Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5699 resultaten - Pagina 32 van 380

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[20] Wie een wijs woord wil horen moet zijn oren niet dichtstoppen en met zijn ogen willen horen. Want het oog ziet wel het licht en al de verlichte vormen, maar de meer geestelijke vorm van het woord is niet zichtbaar en is alleen maar met de oren te horen. -Begrijp je dat allemaal goed?"
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan zegt HELENA, die wat hersteld was van de overgrote vreugde in haar hart: 'O ja, ik heb alles goed begrepen, want Uw woorden zijn woorden van licht, kracht en leven en vloeien zo helder en klaar uit Uw heilige mond als een heldere weidebron in het hooggebergte, die door de zon verlicht wordt. Maar wat moet ik doen om mijn hart wat rustiger te maken? Heer, dood mij indien ik zondig, maar mijn liefde voor U overschrijdt nu al mijn levensgrenzen! O, sta mij slechts toe dat ik Uw hand aanraak!"
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Daar zullen we niet zoveel moeite mee hebben als we bedenken dat het oude herdersvolk van Egypte na de zorg voor de runderen het voornaamste deel van de jaarlijkse zorg en moeite achter de rug had. Na deze periode kwamen de hoofden der gemeenten bij elkaar en kozen één of twee competente en zo mogelijk zeer bezonnen beoordelaars, die tevens tijdens deze periode rechtspraken. Zij moesten rondgaan en controleren of iedereen genoeg moeite had gedaan om een goed en gezegend resultaat te behalen. Deze onderzoekers gaf men de naam van de functie die zij uitoefenden. 'Kai i e stor?' werd er aan de mensen gevraagd, wat vertaald betekent: 'Wat heeft hij gedaan?'. Vervolgens sommeerde men ernstig, door bevelend te zeggen: 'Po luxe men!' -ook wel 'Poluzce men!' -'Leg het mij eens uit, licht dat eens toe!'
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] HELENA zegt: "Hoe zou dat mogelijk zijn!? Het is in mij nu zo licht en helder alsof er een echte zon in mij is opgegaan en daarom ziet alles wat U, o Heer, tot mij spreekt er zo duidelijk uit, en begrijpt mijn hart de diepste betekenis van Uw woord.
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Kijk eens naar de wind als hij van de hoogten naar de dalen in de diepte suist, hoe sterk hij meteen door het hinderlijke stof vertroebeld wordt, en zelfs de zon en de maan verliezen veel van hun glans als zij de horizon naderen. Ja zelfs het licht van de middagzon wordt maar al te vaak en te veel door de dampen van de aarde vertroebeld, zodat men tenslotte van de hele zon ondanks haar sterke licht niet meer kan bepalen waar zij precies staat!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Want zie, de mens heeft maar weinig waardering voor het licht op de dag en de warmte in de zomer, als echter de nacht komt wordt het licht waardevol en de warmte leert men pas in de koude winter 'waarderen.
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Zo gaat het ook met het geestelijke licht en met de geestelijke warmte. Wie vrij rondloopt waardeert de vrijheid nauwelijks, maar als hij geboeid in de kerker wegkwijnt weet hij pas wat een groot goed de vrijheid is!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] En kijk, liefste Helena, daarom wordt toegelaten dat al het zuivere wordt vertroebeld, opdat de mens pas in de grootste droefenis de waarde van het zuivere licht leert kennen!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Als in de grote nacht het reine licht weer te voorschijn komt, zal alles wat ademt en leeft zich direkt naar het licht keren, zoals in de winter van de menselijke liefdeloosheid zich weldra alles om een warm hart zal scharen gelijk de door de winterse koude verkleumde, arme mensen om het ontstoken vuur van een open haard.
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Kijk naar de zon aan de hemel, hoe zij de veldbloemen beschijnt! Zeg eens: zou het niet dwaas zijn als een bloem boos zou worden op de zon omdat die ook haar buurvrouw zoveel licht schenkt?
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] En IK zei: "Voor jullie niet in het minst, maar wel voor die priesters daar, want nu verzoent het slimme, gewone volk de goden met de brandoffers van de woonhuizen van de priesters en de tempel van de goden! Met deze priesters zullen jullie toch wel geen medelijden hebben, want dit meer dan slechte slangengebroed moet eens uitgeroeid worden! De schijnzon gaf goed licht, want het maakte voor het blinde volk de schanddaden zichtbaar van zijn priesters, die nu hun welverdiende loon krijgen!"
Hoofdstuk 115: De gevolgen van de natuurverschijnselen in Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: " Ja, ja, lieve kind, dat zou wel eens zo kunnen zijn! Een licht, dat Ik aan de hemel heb geplaatst, is daar steeds om een aantal goede redenen en niet alleen om te schijnen, wat eigenlijk slechts een zeer ondergeschikt nevendoel is.
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Kijk maar eens naar het licht van de zon! Het licht op zichzelf heeft een heelondergeschikte betekenis, maar als je het uiterlijk van alle vrije en onvrije schepsels der aarde bekijkt, zul je gevolgen van het licht en de warmte der zon ontdekken waarvan nog geen natuurgeleerde op aarde ooit heeft gedroomd! Allemaal gevolgen van het zonlicht!
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar om deze zon, waarvan het licht op deze aarde al zulke grote wonderen te weeg brengt, cirkelen nog vele andere en nog grotere aarden. Hetzelfde licht brengt daar geheel nieuwe en voor deze aarde onvoorstelbare wonderen te weeg en wel op ieder hemellichaam dat door deze zon verlicht wordt geheel nieuwe, die op geen ander hemellichaam voorkomen! En dat alles ontstaat door de uitwerking van één en hetzelfde licht!
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] En zo kun je wel met zekerheid aannemen dat Ik de schijnzon ook niet alleen maar liet schijnen vanwege het wat langer blijvende licht! Wat denk je daarvan, lieflijke dochter?"
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...