Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 32 van 84

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[3] De leider van de Egyptenaren schepte veel behagen in Rafaël. Hij bekeek hem van top tot teen en zei toen tegen Mij: 'Heer en Meester van eeuwigheid! Toen deze dienaar van U vierduizend aardse jaren geleden nog lichamelijk op aarde leefde, was zijn gestalte niet zo onbegrijpelijk mooi als nu in zijn zuiver geestelijke toestand. Als ook ik eens waardig word bevonden in Uw rijk te komen, zal ik dan ook een edeler gedaante krijgen? Ik moet toegeven dat mijn verschijning vergeleken bij die van deze dienaar welonnoemelijk lelijk is; voor ons klimaat is zij weliswaar geschikt, maar mooi en edel is zij niet. Ik weet ook dat het in deze wereld niet gaat om het uiterlijk, maar alleen om de volmaaktheid van de ziel; maar in Uw rijk moet toch ook de gedaante en de uiterlijke vorm erg belangrijk zijn, anders zouden de zuivere geesten niet in zulke edele en mooie vormen te zien zijn! Op deze wereld heeft de kleur van de huid en de uiterlijke gedaante van een mens voor zijn innerlijke waarde weliswaar geen betekenis; maar in Uw hemelrijk zal deze heel veel te betekenen hebben. Dat zou ik nu ook graag willen weten. Ik heb er wel enigszins een vermoeden van, maar in dit opzicht heb ik toch nog geen duidelijkheid.
Hoofdstuk 142: Vorm en geest van de schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Stel je nu de menselijke ziel eens voor! Als die in de goede en ware verhouding tot haar lichaam staat, bevindt zij zich ook in de juiste levensharmonie, en die harmonie geeft aan de ziel haar schoonheid, die natuurlijk pas volledig zichtbaar wordt, wanneer de ziel zich buiten het lichaam in Mijn rijk zal bevinden. Wie echter reeds in het lichaam op deze wereld zijn aandacht richt op goede en daarnaast ook op slechte mensen, zal al gauw gewaar worden dat een goed mens ook altijd uiterlijk een lieflijke en vriendelijke vorm laat zien, terwijl een slecht mens al van verre aan iemand die hem ontmoet iets afstotends, onvriendelijks en dus ook iets lelijks laat zien, dat hij niet gemakkelijk kan verbergen. De oorzaak daarvan ligt in de innerlijke zieleharmonie of bij slechte mensen - disharmonie.
Hoofdstuk 142: Vorm en geest van de schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] We zijn er nu door de wonderman uit Opper-Egypte en nu ook door jouw harde woorden, geëerde, verheven jongeman, voor het eerst achtergekomen en er ook van overtuigd, dat er werkelijk een hoger leven in de mens aanwezig moet zijn. Welnu dan, de mens die hiervan volkomen overtuigd is, kan natuurlijk gemakkelijk praten en handelen; maar wij hebben vandaag voor het eerst dingen beleefd die ons zeiden, dat Mozes en ook alle andere profeten geen waanbeelden van een verhitte menselijke fantasie, maar echte waarheden zijn waarvan we voorheen geen vermoeden hadden. En daarom zien we ook nu ook pas in, dat wij volgens de zuivere wet van Mozes vreselijk tegen de mensheid gezondigd hebben. Maar dat kunnen we nu onmogelijk weer goedmaken, en het is ook totaal onmogelijk om, nu we zelf tot inzicht zijn gekomen, de hele tempel en alle Farizeeën in het hele joodse land ons inzicht als een levende waarheid mee te delen.
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Jullie wisten in jullie opgeblazen wereldse blindheid weliswaar niet wat jullie deden, en zijn daarom enigszins te verontschuldigen; maar van Mij uit heeft het aan heimelijk in jullie hart gelegde waarschuwingen ook nooit ontbroken, die jullie duidelijk zeiden: 'Vrees God en doe de mensen geen onrecht! ' Maar op deze waarschuwingen letten jullie niet, en de één hield de ander jullie slechte menselijke voorschriften voor en zei: 'Het is verstandiger, streng naar de eenmaal opgestelde voorschriften te handelen, dan zich te pas en te onpas aan zijn eigen barmhartigheids gevoelens over te geven en dan het mikpunt te worden van de spot van de vooraanstaanden en machtigen van het land! ' Dat heeft jullie tenslotte helemaal onmenselijk gemaakt, en jullie werden in je ziel de meest woeste en verscheurende roofdieren. En kijk, dat is nu de moeilijkheid bij jullie! Hoe willen jullie nu van je bloeddorstige ware tijgerzielen mensenzielen maken?'
Hoofdstuk 154: De Heer en de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Maar onthoud ook nog het volgende: Voor niets heb Ik jullie dit alles nu gegeven, evenzo moeten jullie het aan de mensen die waardig daarvoor zijn, weer uitdelen; maar aan menselijke zwijnen moet je deze parels niet toewerpen! En sta nu op en ga waarheen de geest jullie zal leiden!'
Hoofdstuk 166: Het uitzenden van de zeventig arbeiders als boden van de Heiland (Ev.Lucas, Hfdst.10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Opdat jullie allen echter, die nu Mijn leerlingen en vrienden zijn, dit kwalijke soort een beetje beter in hun ware innerlijke gestalte zullen leren kennen dan tot nu toe het geval was, opende Ik jullie innerlijke oog en jullie zagen met je lichamelijke ogen de voorste wereldse karavaan, zoals ieder gezond mensenoog die kan zien; maar daarachter zagen jullie de overeenkomstige innerlijke geestelijke karavaan.
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Maar Ik zeg jullie dat het werkelijk binnen korte tijd gebeuren zal en dan na ongeveer negentienhonderd jaar opnieuw geheel en al; want als de mens volledige wilsvrijheid gelaten zal worden, dan bestaat er in Mijn raadsbesluit geen ander middel om van tijd tot tijd met vrucht de menselijke traagheid te lijf te gaan dan alleen maar dit ene, want die traagheid is de wortel van alle zonden en ondeugden! -Hebben jullie dat allemaal goed begrepen?
Hoofdstuk 174: Uitleg van Jesaja 2, 6 -22. De genade-openbaringen van het nieuwe licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Dat de mensen zich echter door het wegnemen van het geestelijke brood en water werkelijk in de grootste ellende zullen bevinden, en wat hun daardoor nog allemaal ontnomen is, legt de profeet nog verder uit in het derde vers, waar hij uitdrukkelijk zegt: 'De mensen zullen daardoor de raadslieden of raadgevers en wijze werklieden in alle takken van menselijke behoeften moeten missen, dus ook verstandige sprekers, die anders met hun wijsheid heel veel goeds tot stand zouden hebben gebracht.
Hoofdstuk 175: Uitleg van het derde hoofdstuk van Jesaja De situatie in een geordende gemeente - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Hierop zeiden de Farizeeën: 'We zien wel in dat je over een bijzondere kracht beschikt die tot op heden ongekend is, vooral wat het genezen van verschillende menselijke ziektes aangaat die waarschijnlijk nooit enig arts heeft kunnen genezen. Het is ons ook niet onbekend, dat het jou zelfs mogelijk schijnt te zijn om jonge mensen die pas zijn overleden, in het leven terug te roepen of op te wekken! En ook hebben we vernomen dat je verder een heel nuchter, fatsoenlijk mens bent en zo uiterst liefdadig, dat je voor je buitengewone genezingen nog nooit van iemand iets hebt verlangd. Wel, dat zijn je ontegenzeglijk goede en voortreffelijke kanten!
Hoofdstuk 188: De Heer belicht de tegenspraak van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] En Ik sprak nogmaals vrijelijk met het volk over de onsterfelijkheid van de menselijke ziel, wat een paar Sadduceeën, die daar aanwezig waren, aantrok; na korte tijd kwam Ik met hen in aanraking, wat dadelijk volgt.
Hoofdstuk 196: De vraag naar de belastingpenning - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zeg jullie dat een varkensstal waarlijk niet tot de bouwwerken behoort die de menselijke geest eer aandoen; maar de smerigste varkensstal is Me nu liever dan de tempel in Jeruzalem en menig synagoge in het grote land der joden!' Jozef zei: 'Luister eens, mijn zoon, je doet vandaag wel heel boude uitspraken! Als iemand uit de stad dat hoorde en ons zou aanklagen, wat zou er dan met ons gebeuren? We zouden beschuldigd worden van de vreselijkste godslastering en meedogenloos gestenigd worden! ' .
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Toen zei de Griek nog: 'Dat geloof ik nu ook vast, zonder enige twijfel, en ik ben ervan overtuigd dat het zo is; maar ons Grieken ontbreekt het nog aan een juiste en ware voorstelling van de gestalte en vorm van een ziel. Zou je ons ook daarover misschien nog wat kunnen zeggen?'
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Ik zei: 'Jazeker, wat goed is voor jullie doe Ik altijd graag! Zie, de ziel heeft dezelfde gestalte en vorm als haar lichaam, alleen in veel volkomener mate. Echter is hier alleen sprake van een volkomen ziel. Die heeft alles wat haar lichaam had, maar natuurlijk en var:.zelfsprekend voor heel andere doeleinden. Maar haar geestelijk lichaam is geen materie, maar pure substantie.
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Toen zei Ik: 'Vriend, je bent een beetje opgewonden, omdat Ik jullie allen zojuist de waarheid over de bestemming van de mensen heb voorgelegd; maar dat is helemaal niet erg! Ik heb die klippen van twijfel in je gezien en wilde dat je ze openlijk prijsgaf; daarom moest Jozef ook met zo'n onderwerp komen, dat jouw tong op de juiste plek losmaakte. je hebt ook heel goed gesproken en je twijfels en kritiek ten aanzien van de menselijke natuur goed naar voren gebracht. Maar nu ben Ik aan de beurt en Ik kan je daarover iets heel anders zeggen dan wat jij over het onderwerp denkt, dat jullie nu onder elkaar hebben besproken.
Hoofdstuk 217: Gods bedoeling met de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Toen werd het nog lichter om me heen en een ster kwam naar beneden, dicht bij me. En al gauw ontdekte ik dat de ster een volkomen menselijke gedaante aannam en deze mens was iemand die ik in de wereld een keer een echte weldaad had bewezen; hij zei tegen me: 'Heil zij jou, dat je tijdens je nacht de ware God der joden hebt gevonden! Verban je valse afgoden en verban ook je eigen grootste afgod, je Caesar roem; word geheel en al deemoedig, dan zal ik je meenemen naar mijn woning!
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...