Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

644 resultaten - Pagina 32 van 43

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43
[10] Daarom is deze plaats heel doelmatig voor onze man. De vochtige bodem is geschikt om zijn zelfzuchtige vuur te doven en de tamelijk grote duisternis zal ook heel heilzaam zijn voor zijn ogen die aan de dichte duisternis gewend waren. Een plotseling sterk licht zou even funest voor hem zijn als de felle zonnestralen voor de ogen van een pasgeboren kind. Bovendien komt zijn hele hebben en houden hier ook precies overeen met de renteberekening van het kapitaal, dat hij als christen uit geloof en liefde voor de Heer aan de echte armen heeft gegeven. Jullie moeten daaronder niet verstaan de jullie al bekende legaten die hij vóór zijn overgang van de aarde naar het geestenrijk had opgesteld, maar alleen de giften die hij als gelovige christen helemaal in het geheim vanuit zijn eigen gevoel van medelijden aan de armen heeft verstrekt. Dat kapitaal kan echter alles bij elkaar nauwelijks iets meer dan zo'n tweehonderd gulden in zilvermunten hebben bedragen. Wanneer jullie dit kapitaal, dat hij eigenlijk uit liefde tot de Heer aan de armen heeft gegeven, vergelijken niet liet grote kapitaal dat hij de zijnen naliet, dan rillen jullie ook de mathematisch juiste vergelijking vinden tussen zijn eigenliefde en zijn liefde voor de Heer.
Hoofdstuk 40: Waar bevinden de heidenen zich aan gene zijde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Jullie vragen, wie zijn eigenlijk deze zalige geesten die dit paleis bewonen en waar komen ze vandaan? Het zijn geesten ten dele van arme, en ten dele ook van rijke families op aarde, die mettertijd vanuit de jullie reeds bekende avond hier zijn aangekomen. Een gedeelte van hen is echter ook hier ten gevolge van hun op het geloof aan de Heer gebaseerde streng geregelde en rechtschapen levenswijze op aarde. Verder dieper in de middag zouden jullie ook zalige heidense geesten aantreffen die op aarde trouw volgens hun geloof hebben geleefd en in de geestenwereld het geloof in de Heer bereidwillig hebben aangenomen.
Hoofdstuk 44: Schoonheid en pracht van de middag. Onderricht over het wezen van liefde en wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Welnu, precies zo is geestelijk de zogenaamde geslachtsdaad geaard. Het is een elkaar vastgrijpen van twee innig verwante geestelijke potenties en het gevolg daarvan stemt dan ook overeen met de jullie bekende handeling die we zojuist hebben besproken. Nu zeggen jullie wel dat het allemaal duidelijk is, maar jullie vragen nog op welke manier deze handeling hier wordt verricht. Ik zeg jullie: zo'n handeling wordt op dezelfde manier verricht als bij echtelieden maar er is daarbij van een of andere vorm van zinnelijkheid geen enkel spoor te bekennen.
Hoofdstuk 45: De overeenstemmende betekenis van eten en drinken van de hemelse geesten. Het hemelse huwelijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, met de ons reeds bekende manier van snelreizen zijn we ook al ter plaatse. Daar juist voor ons staat al zo'n huisje. Ziet het er niet bijna uit zoals bij jullie op aarde een echt lieflijk alpenhuisje in Zwitserland? Jullie zeggen: ja inderdaad, zo ziet het er werkelijk uit. Er is weliswaar een groot verschil tussen zo'n huisje en een paleis of zelfs een grote stad zoals we die eerder meer beneden in de laagvlakte zagen, maar desondanks zouden we dat huisje liever bewonen dan zo'n paleis.
Hoofdstuk 46: In het heuvelland van de eeuwige morgen. Een klein liefde examen. Hoe stellen jullie je de Heer voor? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Zoals jullie zien is de omgeving die wij zagen alweer verdwenen. Van de heuvels en de gebouwen op de heuvels is niets meer te zien; we bevinden ons midden in de middag. Dat kunnen jullie opmaken uit de in haar hoogste punt staande zon en uit de grote pracht van deze streek evenals uit de ons reeds bekende rivier die van hieruit naar de morgen stroomt. Jullie vragen: maar beste vriend, hoe is het toch mogelijk dat deze eindeloos allerzaligste morgenstreek nu helemaal voor onze ogen verdwenen is?
Hoofdstuk 47: De 'rooms-katholieke' hemel. In de uiterste middag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Wel, daar staat het ons bekende huisje en ook zijn bewoners zijn ons al bekend. Kijk hoe zij vol vreugde de Vader en het Hem volgende gezelschap tegemoet snellen.
Hoofdstuk 59: Aankomst in de eeuwige morgen. Beperking van de goddelijke macht bij de opvoeding van het menselijk gemoed - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Welnu, je wilde graag een voor jou bekende streek op aarde. Kijk maar eens voor je. Ik heb haar al zichtbaar en tastbaar voor jou geschapen.
Hoofdstuk 60: De Oer-eigenlijke God-Zon. Uitleg over de persoonlijke, wezenlijke alomtegenwoordigheid van de Heer. Voorbereiding voor de maaltijd met de Vader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Kijk, het kruisbeeld ligt al totaal vernietigd als vuil kaf op de grond, en de met stomheid geslagen monniken beginnen de een na de ander overeind te komen. Uit ieder gelaat vonken ons woede en toorn tegemoet, maar toch waagt niemand het ook maar een hand naar ons uit te steken. Ook wil niemand een woord zeggen. Daarom zal ik een woordje zeggen tegen de ons reeds bekende, zich op de achtergrond bevindende monnik. Ik zeg tegen hem:
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Eindelijk na veel moeite en inspanning hebben gelukkig allen deze laatste hoogte beklommen, loven nu de geestelijke en zeggen: dit is toch een duidelijk bewijs dat niemand zonder zo'n geestelijke leidsman in de hemel kan komen. Maar de geestelijke zegt: ja, geliefde kinderen, dat is wel waar omdat God het Zelf zo heeft bepaald, maar niet mij, alleen God komt de eer toe! Want als ik naar mezelf kijk dan heb ik jullie in zekere zin eerder door vroom bedrog dan door mijn inzicht naar hier gebracht. Daar echter de Heer Zijn apostelen zelfs heeft aangeraden om slim te zijn, ben ik daardoor voor jullie gerechtvaardigd en het welslagen van mijn leiding toont jullie nu aan, dat ik jullie volgens de leer van onze alleenzaligmakende kerk volkomen redelijk en getrouw heb geleid. Laten we ons hier dus weer in de bekende volgorde opstellen en op weg gaan naar het eeuwige doel.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, we zijn al bij elkaar en kijk nu verder; het weggelopen gezelschap is bij de grens van de grote tuin aangekomen. Deze is daar omgeven door een doorzichtige muur die, zoals jullie je er innerlijk van kunnen overtuigen, ogenschijnlijk wel een hele mooie versiering voor deze tuin is; maar omdat hij doorzichtig is, heeft hij de fatale eigenschap dat men daardoorheen voorbij de tuin in een verschrikkelijke afgrond kijkt. Onze gasten zouden nog graag een poging doen om nog verder te komen en zouden ook zonder veel moeite over de muur kunnen klimmen, maar de fatale ons reeds bekende situatie verhindert zo'n onderneming. We zien ons hele gezelschap dan ook totaal verbluft bij de muur staan en geen van de gasten weet nu wat hij verder zal doen. Zoals jullie tevens zien, komen er al verscheidene tafeldienaren op hen af terwijl een aanvoerder van de dienaren naar het wat schuchtere gezelschap toe gaat en hen als volgt aanspreekt: lieve vrienden en broeders, wat hebben jullie nu gedaan? Het gezelschap antwoordt: vergeef ons beste vrienden, we deden niets anders dan datgene wat wij in ons als een noodzakelijke levensbehoefte voelden. We kunnen jou vanuit onze meest innerlijke levensdrang verzekeren dat deze hemel, waarvan de gesteldheid ons nu maar al te goed bekend is, onmogelijk de echte kan zijn en daarom hebben we ook een poging gedaan om in beweging te komen.
Hoofdstuk 50: Onhoudbaarheid van deze materiële voorstelling van de hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Kijk, een ander stoot onze spreker aan, wijst met zijn vinger naar de dwarskloof en maakt hem erop attent hoe er zojuist een flink stuk naar beneden is gezonken. Onze woordvoerder trekt zich wat terug en zegt heel bedremmeld: Nou, wat heb ik gezegd, we zullen zeker nog als ruiters op de muur komen te zitten. Werkelijk, als ik vanuit mijn rotsvaste geloof niet zeker zou weten dat men vanuit de hemel toch zeker niet meer in de hel kan worden geworpen, dan zou ik bij dit armzalige hemelse leven moeten beweren dat hier alles voor zo'n prijzenswaardige rit doeltreffend is voorbereid. Ik denk dat we beter meteen op de muur af kunnen gaan, want men kan niet weten hoeveel ruimte er na een eventuele tweede breuk overblijft. Zijn we echter eenmaal op de muur dan laten we ons daar achterwaarts afglijden totdat we buiten dit fatale vierkant zijn, vervolgens proberen we bij de uitgangspoort van de hemel te komen, waarna we dan over de ons reeds bekende lange, moeizame weg weer teruggaan. God geve ons slechts zoveel erbarmen en geluk dat de muur ons niet fataal wordt. Ik ben van mening dat we op die manier wel in staat zijn om heelhuids uit deze hachelijke situatie te komen.
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk nu, naargelang het vaartuig de oever nadert, herkent onze woordvoerder zijn tafeldienaar, die hij zich nog goed herinnert, ook steeds beter. Daarom wendt hij zich tot zijn gezelschap en zegt: kijk daar eens, als dat niet onze fraaie tafeldienaar is, dan is onze natte ondergrond geen water. O, hij is het; zijn hele manier van doen, zijn gezicht, zijn lange blonde haren; kort en goed, hoe dichter we bij hem komen des te beter herken ik hem! Had ik nu maar een klein beetje almacht, dan zou ik graag een kleine donderbui op hem afsturen. Aangezien ik dat niet kan, zullen hem toch tenminste als we bij elkaar zijn, enkele goedgekozen, scherpe woorden uit mijn mond treffen. Ik kan toch niet geloven dat er in dit geestenrijk, dat wil zeggen daarboven in die verdachte hemel en hier beneden in dit land, twee geesten te vinden zijn die als twee druppels water op elkaar lijken. We zullen daarom ook niet doen alsof we hem al eerder hadden gezien, maar afwachten wat hij zelf wellicht gaat zeggen als we allemaal aan land zijn. Zegt hij echter niets, dan zal ik wel een gesprek met hem aanknopen en zeker te weten komen of hij de tafeldienaar is of niet! Een ander uit het gezelschap zegt tegen de woordvoerder: luister vriend, stel dat deze geest, die kennelijk op ons staat te wachten, de ons bekende tafeldienaar is, dan denk ik heel anders over de manier waarop we met hem moeten omgaan dan jij, beste vriend en broeder. Kijk, het was toch zonder meer jouw en ons aller wil om uit de vorige zit-, eet- en gaaphemel weg te komen. De dienaar heeft jou dat bij mijn weten ook toegezegd. Dat hij juist daarboven niet meer naar ons toe is gekomen, verbaast me helemaal niet, want, sta me toe, ten eerste ben jij meteen na zijn vertrek vanwege de verkeerde tekst tegen hem van leer getrokken en ten tweede heeft niemand van ons, juist om die reden, zijn raad met betrekking tot onze gedragsregels in acht genomen. Dat hij ons daarom min of meer aan ons lot heeft overgelaten en ons inderdaad in grote verlegenheid heeft gebracht vind ik, in aanmerking genomen dat we hem werkelijk bruut behandeld hebben, zonder meer volkomen terecht. Omdat we zo wonderbaarlijk werden gered en ongedeerd zijn gebleven, en dat zeker alleen aan hem te danken hebben, ben ik van mening dat we onze donderbui, onze scherpe woorden en slimme benaderingswijze beter achterwege kunnen laten. Anders zou hij misschien op het idee kunnen komen ons nog eens te vergeten en dit land dat nu zo dichtbij is, eveneens zo losjes te maken als dat daarboven in de hemel.
Hoofdstuk 54: Bevrijding uit de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Kijk, ik wil in deze kwestie helemaal niet ingaan op het feit of het voor schrift van de Heer betreffende deze bekende tekst door de kerk juist c onjuist werd opgevat, maar het is toch wel zeker dat de Heer het tenminste op aarde niet voor zo heel onbillijk aanziet, omdat Hij ten eerste deze func- tie heeft laten ontkiemen en ten tweede deze opgegroeide boom nog steed in Zijn wijngaard duldt, terwijl deze boom Hem ook, zoals bekend, steed een overvloedige oogst heeft opgebracht.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Weet je dan niet dat de Heer jou de kracht niet heeft gegeven om er mee te luieren, maar dat Hij je uit Zijn grote barmhartigheid de kracht van het leven alleen heeft geschonken om er rechtvaardige liefdadigheid mee uit te oefenen? Vraag je nu eens af, in welk licht je zo voor mij staat? Daarom zeg ik je, rechtvaardig je nu naar behoren voor mij, anders beschouw ik jouw taak als niet volbracht en plaats ik jou tenslotte zelfs achter de jou bekende kloof, waar je voor allen de aanblik van de vlammen moet verdragen en daarbij overdenken wat op de wegen van de Heer de juiste manier van handelen is.
Hoofdstuk 95: Verder op de proef gesteld. Het begin van de beloning - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Let nu maar eens op het ons reeds bekende theatrale droghemel-podium. Kijk hoe nu een menigte geharnaste reuzenkrijgers van achter de wolken tevoorschijn komt en hoe de aanvoerder voorop loopt met een kruisbeeld, dat even kolossaal is als de aanvoerder die het draagt. Let nu ook nog op een ander verschijnsel, want kijk, zo dadelijk zal de reuzenchristus vanaf het kruis tegen ons beginnen te spreken. Luister, hij spreekt al en zegt tegen ons: weg uit de hemel met jullie vervloekten, want jullie hebben de Heilige Geest van mijn alleenzaligmakende rooms-katholieke kerk altijd tegengewerkt en jullie waren voor mij steeds boven alles gehate ketters. Daarom, weg met jullie naar de uiterste duisternis, want voor jullie is hier in de hemel geen plaats en ik heb jullie nooit gekend! Dwing me niet om geweld te gebruiken, want als ik dat moet doen wordt de onderste hel jullie deel. Al hebben jullie voorheen mijn apostel Petrus dan niet geloofd, jullie zullen mij toch wel geloven wanneer ik vanaf het kruis tot jullie spreek!
Hoofdstuk 77: Komediespel in de kloosterhemel. De reuzentafel en het eten van werelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43