Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22363 resultaten - Pagina 32 van 1491

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[9] Dit was de aanleiding tot veel dwalingen en niet zelden tot een algehele verwerping van Mijn leer zoals deze in de evangeliën geschreven staat.
Hoofdstuk 91: De Heer en tweeduizend jaar evangelie. (7.10.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] In iedere eeuw heb Ik op alle plaatsen waar Mijn leer ook maar enigermate geloofd werd, mannen uitgekozen en geroepen die de toedracht en de betekenis van de evangeliën aan de mensen duidelijk maakten. Deze geroepenen hebben dat altijd gedaan en ze hebben ook historisch datgene in de geschriften aangevuld, wat ten dele door de slordigheid van de mensen en ten dele door het starre denken en niet zelden door de kwade wil van de verschillende sektarische leiders en priesters van het evangelie, respectievelijk van Mijn leer, verloren is gegaan; maar slechts heel weinigen namen dat aan.
Hoofdstuk 91: De Heer en tweeduizend jaar evangelie. (7.10.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik heb op deze manier gedurende ongeveer twee duizend jaar steeds hetgeen ontbrak aangevuld; maar wie nam het aan? Geloof me: Altijd maar heel weinigen, en die dan nog zelden met veel vuur! Men nam er wel kennis van en schreef het op; maar men heeft steeds om allerlei waardeloze redenen niets gedaan om zijn levenswandel daarnaar te richten en zichzelf geestelijk ervan te overtuigen, dat die overigens eenvoudige mens in ernst door Mij was geroepen om de mensen in de steeds donker wordende wereld weer een nieuw licht uit de hemel te brengen.
Hoofdstuk 91: De Heer en tweeduizend jaar evangelie. (7.10.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Daarom geef Ik nu een uiterst sterk licht op deze zaak, opdat er dan niemand meer zich kan verontschuldigen met te zeggen, dat Ik Mij sinds Mijn lichamelijke aanwezigheid op aarde noch om de zuiverheid en compleetheid van Mijn leer, noch om de mensen die haar aangenomen hebben, bekommerd heb!
Hoofdstuk 91: De Heer en tweeduizend jaar evangelie. (7.10.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Een mens had eens een stenige akker, waar hij met veel moeite en ijver de stenen uit verwijderde; hij hield daarbij wel de volgende goede orde aan: Eerst verzamelde hij de grootste stenen uit de akker en legde deze buiten de akker in de vorm van een regelmatige, rechthoekige hoop. Daarna verzamelde hij de minder grote en legde deze op een tweede eveneens rechthoekige hoop. En zo deed hij vervolgens met de overige, natuurlijk steeds kleinere stukken steen en hij produceerde zo tien steenhopen, die per hoop even grote stenen bevatten.
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] De één heeft een paar nieuwe ossen gekocht en moet deze nu voor het ploegen africhten, zodat hij natuurlijk geen tijd heeft; de ander heeft een nieuwe akker te bebouwen en kan daarom niet komen! De derde heeft een vrouw getrouwd en heeft dus beslist geen tijd en gelegenheid meer! De vierde moet een groot huis bouwen en weet zich door alle zorgen geen raad: die kan al helemaal geen tijd vinden! En zo heeft tenslotte iedereen een uitvlucht, en een nieuw licht uit de hemel brandt dan weer voor niets gedurende een hele eeuw in de één of andere verborgen hoek van de aarde. En als Ik in de volgende eeuw wéér een nieuw licht geef ter verduidelijking van de oude geschriften, dan overkomt dat hetzelfde lot!
Hoofdstuk 91: De Heer en tweeduizend jaar evangelie. (7.10.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Niet lang daarna kwam er een bouwmeester langs de weg waaraan deze akker lag, en deze man zocht stenen voor een bouwwerk. Toen hij de tien geordende hopen zag, stapte hij daar op af en kocht ze allemaal voor veertig zilvergroschen van de door zijn buren voor dwaas verklaarde man; want de bouwmeester kon die stenen, omdat ze gesorteerd waren, meteen gebruiken. Toen de buren dat gewaar werden, kwamen ze daar ook op af en zeiden: 'Heer, waarom kwam u toch niet naar ons? Kijk toch zelf eens, we hebben net zulke stenen en U zou ze van ons veel goedkoper hebben kunnen kopen!' De bouwmeester antwoordt echter: 'Die stenen van jullie zou ik eerst moeten sorteren, en dat kost me veel arbeid, tijd en moeite; maar deze zijn al gesorteerd, en daarom betaal ik hier liever wat meer voor, dan dat ik die van jullie voor niets zou krijgen! Nu begonnen de buren weliswaar ook hun steenhopen te ordenen, maar het was te laat! Want de bouwmeester had genoeg aan de stenen, die hij van de eerste man gekocht had, en de buren hadden zich voor niets ingespannen!
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Matthéus zegt: 'Heer, in dat geval is het wel erg riskant om als mens op deze aarde te leven! leder mens met een beetje ontwikkeling kent toch de talloze vijanden, die met alle mogelijke kwade zaken de mensheid belagen en daarmee voor de ondergang van de mens zorgen?! Als U dat zonder dat te willen weten zo maar langs U heen laat gaan, dan komt er een moment dat het er met het zieleheil heel slecht voor zal staan!'
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Behalve dat heeft iedere mens toch al een onzichtbare beschermgeest meegekregen, die de mens vanaf de geboorte tot aan het graf begeleiden moet! Zo'n beschermgeest beïnvloedt altijd het geweten van de mens, maar zal de aan hem toevertrouwde mens steeds meer aan zijn lot overlaten, als deze, geleid door zijn eigenliefde, al het geloof en al de liefde tot de naaste vrijwillig laat varen.
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] De mens op deze aarde is dus volstrekt niet zo verlaten als jij je dat voorstelt; want het hangt allemaal van zijn vrije willen en handelen af, of hij door God beschermd en begeleid wil zijn of niet! Als de mens het wil, dan zal God het ook willen; wil de mens het echter niet, dan laat God hem helemaal vrij, en God bekommert zich ook verder niet om hem, behalve voor datgene, wat hem volgens de algemene natuurlijke ordening toekomt, zoals het natuurlijke leven en alles, wat als voorwaarde daarvoor nodig is. Maar verder bemoeit God Zich niet met de mens, en mag Hij Zich vanwege zijn onaantastbare vrijheid niet met hem bemoeien! Alleen als de mens God uit de vrije wil van het hart zoekt, en Hem vraagt, dan zal God dit vragen en zoeken direct beantwoorden, tenminste als het de mens helemaal ernst is.
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] 'Ja, Heer', zegt Matthéus, 'dat begrijp ik nu allemaal erg goed, zuiver en helder. Maar vindt U niet dat ik deze heerlijke leer, die de mensen toch erg zou moeten aansporen om God zonder ophouden te zoeken en Hem te vragen ze bij de hand te nemen en op de goede wegen te leiden, niet onmiddellijk moet opschrijven?'
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar Ik zeg: 'Wie Mij kent zoals deze gastheer, die ook in Sichar al bij Mij was, die weet, dat men er bij Mij heel goed zonder geld kan komen! Kijk eens, hoewel ik geen zakken in Mijn mantel heb en helemaal niets wat ook maar lijkt op geld, heb Ik toch voor vele honderden gezorgd, die door Judéa en Samaria met Mij meegingen! Vraag hen, hoeveel deze reis ieder gekost heeft!
Hoofdstuk 94: Over de vloek en de gevaren van het geld. (10/11/13.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] En daarom heeft de satan het in deze wereld gebracht, opdat daardoor gemakkelijker en meer gezondigd zal worden in de wereld! - Weet je nog niet, dat de gelegenheid de dief maakt?!'
Hoofdstuk 94: Over de vloek en de gevaren van het geld. (10/11/13.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Ik wil heus niet beweren dat U ongelijk hebt met datgene, wat U van het geld zegt; maar waar is op deze armzalige aarde dan iets te vinden, waarmee geen duizendvoudige slechtheden begaan zijn?! Als God die dingen echter niet zo bijzonder vervloekt vanwege hun slechte gebruik, waarom moet het geld het dan bij Hem zo ontgelden?!'
Hoofdstuk 94: Over de vloek en de gevaren van het geld. (10/11/13.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik ben nu pas een paar uur in het gezelschap van deze grote profeet, en het is mijn heilige plicht om Hem te doorgronden en zoveel mogelijk te Ieren kennen, zowel in Zijn zienswijze als in de strekking van Zijn optreden! Jij bent nu al ongeveer een half jaar in Zijn omgeving en je moet Hem daarom ook beter kennen dan ik! Moet ik me echter daarom, omdat jij Hem al kent, helemaal geen moeite geven om Hem tenminste ook zover te leren kennen als jij Hem tot nu toe hebt leren kennen?!' ,!,
Hoofdstuk 95: Het karakter van Judas. (15.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...