Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6685 resultaten - Pagina 32 van 446

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[6] Johannes wist in de geest wel met wie hij te doen had; maar hij benutte deze gelegenheid toch en predikte in zijn gevangenis verder, en zijn leerlingen mochten vrij bij hem komen, natuurlijk wel tegen de kleine storting van een stater per week. Tempelpriesters moesten een pond betalen als ze naar Johannes wilden, en op hun vraag aan Herodes, waarom hij Johannes in de gevangenis verder liet prediken, antwoordde Herodes, die sluwe vos: 'Dat is een geheim politiek spelletje van mij, daardoor leer ik alle aanhangers van deze staatsgevaarlijke mens kennen!' Dit antwoord was aanleiding voor de priesters om Herodes bijzonder te prijzen en ze schonken hem veel goud, zilver en edelstenen; want ze dachten bij zichzelf: 'Dit is de juiste man; die moeten we zoveel mogelijk steunen; hij is voorbestemd om al dat profetengespuis uit de weg te ruimen.'
Hoofdstuk 143: Aan de zee. Het antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Wie zelf komt, kan meer bereiken dan wie een bode of een brief stuurt. De geest van Johannes is groot en groter dan alle geesten, die ooit op deze aarde een lichaam gehad hebben; maar zijn lichaam behoort aan deze aarde, en uit diens zwakheden heeft zich ook een zwakke zielontwikkeld, en zo is het goed!
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Want een geest, die zo sterk is, is wel in staat om een zwakke ziel krachtig op te voeden; maar het vlees en de ziel van Johannes zijn zwak. Daarom stuurde hij in zijn plaats steeds boden, en boden en brieven bereiken nooit datgene, wat de eigen persoon, waarin ziel en geest wonen, bereiken kan.
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Zijn roeping, om terwille van de mensen voor Mij de weg te banen, was een zeker 'Moeten', waarachter echter ook nog eeuwige vrijheid verborgen ligt, die jullie in dit lichaam niet kunnen begrijpen; maar dat hij Mij had mogen volgen toen hij Mij zag en herkende, dat was geen 'behoort' en nog minder een 'moeten'. Zijn geest heeft toen geluisterd naar de ingeving van de ziel, begon daarom ook te twijfelen en heeft al voor de tweede maal boden naar Mij gestuurd. Wie vraagt, weet nog niet waar hij aan toe is; want iedere vraag gaat uit van pure onwetendheid, of twijfel aan de waarheid van wat men denkt te weten. Als Johannes helemaal wist waar hij aan toe was, zond hij geen boden naar Mij.
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Beste kinderen, jullie, die hier bij Mij op de echte markt van het leven zit, Ik zeg je: Fluit niet meer voor deze dwazen; want hun geest is verlamd en kan daardoor niet meer dansen. En houdt ook maar op met klagen; want hun gemoed is een uitgedroogde steen!
Hoofdstuk 147: De gelijkenis van de fluitende kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Als jullie Mij hoe dan ook belasterd zouden hebben dan zou Ik het jullie vergeven. Maar jullie zijn hoogmoedig geworden en hebt je bewapend tegen Mijn geest, die liefde heet en eeuwig Mijn Vader is en deze zonde zal je niet vergeven worden, niet hier en nog minder in het hiernamaals! Verdwijn dus, zodat Ik die paar dagen hier bij Mijn vriend Kisjonah zonder verdere storing kan doorbrengen!'
Hoofdstuk 150: De bestraffing van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg: 'Je hebt gelijk; het is zoals je gevoel je dat ingeeft. Maar de geesten, die je nu met vele honderdduizenden voor je ziet, zien het verre westen en noorden niet zoals jij het nu ziet; want een geest ziet steeds alleen maar dat, wat met zijn innerlijk overeenstemt.
Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik zei: 'Ik wil het doen; echter niet vóór het aardse middernachtelijke uur, maar daarná. Onderhoudt je nu met de geesten, maar verraadt niet aan hen dat Ik hier ben; want daar hebben ze vóór de tijd niets aan; want iedere geest moet zijn rijpheid in volle en ongedwongen vrijheid verkrijgen!'
Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Bij deze woorden roep Ik Kisjonah van zijn vijf vadem hoge kansel naar beneden en zeg onder vier ogen tegen hem: 'Zwijg voorlopig en verraad Mij niet voor de tijd daarvoor rijp is! Want er zijn er hier nog veel, die daarvoor niet zo rijp zijn als jij en die daarom ook niet volledig gewaar mogen worden Wie Ik nu eigenlijk ben. Anders zou dat een belemmering vormen voor hun tot leven te brengen geestelijke vrijheid, die hun geest heel moeilijk ooit zou kunnen overwinnen.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Jou heb Ik door woord en leer voorbereid. Toen Ik een paar dagen geleden bij je kwam, dacht je dat Ik een wijze en knappe dokter was, en toen je Mij ongewone dingen zag doen, begon je Mij voor een profeet te houden waarin de geest van God werkte. Je bent echter goed in alle scholen thuis, en wilde daarom precies weten hoe een mens tot zulke prestaties kon komen. Toen onthulde Ik je wat de mens is en wat in hem sluimert, en tevens wat uit de mens kan worden als hij zichzelf helemaal kent en daardoor de volle levensvrijheid van zijn geest bereikt heeft.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] En zie, dat was een doelmatige voorbereiding voor je ziel en je geest, zodat je Mij nu een hele aarde en uit stenen mensen zou kunnen zien scheppen zonder je daar druk over te maken. Want je hebt uit vrije wil op wetenschappelijke wijze aangenomen dat God een mens kan zijn en dat een mens heel goed en geheel wetenschappelijk bewezen een god kan zijn! En daarom kan het nu je ziel en je geest nooit van de wijs brengen, als je volkomen beseft dat Ik eeuwig de enige en enig ware God en Schepper van alle dingen ben.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Het geloof staat echter dichter bij het zieleleven dan het grootste verstand. Door een dwangmatig geloof wordt de zielook geketend; als de ziel echter geketend is, dan kan er in haar geen sprake zijn van een vrije ontwikkeling van de geest.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] En zo vormt zich uit een goed ontwikkeld verstand een waar, vol, levend geloof, waardoor de geest in de ziel een juiste voeding krijgt en daardoor steeds sterker en machtiger wordt, -wat een mens meteen kan waarnemen, als zijn liefde tot Mij en tot de naaste steeds sterker en machtiger wordt.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik antwoord: 'Die moeten door jullie in de juiste geest en met verstand ontvangen en begrepen worden!
Hoofdstuk 156: Het scheppingsverhaal van Mozes. (2.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] 'Er staat toch geschreven: 'In het begin schiep God hemel en aarde, en de aarde was woest en leeg en in de diepte was duisternis; maar Gods geest zweefde over de wateren.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...