Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2200 resultaten - Pagina 32 van 147

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[8] De grote hitte van de dag heeft heel veel levensgeesten uit de natuur naar een hogere fase doen gaan en van onderen is er een algemeen, aanzienlijk en voelbaar tekort ontstaan, en wel juist in deze streek van de aarde; in het noordoosten is daarentegen door de huidige dag en ook die van gisteren en eergisteren een ware overvloed aan natuurgeesten van geheel onderaf uit de materie vrij geworden. Op de plaats waar ze zijn ontstaan en vrij gekomen kunnen ze niet ondergebracht worden en daarom trekken of verspreiden zij zich naar die gebieden, waar er een groot tekort aan hen bestaat. De trekvogels, vooral de kraanvogels, bezitten in dit opzicht een buitengewoon en uiterst gevoelig leven, zij nemen het eerst van alle dieren zowel de overvloed als ook het tekort aan genoemde laagste natuurgeesten waar, ze worden onrustig, vliegen op, en zoeken.dan in de lucht lagen op waarin ze een overschot van de natuurgeesten vinden, die ze dan door flink in te ademen opnemen. Door gekrijs geven ze dan te kennen dat ze gevonden hebben wat ze tekort kwamen; dit gekrijs van de kraanvogels is daarom zowel een teken van genoegen, als natuurlijk ook van misnoegen.
Hoofdstuk 85: De overgangsperioden in het rijk van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] En zoals al in de buitenwereld is te zien dat het ene wezen het andere op een bepaalde manier aantrekt, des te meer is dat in de wereld van de geesten het geval; en als dat niet zo was, hoe zou er dan een aarde, een maan, een zon en talloze andere hemellichamen in de onmetelijke scheppingsruimte kunnen bestaan?! Een atoom voelt zich aangetrokken tot zijn buurman; beide trekken elkaar aan. Wat deze beide doen, doen dan talloze aeonen atomen, al het gelijke trekken ze aan, en tenslotte ontstaat daaruit een wereld, zoals de Heer dit de afgelopen nacht aan al Zijn leerlingen heel tastbaar heeft laten zien en zoals je dit in het aan jullie overhandigde grote boek ook volop beschreven zult vinden.
Hoofdstuk 96: Demonen en hun invloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Daarom komt het er vooral in deze tijd op aan, nu er allerlei verwerpelijke volks verlichters beginnen op te duiken, dat we mogelijkheden vinden om hen van deze aardbodem te laten verdwijnen! Ofschoon één zwaluw nog lang geen zomer maakt, is het toch een teken, dat er gauw meerdere zullen volgen. Alleen, er kunnen zoveel zwaluwen komen als er maar willen, ze kunnen hoogstens een gevaar opleveren voor de mussen; maar de volks verlichters zullen voor ons een gevaar betekenen, -daarom moet ieder van hen meteen uit de weg geruimd worden! ,
Hoofdstuk 102: Roclus belicht het Farizeeërdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wanneer nu echter jouw ziel de een of andere geur van een zondige neiging inje uitstralende levenssfeer verspreidt en de reeds van het lichaam bevrijde, maar nog in eenzelfde lievelingsgeur verkerende zielen deze geur in jouw uitstralende levenssfeer als het ware ruiken, tenslotte op je afstormen en zich tegoed doen aan jouw overvloed, zonder eigenlijk te weten wat ze doen, maar enkel en alleen in steeds grotere getale op je afkomen omdat ze in jouw sfeer de kost vinden die ze wensen, dan is dat zeker niet onwijs van de Schepper, die eeuwig niets zozeer respecteert dan de onvoorwaardelijke vrijheid van iedere ziel. Immers, iedere ziel heeft toch altijd middelen genoeg in handen om zich van de ongewenste gasten te ontdoen, zo vaak en wanneer ze dat wil!
Hoofdstuk 96: Demonen en hun invloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ik heb bijna de halve aarde afgereisd om de waarheid en een mogelijk ware God te vinden; maar al mijn grote offers waren tevergeefs! Ik gaf al het zoeken verder op en wierp me in de armen van de wereldse wijsheid en vond daar met mijn heroïsche geest al spoedig voldoening in, en vond ook zoveel innerlijk, zeer waardevol licht door de geschriften van Socrates, Plato en Aristoteles, dat ik daardoor begon te ontdekken dat een mens pas door innerlijke liefde en wijsheid een transcendentaal leven kan opbouwen, dat dan niet meer zo gemakkelijk vernietigd kan worden als het leven van het door en door vergankelijke vlees.
Hoofdstuk 103: Roclus windt zich op over Stahars geestelijke blindheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En als ik hier de eeuwige en meest levende waarheid zo snel heb kunnen vinden en als zodanig herkennen, waarom deze oude joodse dienaar Gods dan niet? Omdat hij, zoals ik niet alleen uit het gesprek van de beide met elkaar wandelende Farizeeën, maar ook bij duizend anderen maar al te duidelijk heb gehoord, nog nooit naar waarheid heeft gezocht voor zichzelf, en hoeveel te minder voor iemand anders!
Hoofdstuk 103: Roclus windt zich op over Stahars geestelijke blindheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Ik ben er al heel vaak getuige van geweest dat de mensenjuist datgene wat ze vaak het ijverigst zoeken, zelden vinden, en dan ook nog het allerminst op het moment dat ze het zoeken. Als iemand onderweg iets heeft verloren, omkeert en ijverig zoekt naar hetgeen hij verloren heeft, dan vindt hij zeker alles eerder dan juist dat wat hij kwijtgeraakt is. En een totaal vreemde die later op dezelfde weg loopt, vindt heel toevallig en gemakkelijk wat zijn voorganger, die hem zeker helemaal onbekend is, verloren heeft. Waarom wordt het verlorene gevonden door iemand die het heel zeker nooit gezocht heeft, en waarom niet door degene die het is kwijtgeraakt en meteen daarna ijverig is gaan zoeken? Wat dat betreft hebben de heidenen nagenoeg gelijk, die zulke verschijnselen 'streken van het lot' noemden!"
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:! 'Kijk naar de bergen. vol bossen en struiken! Kijk, deze zuigen in de benodigde juiste hoeveelheid alle voor hen geschikte natuurgeesten (elektriciteit, magnetisch fluïdum) op. Ga maar eens alle bergen ontbossen, dan zullen jullie de gevolgen daarvan, die zeer bitter smaken al binnen korte tijd merken! Daardoor zullen grote massa's vrije ruwe natuurgeesten de lucht, die de hele aarde omgeeft, steeds meer gaan bevolken. Omdat deze natuurgeesten geen geschikte behuizing en werkterrein kunnen vinden, zullen ze zich massaal gaan verenigen en door hun onrust en door hun honger en dorst (neiging tot assimileren) de verschrikkelijkste en alles vernietigende stormen veroorzaken en hele landen zodanig te gronde richten, dat daar honderd of duizend jaar lang niets anders te voorschijn zal komen dan hier en daar een mosplantje, zoals er op de wijde aarde tegenwoordig nog steeds zulke uitgestrekte plaatsen en vlaktes zijn, waar men vele dagen doorheen kan trekken en waar even weinig groeit als op de woeste en doodse kalksteen aan de oevers van de Dode Zee in Beneden Palestina, waarheen de Jordaan stroomt.
Hoofdstuk 109: Over het gericht dat de mensen zelf veroorzaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Vriend, ook al zul je in die tijd niet zo grofstoffelijk voortleven als je nu leeft, denkt en spreekt, toch zul je als geest, in een veel helderder bewustzijn van jezelf, krachtiger en machtiger voor eeuwig voortleven, en je zult oog en oorgetuige zijn van alles wat er zal gebeuren en door Mij noodgedwongen wordt toegelaten; en dan zul je het zeker allemaal juist vinden, en je zult zelf nog heel wat bijdragen aan de tuchtiging van de mensen, en je zult samen met miljoenen andere geesten Mij vele malen verzoeken de aarde een nieuwe inrichting en vorm te geven! Maar Ik zal jullie dan altijd tot geduld en liefde manen.
Hoofdstuk 110: De toekomstige teistering van de aarde. De kinderen van God zullen geborgen zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Daarom zeg Ik tegen jullie: Wie Mij reeds hier of toch in ieder geval aan gene zijde uit alle macht zal zoeken, vinden en herkennen en dan boven alles zal liefhebben en zijn naaste met alle geduld zoals zichzelf, die zal Mijn kind, dus Mijn zoon of Mijn dochter zijn! Maar degene die Mij niet zal zoeken, niet zal vinden en niet zal herkennen, en dus ook niet lief zal hebben, en die dan ook vol liefdeloosheid zal zijn tegenover zijn medemens, die zal het ook eeuwig nooit tot Mijn kindschap brengen! Want Mijn kinderen moeten even volmaakt zijn als Ik, hun ware Vader, Zelf volmaakt ben!
Hoofdstuk 111: Het einde van de aardse materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Eindelijk spreekt onze MATHAËL weer eens: 'Heer, dit is voor ons allemaal nog als de dorpen van de Scythen, die zo goed als nergens te vinden zijn en waarvan men zich daarom ook geen voorstelling kan maken! U kunt natuurlijk gemakkelijk over Uw eindeloos grote schepping praten; maar wij weten niet eens precies hoe groot onze aarde is en wat voor vorm ze heeft, en daarom is dat, wat U ons heeft verteld, moeilijk te begrijpen.
Hoofdstuk 115: Wezen en inhoud van een hulsglobe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wil je Mij echter als dat herkennen, wat Ik ben zoals Ik hier voor je sta, dan moet Ik Mij aan jou als zodanig kenbaar maken door woorden, spreken en daden. En als je Mij daardoor waarachtig hebt leren kennen, en door Mijn macht en Mijn wijsheid hebt leren inzien dat Ik kennelijk meer ben dan een puur goed en verstandig mens, dan pas zal je hart deemoedig voor Mij in het stof zinken en in deze terechte deemoed pas echt volop in liefde tot Mij ontbranden; en daarin zul je dan pas trouwen waar de levende reden vinden om Mij, je God en Schepper, boven alles lief te hebben. En wat voor jou geldt, geldt ook voor ieder ander mens.
Hoofdstuk 117: Het kennen van Jezus als God als voorwaarde voor de ware liefde tot God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Als de mensen zich zo zullen gedragen en een waar leven zullen leiden In en door Mijn wijsheid, liefde en macht, dan zullen ze ook helemaal datgene zijn, wat ze allemaal in wezen moeten zijn. Pas daardoor zullen ze als Mijn ware kinderen even volmaakt worden als Ikzelf ben, en dan zullen ze Mijn goddelijke wijsheid, macht en grootheid nooit meer een verschrikkelijke vuurzee vinden. Ik denk, dat dit je nu ook duidelijk zal zijn!
Hoofdstuk 117: Het kennen van Jezus als God als voorwaarde voor de ware liefde tot God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik stel me de zaak als volgt voor: De echte, kundige leraar treedt zijn leerling tegemoet als iemand die met een grote, gesloten lantaarn bij een mens komt die in een pikdonkere nacht verder wil trekken in de woestijn om overdag niet de kwellende hitte te hoeven verdragen. De reiziger vraagt dan wel meteen aan de gids met de gesloten lantaarn: 'Hoe zullen wij in de duisternis in de woestijn zonder licht de weg vinden? Onze kamelen en paarden zullen in deze duisternis onwillig worden en geen stap willen verzetten!
Hoofdstuk 119: Het verschil tussen een ware en valse leider - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar nu komt de pseudo gids met een echt nachtlampje in de hand en zegt tegen de man die wil reizen: 'Kom, laat ons door de woestijn trekken!' De reiziger zegt: ' Zullen we in de pikdonkere nacht wel voldoende hebben aan jouw licht?' En de gids zegt met een mysterieus pathos: 'Vriend, mijn lampje lijkt weliswaar slechts een zeer zwak schijnsel te verspreiden; maar het is een magisch licht, waarmee men zelfs in een nacht die nog veel donkerder is buitengewoon goed de weg kan vinden!
Hoofdstuk 119: Het verschil tussen een ware en valse leider - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...