Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13521 resultaten - Pagina 32 van 902

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[7] Maar nu moet ik bij deze gelegenheid toch verslag doen van een opmerkelijke droom, die ik vorige week op dezelfde wijze drie dagen achter elkaar kreeg, en wel om zo te zeggen steeds op klaarlichte dag. Na mijn ochtendwaarnemingen van de sterren en de winden, de bewegingen van de wolken en van de zee, de vissen en ook de vogels in de lucht, die altijd enkele uren vóór zonsopgang moeten gebeuren, ben ik gewoon om na zonsopgang ook een paar uur op mijn goede rustbed te gaan liggen en, omdat ik al een oude man ben en sneller vermoeid, een poosje uit te rusten van mijn werk en inspanning. En toen ik mij, zoals gezegd, op de genoemde drie dagen 's ochtends ter rus te begaf, sliep ik dan ook direct in en had ik de volgende droom, die driemaal achtereen hetzelfde was:
Hoofdstuk 179: De droom van de dorpspriester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Want een deel van de mensen begint alle middelen aan te wenden om zelf een leven te kunnen leiden op Epicurus manier; een ander en nog groter deel moet daarbij echter ontegenzeglijk in de grootste lichamelijke en nog grotere geestelijke nood ten onder gaan, en dan is op de aarde de ellende en de nood onder de mensen compleet.
Hoofdstuk 181: Natuurfilosofische opvattingen (12.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Evenals deze nacht nu bestaat in de heidense, blinde en zinloze ceremonie, die men godsdienst noemt, zal die ook in die tijden bestaan, maar door het derde soort vuur uit de hemelen geheel en al verwoest en vernietigd worden! Want de leugen zal net zo min in staat zijn om de strijd met het licht van de waarheid uit de hemelen zegevierend te doorstaan als de natuurlijke nacht het hoofd kan bieden aan de opgegane zon! Zij moet in haar duistere holen en diepten vluchten, en zij die eenmaal in het licht staan zullen de nacht niet meer gaan opzoeken.
Hoofdstuk 186: Het derde en vierde louteringsvuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] De Arabier zei: 'Heer en meester, ik heb het wel begrepen en zo is het ook precies zoals u gezegd hebt; maar als de traagheid een kwaad is dat de mens aangeboren is en dat hij met de kracht van zijn vrije wil moet bevechten en overwinnen, moet God hem daarbij toch ook behulpzaam zijn en wel op zo n manier dat de op zichzelf zwakke mens tenminste in een bepaalde periode van zijn leven gemakkelijker heer en meester over zijn aangeboren traagheid zou kunnen worden! Want een mens in zijn traagheid helemaal ten onder te laten gaan zonder dat hem hulp is geboden dat vind ik niet zo verenigbaar met goddelijke liefde, wijsheid en erbarmen!'
Hoofdstuk 196: Gods openbaringen bij de volkeren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Ik zei: 'Weliswaar is deze dag wel die van de profeet, maar dat moet ons niet in het minst verhinderen om vandaag zoveel mogelijk bezig te zijn, om die oude droomuitleggers uit hun waan te wekken en hun hun dwaasheden duidelijk te maken. Laten we nu weer naar buiten gaan terwijl alle anderen nog rusten, dan zullen we zien wat er vandaag allemaal te doen valt!'
Hoofdstuk 197: Over het houden van feestdagen Vragen en bedenkingen van de leerlingen met betrekking tot de Essenen. (12.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] En net zoals jullie op die manier door Mijn geest in alle wijsheid uit God onderricht zullen worden, zullen ook jullie echte opvolgers zonder tussenkomst van Mijn lichamelijke persoonlijkheid in alles onderricht worden. Want waarlijk Ik zeg jullie: waar Ik nu spreek en werk, spreekt en werkt ook alleen Mijn geest, die God is als de Vader in eeuwigheid, en niet Mijn lichamelijke persoon, die eerst ontbonden moet worden om geheel en al in de heerlijkheid van de Vader binnen te gaan.
Hoofdstuk 200: Het onderwijzen van leraren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ik zei: 'Doe nu maar zoals Ik gezegd heb! Want een echte leerling moet immers steeds onder de ogen van de meester aan een werk beginnen, zodat de meester, als de leerling iets niet lukt, hem op de tekortkomingen en de reden van het mislukken kan wijzen. Want geen enkele leerling is net zo volmaakt als zijn meester; maar als hij door zijn vlijt en ijver als zijn meester zal zijn, zal hem ook, net als de meester, niets meer mislukken. Doe nu dus maar wat Ik gezegd heb, dan zal alles wel terechtkomen en helemaal goed gaan!'
Hoofdstuk 201: De genezing van de zieken van de overste der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Wanneer die twee echter naar deze herberg zullen komen, zal Ik broeder Roclus wel te kennen geven dat hij samen met de andere broeders naar buiten naar de binnenplaats moet gaan en de kwestie op een passende en vruchtbare manier met hen moet afhandelen. Binnen een uur na de middag zal alles al in orde zijn en dan zullen wij ons middagmaal heel rustig kunnen gebruiken en daarna pas naar buiten gaan, wanneer de twee tempeldienaren deze plaats in allerijl verlaten zullen hebben, Begrijp jij nu, Petrus, waarom Ik niet vóór het middagmaal naar buiten wil gaan maar hier in de zaal wil blijven?'
Hoofdstuk 207: De twee hoogmoedige Farizeeën uit Jeruzalem in Essea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Doe dat als een eerlijke jood op de manier van de Samaritanen, uit liefde voor onze ene, enig ware God en ook uit liefde voor de mensen, dan zul jij een grote genadegave van Gods liefde ontvangen! En doe datgene wat je doet, met alle vriendelijkheid; want een vriendelijke weldoener doet zijn weldaden dubbel en zal bij God voor zijn daad dan ook reeds hier het tienvoudige loon ontvangen en aan gene zijde vast en zeker het honderdvoudige! Aangezien ik deze zeer belangrijke kwestie nu in naam van de Heer volgens Zijn wil in orde heb gebracht en het nu al middag is geworden, zal ik nu met mijn broeders naar de herberg gaan, die jij goed kent; want daar wacht de grote Heer en Meester op ons. Wie hulp nodig heeft, moet daarheen gaan!'
Hoofdstuk 211: Roclus en de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Maar de Esseen wees met zijn hand naar Mij en zei: 'Kijk, daar zit de eeuwig grote Spijsmeester, die nu dit heerlijke middagmaal op wonderbaarlijke wijze in één enkelogenblik en niet op menselijke wijze heeft bereid, maar puur zo geschapen heeft als Hij ook op de hele aarde voor alle schepselen eeuwig het hun passende voedsel schept! En nu weet je voorlopig genoeg; geloof, opdat jij zalig wordt! Er is dit huis een groot heil ten deel gevallen, evenals deze hele plaats, en wij zullen God daar nooit genoeg voor kunnen loven en prijzen. -En nu kun jij, vrouw, weer aan je werk gaan; maar over wat je nu gehoord hebt moet je niets tegen andere mensen zeggen, want de Heer en Meester wil het nu zo!'
Hoofdstuk 213: De vrouw van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Toen de waard dat wilde gaan controleren, kwamen alle huisgenoten hem al vertwijfeld huilend tegemoet en jammerden: 'Er moet wel een groot ongeluk over dit huis komen, want alle goden hebben het plotseling verlaten!'
Hoofdstuk 2: Het wonder in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei: 'Jij bent heer in je eigen huis en kunt doen wat jou goed dunkt! Daar hebben wij niets mee te maken en wij zullen ons ook niet druk maken om hun heidense voorstelling. Ik moet heel veel dwaasheden van de mensen met alle geduld en lankmoedigheid verdragen; waarom zou Ik deze domheid dan niet ook verdragen? Maar vraag de Grieken of zij nu zo'n nietszeggende en voor de mensheid totaal nutteloze voorstelling wensen! Als zij dat graag willen, kunnen ze zich door deze armzalige mensen een paar van hun kunsten laten vertonen; maar als de Grieken het niet graag willen, kunnen ze deze acrobaten ook laten gaan.'
Hoofdstuk 13: De brutale acrobaten en hun terechte bestraffing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] David heeft de ene, ware God alleen daarom bezongen omdat hij niet alleen in Hem heeft geloofd, maar Hem ook gezien en voortdurend met Hem gesproken heeft. En onze zanger, die zelf een zuivere Jood is, heeft helemaal gelijk dat hij door zijn harpspel en zijn gezang alleen Hem de eer geeft, aan Wie sinds eeuwigheid als enige de eer toekomt! Daarom moet hij ook voor de heidenen, die David al naar de oude waarheid heeft teruggeroepen, alleen de psalmen van David zingen, zodat hun harten zachter worden en meer open gaan staan om de ene, eeuwig ware God te herkennen en te aanbidden; en die God is voor een waarachtig mens niet zo verborgen en ontoegankelijk als jullie goden, die alleen maar verzonnen en naderhand door mensenhanden uit dode materie zijn gemaakt, dat voor jullie zijn. Dat het inderdaad zo is, kunnen wij je bijna allemaal ook praktisch bewijzen, hoewel je daardoor niet dichter bij de innerlijke, geestelijke en dus alleen in zichzelf levende waarheid zult staan dan nu.'
Hoofdstuk 11: De Heer geneest de Griek die een zieke maag heeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] En nu, Mijn vriend Zacheüs, weet jij voldoende hoe je voor je zielenheil moet handelen en wat je daarvoor moet doen, en wij hebben ons aan jouw tafel nu ook voldoende met spijs en drank gesterkt -daarom willen en zullen we weer opstaan en op weg gaan naar Nahim; want vandaag moet Ik vóór zonsondergang in die plaats aankomen.'
Hoofdstuk 30: Over de maat van goed en kwaad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Het gebed, dat jullie alleen in je hart moeten uitspreken, moet daarbij bestaan uit de volgende paar woorden: 'Moge Jezus, de Heer, je helpen! Hij sterke je, Hij geneze je door Zijn genade, liefde en erbarming!' Als jullie dat vol vertrouwen en geloof in Mij over een zieke vriend - of vriendin - uitspreken, hoever die ook van jullie verwijderd is, en daarbij in de geest je handen boven hem houden, zal het van stond af aan beter met hem gaan, als dat nuttig is voor zijn zielenheil.
Hoofdstuk 43: De tekenen van de geestelijke aanwezigheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...