Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 32 van 91

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[1] Nagenoeg allen bevestigen dat; maar Agricola kwam naar Mij toe en zegt: 'O Heer en Meester, ikzelf begrijp en erken nu volkomen de zuivere goddelijke waarheid van deze duidelijke uitspraak van U en zie ook in, dat het verwerpelijke 'moeten' van de wet, een werk is van menselijke blind}{eid en de mens onvermijdelijk berooft van al het hogere licht, omdat het alle bronnen verstopt waardoor het zuiver geestelijke licht uit de hemelen in hem zou kunnen binnenstromen, en daardoor ook zijn ziel met ijzeren geweld in de duistere materie trekt en dooddrukt. Maar dit grote kwaad is in onze tijd tot een zodanige macht en omvang uitgegroeid, dat het waarschijnlijk nooit volledig van de materiële aardbodem te verbannen zal zijn.
Hoofdstuk 21: Agricola vraagt om richtlijnen voor de opvoeding van de jeugd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Met de joodse priesters hier, die toch een idee hebben van de ene, ware God, gaat het al moeilijk; hoeveel moeilijker zal dat dan wel gaan met de heidense priesters met hun verstarde materiële denkbeelden, die geen enkel notie hebben van één ware God en die hun afgoden, die ze ten aanschouwe van het volk aanbidden en waaraan het volk moet offeren, dikwijls uit de grofste materie, zoals steen, brons en hout door beeldhouwers laten vervaardigen. Het zou dus wel goed zijn, als U ons ook daarover iets zou zeggen.'
Hoofdstuk 23: Hoe men een einde kan maken aan het heidense priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Het hart heeft een speciaal voor zichzelf levend mechanisme in zich, waardoor het voortdurend moet uitzetten en dan weer samentrekken, daardoor wordt het bloed, dat het lichaam doet leven, met de andere daaruit ontstane sappen naar alle lichaamsdelen gepompt. En door de samentrekkende beweging neemt het hart het bloed ook weer in zich op, om het met nieuwe voedingsstoffen te verzadigen en het vervolgens opnieuw naar buiten te pompen, om er de meest uiteenlopende lichaamsdelen mee te voeden. In deze ontelbaar vele en meest uiteenlopende onderdelen van het lichaam wonen even zovele verschillende natuurgeesten die de stoffen, die aan hen beantwoorden en die nodig zijn voor de voeding en instandhouding van het door een dergelijke geest beheerste lichaamsdeel, uit het bloed halen en ze vervolgens opnemen in de lichaamsdelen die door hen, dat wil zeggen door de geesten zelfbeheerst worden; zo maken ze het hele lichaam krachtiger en sterker, en zonder deze voortdurende eigen activiteit van het hart zou de mens wat zijn lichaam aangaat geen uur lang leven.
Hoofdstuk 24: De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Kijk, wat de eindeloze ruimte als materie in zich bevat, is gericht en daardoor gefixeerd door de macht van Gods wil! Wanneer dat niet zo zou zijn, zou er zich geen zon, geen maan, geen aarde en al helemaal geen schepsel in de grote eindeloze ruimte bevinden; dan zou alleen God bestaan, Zijn grote gedachten en ideeën aanschouwend.
Hoofdstuk 34: Het wezen van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Aangezien de kwade geest van de materie op deze manier echter niets bereikte met de ziel, werd zijn ziel verzocht door allerlei lichamelijke narigheden, die in het boek symbolisch zijn aangeduid. Maar Job doorstond die allemaal met geduld, alhoewel hij af en toe mopperde en zijn nood klaagde, maar uiteindelijk toch altijd openlijk bekende, dat God hem voorheen alles had gegeven, het nu had afgenomen en het hem weer zou kunnen teruggeven, en zelfs nog meer dan Hij hem afgenomen had, vanwege de volledige versterking van zijn ziel in de geest.
Hoofdstuk 34: Het wezen van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Maar een bepaalde persoonlijke oer satan en persoonlijke oerduivels hebben in werkelijkheid nooit ergens anders bestaan dan alleen in de gerichte wereldse materie van iedere aard en soort. Dat satan en de duivels door de oude wijzen evenwel in allerlei schrikbeelden werden weergegeven, heeft als reden dat de ziel zich door allerlei verschrikkelijke beelden moest kunnen voorstellen wat voor nood een vrij leven moet ondergaan, wanneer het zich weer door het gericht van de materie gevangen laat nemen.'
Hoofdstuk 34: Het wezen van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Aangezien jullie nu hopelijk goed beseffen, hoe het zit met satan en zijn duivels, zullen jullie daardoor ook vanzelf inzien dat het met de hel niet anders gesteld kan zijn. Dat is, net als satan, in zichzelf het eeuwige dwanggericht, dus wereld en de materie daarvan.
Hoofdstuk 35: Over de persoonlijkheid van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Ze zagen daarop heel goed in, dat in hun vlees de onvrijheid van het gericht en de dood woont, die bij een toenemende liefde voor de wereld ook de vrije ziel in zijn gericht en zijn onvrijheid kan begraven, en zo verloren ze dan ook het zuivere paradijs, dat bestond uit de volledige vereniging van de ziel met haar geest, en konden dat uit zichzelf niet helemaal meer terugvinden; want hun ziel was door de angel van de materie verwond en het kostte haar toen heel veel moeite, om zich nog zo vrij mogelijk boven het gericht van de geschapen onvrijheid te handhaven, zoals dat nu bij alle mensen het geval is -en daarom ben Ik in deze wereld gekomen, namelijk om de mensen weer de ware levensweg te tonen en hen door Mijn leer het verloren paradijs terug te geven.
Hoofdstuk 34: Het wezen van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'Ikzelf heb satan eens in een beeld voor Mijn eerste leerlingen laten verschijnen, en zij schrokken daar geweldig van. Iets dergelijks gebeurde ook herhaalde malen bij de aartsvaders van deze aarde; maar destijds werd daar geen verklaring in woorden bij gegeven omdat de ouden, die wijs waren uit de geest, de symbolische voorstelling langs de weg van innerlijke overeenkomsten goed begrepen en daarom ook zeiden: het is verschrikkelijk om in de richtende handen van God te vallen, dat wil zeggen: het is verschrikkelijk voor een ziel, die al eens tot volledig zelfbewustzijn gekomen is, om zich weer gevangen te laten nemen door de onveranderlijke wet van het dwingende gericht van de goddelijke wil in de materie.
Hoofdstuk 35: Over de persoonlijkheid van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] En waarom wordt satan ook een vorst van duisternis en leugen genoemd? Omdat alle materie niet datgene is wat ze schijnt te zijn, en wie daar in zijn liefde schijnbaar naar grijpt en zich erdoor gevangen laat nemen, bevindt zich dan ook duidelijk in het rijk van de leugen en, ten opzichte van de waarheid, in het rijk van de duisternis.
Hoofdstuk 35: Over de persoonlijkheid van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Wie bijvoorbeeld de zogenaamde schatten uit het rijk van de dode materie teveel liefheeft en ze houdt voor wat ze schijnen te zijn en niet voor wat ze volgens de waarheid zijn, bevindt zich daardoor reeds in het rijk van de leugen, omdat zijn liefde, als grondslag van zijn leven, als het ware helemaal blind in de materie is verzonken en zich uiterst moeilijk weer uit een dergelijke nacht kan verheffen naar het licht van de volle waarheid."
Hoofdstuk 35: Over de persoonlijkheid van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Zo hadden ook bij de ouden en alle profeten goud, zilver en de verschillende soorten edelstenen alleen maar de ware betekenis; als materie hadden ze echter geen waarde en konden daarom ook niet gevaarlijk worden voor een ziel. Door het inzicht in de werkelijke waarde van de materie ontdekten ze ook gemakkelijk en snel waar het van nature geschikt en bruikbaar voor was en ontleenden daaraan het ware nut.
Hoofdstuk 35: Over de persoonlijkheid van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Toen de mensen evenwel in de loop der tijd waarde begonnen toe te kennen aan de materie vanwege haar glans en schone schijn, gingen ze over in het gericht ervan, werden geestelijk blind, hard, hebzuchtig, gierig, leugenachtig, twistziek, bedrieglijk, hoogmoedig, boosaardig en oorlogs en veroveringszuchtig, en vervielen daardoor tot afgoden en heidendom en bijgevolg ook tot de eigenlijke hel; waaruit ze zonder Mij niet verlost konden worden.
Hoofdstuk 35: Over de persoonlijkheid van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daarom moest Ik Mijzelf in materie en daarmee in het gericht hullen en Ik moet het doorbreken, opdat Ik daardoor tot toegangspoort naar het eeuwige leven word voor alle gevallen mensen, wanneer ze door deze poort het leven willen binnengaan. Daarom ben Ik ook de deur naar het leven en het Leven Zelf Wie niet door Mij naar binnen gaat, komt niet tot het leven in het licht van de eeuwige waarheid en van de vrijheid, maar blijft gevangen in het gericht van de materie.
Hoofdstuk 35: Over de persoonlijkheid van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] En Ik zeg: 'O ja, die bestaan hier wel, nog in het vlees levend, en nog heel veel meer in de grote wereld aan gene zijde, die er ook altijd op uit zijn om een slechte invloed op de wereld aan deze zijde uit te oefenen, en dat enerzijds door de ruwe natuurgeesten, die zich vanwege hun voorbestemde rijping nog in allerlei materie ophouden, en vervolgens ook rechtstreeks door geheime influisteringen, prikkelingen en verlokkingen. Ze merken bij de mensen heel goed de verschillende zwakheden en geneigdheden op, maken zich daar meester van en wakkeren die aan tot gloeiende hartstochten.
Hoofdstuk 35: Over de persoonlijkheid van satan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...