheffing van de zee van Galiléa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Maar ben Ik dan, zoals je Mij hier ziet, soms mooier dan deze engelen? Kijk, Mijn ruwe werkhanden, Mijn door de zon tamelijk donker gebruinde huid en Mijn leeftijd, zijn toch echt niet zo aantrekkelijk, terwijl deze engel alles heeft wat de hemelen maar mooi willen en kunnen noemen!"
Hoofdstuk 135: Jarah's bewijs van liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] JARAH zegt: "Heer, het uiterlijk telt niet voor mij als het innerlijk niet volledig op Uw hart lijkt, want U alleen bent de Heer!"
Hoofdstuk 135: Jarah's bewijs van liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Na deze woorden begint de kleine te huilen en zegt zachtjes snikkend: "En zo zal het ook zijn! Ik heb mij met mijn liefde te ver gewaagd en bedacht in mijn naïviteit niet, wie Degene is, die mijn hart zo in beroering heeft gebracht. Daarom wijst Uw te heilige liefde mijn nog veel te onheilige liefde heel zacht af en geeft mij een engel, die mijn hart eerst moet reinigen en moet opvoeden voor een heiliger liefde. Het doet mij geweldig pijn, maar ik weet dat U alleen Heer bent, en dus wil ik echt alles dragen wat U mij wilt opleggen."
Hoofdstuk 135: Jarah's bewijs van liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "O Mijn lief, wat maak je jouw liefde nodeloze verwijten! Wie mij niet net eender liefheeft als jij en ook maar iets ter wereld meer liefheeft dan Mij, is Mijn liefde niet waard. Maar jij met jouw hart dat zich door alle engelen des hemels niet van Mij af laat keren, hebt Mij, jouw God en Heer, zelfs in gelijke mate lief als de engelen des hemels en daarom ben je allang zelf een prachtige engel, die Ik Zelf bijzonder liefheb! Kom aan Mijn hart en haal daaruit de volledige schadeloosstelling voor deze kleine test!"
Hoofdstuk 135: Jarah's bewijs van liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Dan zegt de ENGEL: "O zaligheid aller zaligheden! Wat betekenen alle hemelen bij de aanblik van zo'n liefde?! Wij volmaakte geesten hebben weliswaar al zo eindeloos veel zaligheden genoten, dat het getal daarvan door geen tong meer uitgesproken zou kunnen worden, maar al die talloze genoten hoogste verrukkingen zijn niets vergeléken bij deze, waar U, o heilige Vader, Uw kind in Uw armen neemt en het.met zichtbare opperste liefde aan Uw heilige hart drukt! oh, wat voor onuitsprekelijke verrukking moet dit kind nu gewaarworden!?"
Hoofdstuk 135: Jarah's bewijs van liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] JARAH zegt: "Heer, mijn liefde en Mijn leven. Uit die twee levens elementen zijn ook de mensen samengesteld en toch kan ik ze niet zo boven alles liefhebben als U! Ja, ik houd zeker van alle mensen en het meest van de behoeftigen, en zover mijn geringe krachten reiken doe ik altijd alles om de armen hulp te verschaffen, maar toch kan ik ze niet zo liefhebben als U. En ook houd ik van deze lieve engel, maar toch behoort mijn hart en mijn leven aan U! Slechts wanneer U, o Heer, mijn zuivere liefde voor U hard af zou wijzen, dan zou ik echt heel bedroefd worden, maar ik zou denken: Hij, de Reinste, de Heiligste heeft jouw misschien nog veel te onreine liefde voor Zich niet waardig gevonden en heeft haar daarom afgewezen!"
Hoofdstuk 135: Jarah's bewijs van liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zeg: "En toch zou geen aards vuur je nog kunnen branden of vernietigen, want je bent zelf al gevuld met het sterkste en machtigste vuur! Ook stenen en water zouden je nooit kwaad kunnen doen, want jouw vastheid van wil binnen Mijn orde is harder dan een diamant en jouw hart is zachter dan alle wateren van de hemelen! Kortom je hebt al een plaats in Mijn hart veroverd, en Ik geef je daarom de vrijheid om de engelen iets te zeggen wat zij moeten uitvoeren, en zij zullen het uitvoeren alsof Ik het Zelf opgedragen zou hebben. Bedenk nu dus een opdracht en geef die aan de engel, die al heel verlangend wacht om van jouw hart een opdracht te krijgen. Wens maar iets, en alles zal ogenblikkelijk ten uitvoer gebracht worden!"
Hoofdstuk 135: Jarah's bewijs van liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...