Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2232 resultaten - Pagina 32 van 149

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[8] In het eindeloos vele meegroeien in Mijn natuurlijk evenzo talloos vele onvolmaakte kinderen, in hun toenemend inzicht en ontwikkeling en in hun daaruit voortkomende werkzaamheid, ligt ook Mijn eigen hoogste zaligheld. Hun vreugde over een moeizaam verworven, groeiend vermogen is altijd ook Mijn steeds nieuwe vreugde, en Mijn oneindige volmaaktheid krijgt immers pas onschatbare waarde doordat ze door de nog onmondige kinderen steeds meer en meer wordt nagestreefd, en er voor een deel ook in hen zichtbaar wordt dat ze onmiskenbaar groeit. Begrijp je wat Ik je hiermee wil zeggen?!
Hoofdstuk 157: De aarde, een oefenschool voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] O, dan zal iedereen wel zijn best doen om zo hard mogelijk te werken! En als iemand dan toch nog traag en lui wordt, dan zal hij, tot voorbeeld voor vele anderen, meteen voor ieder zichtbaar de tuchtroede te dragen krijgen.
Hoofdstuk 158: Nood als middel tot opvoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS zegt: 'Jazeker, Heer en Meester van eeuwigheid; maar ik heb hierover nog een vraag, en wel de volgende: Als de mensen werkelijk heel bedrijvig en werkzaam worden op de vele verschillende gebieden van het leven met z'n duizenden behoeftes, dan is het echter ook duidelijk dat ze daardoor van de geestelijke levensweg, die op zichzelf vol inkeer en rust is, al te zeer zullen overgaan tot puur werelds materialisme, en dan zal er weinig sprake meer zijn van een wedergeboorte van de geest.
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Kijk daar ver over zee naar het gebied van Genezareth! Bevond zich daar niet ooit, nog geen paar of hoogstens vier weken geleden, een verschrikkelijk hoge rots, waarvan de loodrechte wanden tot diep in het water reikten en waarvan de top nog nooit door een sterveling werd betreden? Duizenden jaren trokken aan zijn trotse wand voorbij en de tand des tijds vermocht met een spoor achter te laten op zijn granietmassa. Maar ongeveer vier weken geleden, de periode die ik zojuist noemde, kwam niemand anders dan de door jullie vervolgde profeet uit Nazareth daarheen en verrichtte daar naast vele andere wonderen ook het wonder, dat Hij die rots zo zacht en begaanbaar maakte, dat hij nu van alle kanten zonder enig gevaar zelfs door kinderen met het grootste gemak bestegen kan worden.
Hoofdstuk 154: Cyrenius wijst op de wonderen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS op zijn beurt zegt: 'Prima, voorlopig ben ik het met jullie eens, laten we daar dus bij blijven; maar nu rijst er een andere vraag, namelijk de volgende: omdat deze werken hier nu eenmaal wonderen van het zuiverste water zijn en Mozes en de vele andere zieners en profeten deze man, die nu voor onze ogen zulke ongehoorde dingen bewerkstelligt, tevoren nauwkeurig en zo tot in details beschreven hebben dat men onmogelijk aan kan nemen dat ze iemand anders bedoeld kunnen hebben, komt het mij althans voor, dat de handelingen die deze profeten in overeenstemming hiermee verricht hebben toch wel wonderbaarlijk konden zijn! Dat daarbij ook van natuurlijke dingen gebruik werd gemaakt, valt niet te ontkennen; maar over het geheel genomen was het meeste toch zeker een groot wonder, dat evenals deze wonderen hier enkel en alleen tot stand werd gebracht door de almachtige wil van God, die zich als Gods geest door middel van de mensen openbaarde. Dat is zo mijn mening. Hoe denk jij daarover?'
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Hoelang is het geleden, dat een zekere Johannes in de woestijn aan de Jordaan allerlei waarachtig grote tekenen deed om getuigenis af te leggen van zijn goddelijke bezieling! Herodes liet hem gevangen nemen en korte tijd later op ongehoorde, gruwelijke wijze heimelijk in de kerker onthoofden. Hij had werkelijk reeds een groot aantalleerlingen, en vele duizenden hebben zich door hem in de Jordaan laten dopen ter getuigenis van hun aanvaarding van zijn waarlijk geheel zuivere leer; want hij was door bijna geheel Galilea en Judea langs de Jordaan getrokken. Maar toen zijn vele aanhangers hoorden wat er met hun meester gebeurd was, werden ze heel angstig en bevreesd, en lieten liever niet merken dat ze van Johannes de waterdoop ontvangen hadden; want ze waren bang dat ze op een onverwacht ogenblik het treurige lot van hun meester zouden moeten delen. Dit is het enige wat ik met mijn verstand, dat tot nog toe nog altijd prima in orde was, echt enigszins inconsequent vind, en het getuigt volgens onze begrippen, met het oog op het heil der mensheid, van weinig slimheid en ook van veel te weinig goede wil.
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] De Farizeeën naderen nu met overdreven eerbiedige gezichten Cyrenius, en DE AANVOERDER zegt terwijl hij een diepe buiging maakt: 'Verheven gebieder! Wij hebben alles in ogenschouw genomen en er kwam geen eind aan onze verwondering; want hier gaat pracht zo nauw samen met hoogst doelmatige bruikbaarheid, dat men bijna moet zeggen: Dat is niet door mensenhanden gemaakt, maar geschapen! Helaas heeft de mensheid geen enkel voorbeeld, in de hele geschiedenis niet, dat er ooit op de tot nu toe bekende aarde zoiets heeft plaats gevonden. Het is echter wel zo, dat de mensen in deze huidige tijd met name in de bouwkunst wel zo ver gevorderd zijn dat men van hen kan verwachten zo'n werkelijk kunstig bouwwerk te kunnen maken. Sinds het wonderland Egypte vaak vanwege zijn bouwkunstwerken tot ver in Nubië aan de Grieken en Romeinen bekend schijnt te zijn, is het geen al te buitengewoon wonder, als zij met vereende krachten ook zoiets tot stand zouden brengen. Want of alles wat hier te zien is, werkelijk in één enkelogenblik is ontstaan of toch gedurende langere tijd, is immers ook een vraag die gesteld en gehoord mag worden. Want vele mensen met veel ervaring kunnen samen heel wat tot stand brengen en met dwingende, gewapende hand zeggen: 'Dit en dat is zo en zo ontstaan! ' En de kleine machteloze en zwakke mensen moeten het dan geloven, omdat te heftige tegenspraak hen zeker veellast zou bezorgen.
Hoofdstuk 161: De indruk van de wonderbaarlijke werken van de Heer op de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wie dus niet kan geloven, heeft een blinde ziel die hij door zijn vele zonden blind heeft gemaakt! En dat is nu reeds lang bij alle Farizeeën het geval. Daarom kunnen zij ook niets geloven wat ze niet met hun handen kunnen grijpen, zoals iemand die lichamelijk blind is alleen maar door een voorwerp te betasten een idee kan krijgen van de vorm ervan en dat nog slechts gebrekkig.
Hoofdstuk 165: Marcus spreekt over geloof en ongeloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Bij deze woorden kwam hen al één van de vele lijfbedienden van Cyrenius tegemoet; deze verschafte hen een goede gelegenheid en reisde meteen zelf met hen mee naar Sidon.
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Het uur van Mijn vertrek nadert nu echter ook. Maar vraag Me niet waar Ik naar toe zal gaan! leder moet nu van hier weer naar zijn dagelijks werk terugkeren en goed voor zijn huis zorgen opdat, als Ik spoedig weer bij jullie kom, Ik alles in orde aantref Slechts een klein uurtje zal Ik nog bij jullie doorbrengen om jullie door en door te zegenen; maar dan moet Ik nog naar vele andere kinderen van deze wereld die in benarde omstandigheden verkeren, om hen de ware troost en de juiste hulp te bieden.
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En IK zei: "Zij hebben allang Mijn volle zegen en jij ook! Wel zal Ik, omdat je dat zo graag wilt, over een tijdje weer eens naar je toe komen. Maar van nu af aan zul je vele gasten krijgen! Want degenen die een bad zullen nemen in jouw baden, zullen van de jicht genezen worden, al is deze nog zo erg; en wie zal drinken van de opwellende bron in de tuin zal bevrijd worden van iedere soort koorts. De melaatsen moeten echte; buiten de tuinmuur in zee baden, waar het badwater wegstroomt in de zee, dan zullen ze van hun melaatsheid bevrijd worden.
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Daarom zullen er velen komen en hier hun lichamelijk heil zoeken en ook vinden. Met je kinderen zul je deze vele gasten niet voldoende kunnen bedienen; daarom zul je dienstbare helpers aan moeten nemen. Daar zal Mijn dierbare vriend Cyrenius je in het begin bij helpen. Later zul je dienstbare geesten in overvloed hebben, want alle werkelozen en brodelozen zullen je weten te vinden. Wie komt om werk te zoeken, moet je dit naar mogelijkheid geven; en aan allen moet ook Mijn evangelie gepredikt worden, opdat de dienende slaven ook vrije mensen worden.
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (CYRENIUS:) "Toen probeerde Marcus jou door zijn oprechte verzekeringen van je vage idee af te brengen; maar je glimlachte vriendelijk naar hem en zei, terwijl je hem op zijn schouder klopte: 'Ja, ja, beste vriend, ik neem het je niet kwalijk datje zo spreekt; want ten eerste ben je zelf een doorgewinterde ouderwetse patente Romein en ten tweede bestaat er een zekere dwang waar men beter niet met woorden of handelingen tegenin kan gaan! Houd jij daarom maar vast aan datgene waaraan je vast moet houden omdat het zeer voordelig voor je is; en wij houden voorlopig nog steeds aan datgene vast, wat voor ons een zeker voordeel oplevert, en laten het pas volledig los, als ons van een andere kant grotere en blijvende voordelen aangeboden worden! We zijn niet bepaald enthousiast voor onze zaak, die al op allerlei manieren behoorlijk in diskrediet is geraakt; maar wanneer ons -zoals gezegd -van een andere kant grotere voordelen geboden worden die blijvend zijn, dan kunnen ook wij evengoed als naar wij weten reeds veel collega's van ons dat trouweloos tegenover de tempel hebben gedaan, ons oude bouwvallig geworden instituut de rug toekeren en, als het nodig is, ook met vele anderen de timmerbaas uit Nazareth als een God aanbidden!
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Een godsdienstige leer die goed in elkaar zit, zet de blinde mensen aan tot activiteit, waardoor een staat en zijn vorst pas echt rijk en machtig kan worden, terwijl de vele kerkers en scherpe zwaarden alle mensen die erdoor getroffen worden, passief maken. Voor iemand die in een staat leeft en zich om politieke redenen tot een godsdienstige leer moet bekennen, maakt het -als hij geen dwaas en geen vijand van zichzelf is -, uiteindelijk niets uit of hij Jehova, Zeus of zelfs de timmerman uit Nazareth als God aanbidt; want de betere wetten vaardigen de machthebbers immers altijd onder de blijvende titel 'Gods geboden' uit! Zijzelf kunnen dan nog doen wat ze willen, en plaatsen zichzelf indien nodig ook meteen boven alle mooie geboden van de goden.
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Dingen te geloven zoals ze hier gebeurd moeten zijn, zonder er zelf getuige van te zijn geweest, is voor het heldere verstand van een mens wel buitengewoon moeilijk, temeer daar dit zo uniek was en zoiets nog nooit eerder is gebeurd, zodat men daardoor alle betere ervaringen die men gehad heeft zonder meer overboord zou moeten gooien. Want tot nu toe is er door geen enkel mens op de gehele bekende aarde gedurende alle tijden iets dergelijks tot stand gebracht, en de bekende wonderen en toverkunsten kennen wij, en we weten ook, hoe ze gedaan worden. Overal waren er mensen die zich door hun scherpzinnigheid van vele honderdduizenden medemensen onderscheidden. Ze hadden dieper inzicht in de krachten van de grote natuur, maakten hier gebruik van en werden daarnaast dan ook nog als mensen van een hoger soort, als profeten of halfgoden vereerd en gewoonweg aanbeden. Zo 'n geniaal mens had dan ook spoedig en zeker een groot aantal weetgierige leerlingen om zich heen, die er hun uiterste best voor deden om in de voetstappen van hun geestrijke meester te treden. In zijn tijd waren dat alleen leerlingen, later noodzakelijkerwijs zelfleraren en opvolgers van de meester, die samen met hun leerlingen grote eer betoonden aan de oermeester, ook als hij al gestorven was; en dit gebeurde meer, naarmate de lessen en verrichtingen van de oermeester voor de mensen heilzamer bleken te zijn. In de loop der tijd werden de opvolgers van de meester priesters, die hun oermeester minstens tot een halfgod maakten.
Hoofdstuk 164: De godsdienstfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...