Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3048 resultaten - Pagina 32 van 204

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[7] De aanwezigheid van de geesten in de materie is echter gemakkelijk vast te stellen. Als zij tot buitengewone activiteit gedwongen worden, zullen jullie altijd, al naar gelang de kracht en sterkte der geestelijke activiteit, lichtstraling zien. Hoe sterker het licht, des te krachtiger is de activiteit van de in die materie actief geworden geesten.
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hoe actief derhalve de geesten van de zonnelucht vooral aan haar oppervlakte zijn, bewijst het zeer sterke licht van de zon.
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Vanaf dat moment verloor ik het heldere bewustzijn en zover ik mij nu kan herinneren, namen zeer kwade geesten het bestuur over mijn lichaam over en zo werd ik de schrik van de gehele omgeving! Mijn lichaam kon door geen lans of speer doorboord worden en de sterkste boeien werden door mijn handen als strootjes verbroken! Het was mij hetzelfde of ik nu met één of met duizend mensen vocht, zij die mij vastgrepen werden lelijk toegetakeld en vaak gedood! Maar daarvan had mijn ziel geen weet.
Hoofdstuk 236: De omgang met de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] RAPHAËL zegt: "Van mij en mijn humeur hangt niets af, maar alleen van de wil van de Heer, want Mijn bestaan is niets anders dan de zuivere wil van de Heer! Richt je daarom in je hart tot de Heer en aan je wens zal zeker gehoor worden gegeven!"
Hoofdstuk 236: De omgang met de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] In de hel van de geesten en zielen van deze aarde moest jij, net als de zielen van de kinderen van deze wereld, een zekere rijping doormaken. Zodoende moest je door de nauwste doorgang gaan om als een veredeld levenssap naar de hogere regionen van het leven op te kunnen stijgen. Als zodanig sta je daarom nu reeds voor God, de Heer van al het leven."
Hoofdstuk 237: De oorzaak van het lijden van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Toen vroeg MATHAËL het Mij in zijn hart en ik gaf hem meteen heel duidelijk het volgende antwoord in zijn hart, dat hij direkt hardop voor de drie voordroeg: "De Heer beschermde de Samaritanen, omdat zij zich afgewend hadden van de bedorven leer van Jeruzalem en teruggekeerd waren naar de zuivere leer van Mozes en Aäron. - Jij, Mathaël was een ervaren, duchtig spreker en je week niet af van hetgeen je je had voorgenomen. De Heer wist dat en zag, dat je Hem bij de zuivere, gelovige Samaritanen grote schade zou berokkenen als zij met jouw onderwijs in aanraking zouden komen. Daarom liet de Heer Je met jouw metgezellen terechtkomen bij de beruchtste straatrovers, omdat HIJ wel wist dat je niet eerder van hen af zou komen dan nadat je onbuigzame wil helemaal week en meegaand zou zijn geworden. Zolang je, in het bezit van je volle bewustzijn, zelf een rover onder de rovers was, liet je wil zich zeker niet buigen. Integendeel, je had een heel sluw plan bedacht en alle vijftig rovers met hun vrouwen en kinderen zover gekregen dat zij de totaal verkeerde leer van Jeruzalem heel gunstig gezind werden, omdat zij daarin zelfs zekerheid en een veilig toevluchtsoord voor hun rovershandwerk vonden.
Hoofdstuk 237: De oorzaak van het lijden van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Bij de liefde behoren de ware deemoed, zachtmoedigheid en geduld, omdat de ware liefde zonder deze drie niet kan bestaan en geen echte en zuivere liefde is.
Hoofdstuk 241: Het rijk van God in het hart van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar hoe kan een mens bij zichzelf constateren of hij zich werkelijk volgens de goddelijke orde in de zuivere liefde bevindt?
Hoofdstuk 241: Het rijk van God in het hart van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] RAPHAËL merkt dan op: "Je hebt heel mooi gesproken, maar in de aard der zaak is ook mijn wil niet zo gebonden als jij denkt! Ik ben ook een vat en niet alleen maar een zuivere uitstraling van de goddelijke wil. Ik voel heel goed wat ik wil en daarnaast wat de Heer wil.
Hoofdstuk 244: De vrije wil van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Ik neem de wil van de Heer echter gemakkelijker, duidelijker en sneller waar, dan jullie mensen, en dan maak ik mijn wil met de snelheid van de gedachte geheelondergeschikt aan de wil van de Heer, en daardoor moet ik dan evengoed gezien worden als een zuivere uitstraling van de goddelijke wil. Ondanks dat, heb ik toch een geheel vrije wil, en ik zou net als een mens tégen de wil van de Heer kunnen handelen. Dat is echter toch niet mogelijk, omdat ik de wijsheid in zo'n grote mate bezit dat ik, zelf licht zijnde uit het goddelijke oerlicht, te veel de eeuwige, onveranderlijke rechtvaardigheid van de goddelijke wil als het allerhoogste levensgoed van alle mensen, engelen en werelden erken, en daarom uit eigen overtuiging slechts de duidelijk herkende, goddelijke wil tot uitvoering breng, en dan de mijne altijd volkomen ondergeschikt maak aan de goddelijke.
Hoofdstuk 244: De vrije wil van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Toen legde Raphaël bij ieder de handen tegelijkertijd op voorhoofd en borst en op hetzelfde ogenblik waren de drie met de ogen van hun ziel aanwezig op de planeet Venus en kregen een goede indruk van bodem, schepsels en inrichting en hoorden zelfs de daar aanwezige mensen spreken juist tijdens een bijeenkomst ter verering van de grote Geest der geesten. En daar werd het volgende gezegd: "Mensen van deze mooie aarde, die de grote Geest schiep zoals Zijn oog dat wenste, wij zijn hier bijeen om deze grote Geest onze lof en onze verering op te dragen! De grote Geest is zeer machtig en wijs, daarom kunnen wij Hem ook alleen maar eren door ons tegenover Hem in al ons handelen zelf als wijzen te gedragen. De ware wijsheid bestaat uit de grootst mogelijke orde. De hoogste graad van deze orde is de symmetrie. Laten wij ons zelf beschouwen als het hoogtepunt van de gehele schepping! Hoe symmetrisch is de bouw van onze ledematen! Welk een gelijkenis hebben onze beide ogen, onze beide oren, onze beide handen en onze beide voeten! Kijk naar onze gestalte! Wie kan er zeggen dat er tussen ons niet de grootst mogelijke, fysiologische gelijkenis bestaat? Als er in onze karakters en temperamenten geen verschil zou zijn, zou er geen persoonlijke herkenning mogelijk zijn!
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] JARAH antwoordt een beetje verontwaardigd: "Hoor eens, ik mag toch veronderstellen dat ik er niet als een leugenaarster uitzie? Zolang ik leef en denk, is er nog nooit een leugen over mijn lippen gekomen, -en zou ik dan aan de zijde van mijn Heer, mijn God.en allerwaarachtigste Meester, met een leugen aankomen om daardoor jullie nieuwsgierigheid te bevredigen?! O, verheven heer, dan kent u Jarah nog lang niet! Kijk, al is het verstand nog zo verlicht, dan woont daar ook de leugen. Je kunt iemand.met je verstand uit eigen overtuiging iets uitgelegd hebben terwijl die overtuiging totaal onjuist was, en dan heb je door je uitleg volmaakt gelogen, -want je hebt jezelf en je naaste misleid. Maar de ware en zuivere liefde liegt nooit en kan niet liegen, omdat zij de naaste, die ook een kind van God is, meer acht dan zichzelf en daarbij God boven alles! Ik ben echter vol liefde tot God en dus ook tot de naaste -zou ik dan in staat zijn om onwaarheid tegen u te spreken? ! Verheven Cornelius, deze veronderstelling van uw kant was toch niet zo hoffelijk!"
Hoofdstuk 5: De twijfel van Cornelius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] CYRENIUS zegt: "Vriend, dat is meer dan een veronderstelling, dat is de zuivere waarheid! Want gesteld dat de keizer de verlangde volmacht omgaand verstrekt zou hebben, dan zou deze toch onmogelijk binnen zes weken van Rome naar Jeruzalem kunnen komen omdat iedere verordening die Rome verlaat, al is de wind nog zo gunstig, tot Sidon al ongeveer veertig dagen nodig heeft. Rechtstreeks over zee, wat misschien wel de kortste weg is, gaat geen schip en voor er een langs de kust van de grote Middellandse zee of van de Adriatische zee langs Griekenland hier is, duurt dat minstens veertig dagen, en daarom kan niemand die afstand binnen diezelfde tijd heen en terug afleggen.
Hoofdstuk 16: De vervalste volmacht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] HIJ vroeg de naast hem zittende Ebahl: "Vriend, vertel mij alsjeblieft, hoe kon nu door zo weinig mensen ineens zo'n grote hoeveelheid voedsel hier op al die lange tafels gebracht worden! Heus, daar verbaas ik mij bijzonder over! Ik zou haast durven beweren, dat het er hier niet helemaal natuurlijk aan toegaat! Heeft de oude waard soms geheime, gedienstige geesten die hem bij dit werk helpen?"
Hoofdstuk 19: Zinka's opvatting over de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Als er bij gelegenheden ook met de mond wordt gezongen, moet het alleen dan gebeuren als het hart door het gevoel der liefde reeds zo overvol is dat het zich door het stemgeluid moet uiten om in zekere zin niet te stikken in de te krachtige opwelling van liefde tot God. Vanzelfsprekend is dan ook het uiterlijk gezang Gode welgevallig, maar het moet met een zuivere stem worden gezongen, die het gemoed nog meer verheft.
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...