Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1060 resultaten - Pagina 32 van 71

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[14] Daarom heb Ik nu juist die wind laten komen om ons die lastige bespieders van het lijf te houden. Kijk maar hoe ze al beginnen om te keren om weer naar de stad terug te gaan, omdat ze bang zijn dat de zaak nog erger zou kunnen worden! Ze zullen zich ook voor het merendeel naar de stad en naar hun huizen begeven, en dan hebben wij een vrijere speelruimte voor wat wij doen.'
Hoofdstuk 80: De naweeën van de storm en de aardbeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Maar in het begin moeten jullie, aangezien jullie als eersten vanuit Mij met de ware liefde zijn vervuld, ook alleen met die liefde beginnen te werken! Want als iemand, die graag een goede vrouw zou willen nemen, naar de hand van een jonge vrouw dingt, en naar haar ouders toegaat om zijn wens uit te spreken, maar daarbij zowel de jonge vrouw als haar ouders niets van liefde laat blijken, maar alleen direct naar de omvang en waarde van haar schatten informeert -zal die ooit de liefde van de jonge vrouwen haar ouders voor zich winnen? Ik denk dat hij het gewenste doel maar moeilijk zal bereiken. Want wie de liefde niet heeft, zal waarschijnlijk ook geen wederliefde vinden. Wie echter met alle liefde wederliefde zoekt, zal die ook vinden; en als hij die heeft gevonden, moet hij zich er niet van afkeren, als ze hem met alle vreugde metterdaad tegemoet komt.
Hoofdstuk 84: Het belang van de liefde (7.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] En ook dat is weer de schuld van onze uiterst hebzuchtige priesters, omdat ze het volk voorhouden dat de goden, als ze eenmaal zodanig vertoornd zijn op de lichtzinnige mensen dat daardoor de grondvesten van de aarde beginnen te schudden, niet met geringe offers milder te stemmen zijn. Op de beden van de priesters -zo zeggen ze -geven ze wel een poosje toe; maar als het volk daarna te weinig acht slaat op de vermanende woorden van de door de goden geïnspireerde dienaren en niet onmiddellijk met zijn hele bezit toesnelt om het aan de voeten van de plaatsvervangers der goden neer te leggen, met name zoveel mogelijk goud en zilver, dan zullen de goden nog toorniger worden dan eerst en het volk hun woede dan honderd keer erger laten voelen.
Hoofdstuk 92: Bij de Romeinse waard in Afek (29.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei: 'Je hebt nu goed gesproken, maar jouw vlees en bloed hebben je dat niet Ingegeven, maar de geest van Mijn woord, dat jij in je gemoed hebt opgenomen. Ook jij bent nu met geestelijk vruchtbare aarde bedekt zoals ook deze heuvel en deze zeer wijde omgeving, en wat in jou woest en dor was en geen vrucht ten leven kon voortbrengen, zal overal groen beginnen te worden en een rijke verscheidenheid aan vruchten voortbrengen, die je ziel werkelijk voeden en volledig verzadigen voor haar eeuwige leven.
Hoofdstuk 103: Een wonder met symbolische betekenis voor de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Maar eerst met het vernietigen van de oude geloofsmonumenten beginnen, en daarna pas de buitengewoon ontstelde en geschokte gemoederen en harten met het nieuwe licht willen verlichten, dat zou hetzelfde zijn als wanneer iemand zijn oude huis helemaal zou laten afbreken en verwoesten, voordat hij een tekening had gemaakt van hoe het nieuwe huis eruit zou moeten zien.
Hoofdstuk 106: Over het uitroeien van het heidendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Maar reis nu naar Afek; daar zullen misschien ook jullie in je gemoed iets groener beginnen te worden dan tot nu toe, en dan zal een woestijn die is gaan bloeien,jullie niet meer laten geloven dat je de juiste weg bent kwijtgeraakt!
Hoofdstuk 120: De Heer richt enkele woorden tot de karavaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei: 'Jullie zullen al dat oude slijk in jezelf wel kwijtraken, als Ik weldra niet meer lichamelijk in jullie midden zal zijn. Jullie zijn te zeer gewend geraakt aan Mijn persoon en kennen Mij, en Ik ben voor jullie geen buitengewone verschijning meer; maar wanneer Ik niet meer in deze zichtbare en tastbare persoonlijkheid van Mij onder jullie zal zijn, zullen jullie heel verdrietig worden en dan pas volkomener beginnen in te zien wie Ik was, ben en eeuwig zal zijn.
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'En kijk, de ziel van deze mens, die Ik je nu heb getoond, is door veellijden en pijn, die hij door zijn leven in strijd met de orde zichzelf had bezorgd, nuchter, geduldig, bescheiden, zuiverder geworden en krachtiger om aan haar innerlijk leven te werken, en ze is ernstiger en dieper in zichzelf gaan keren. Zo worden ook de zielen in de grote wereld aan gene zijde door allerlei soorten lijden, wederwaardigheden en ook pijn, die ze echter alleen maar zichzelf bezorgen, mettertijd gelouterd, en wel doordat zijzelf een echte afkeer krijgen van hun verkeerde handelwijze en die in zichzelf steeds dieper beginnen te verafschuwen; zodoende veranderen ze hun liefde, hun wil en daarmee ook hun denken en streven volkomen, keren in zichzelf, d.w.z. in hun ware levensgeest en gaan op die manier als het ware van trede tot trede over naar een helderder en gelukkiger bestaan.
Hoofdstuk 113: Hoe moeilijk het is voor verdwaalde zielen aan gene zijde om te keren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Ik zie in jullie harten dat jullie die wens ten zeerste koesteren; maar hoe moet je beginnen om deze door Mij voor jullie uitgesproken en door jullie intens gevoelde wens ten uitvoer te brengen? Misschien door direct op weg te gaan, overal Mijn leer te verkondigen en op die manier de mensen Mijn licht uit de hemelen te brengen?
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei: 'Dat zij verre -niet één mens is door Mij bestemd om te vallen; maar ieder mens is pas werkelijk mens door zijn vrije wil, die hem door Mij is gegeven, en hij dient zichzelf te oefenen, te beproeven en te bepalen in het goede en ware, dat Ik hem altijd getrouw heb geopenbaard. En dan gebeurt het dat de mensen zich door de bekoringen van de wereld, waarin op verborgen wijze het rijk van satan heerst, maar al te gauw gevangen laten nemen, Mij ondanks Mijn voortdurende vermaningen geleidelijk aan vergeten, Mijn geboden in de wind slaan en ze tenslotte met voeten treden. Van de naastenliefde gaan zij over naar eigenliefde, worden traag in alle goede werken en in die traagheid beginnen zij te bedenken hoe ze het moeten aanleggen om alle andere mensen voor zich te laten werken en hen blindelings te laten gehoorzamen.
Hoofdstuk 147: Over het toelaten van wantoestanden en verval onder de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] De andere mensen beginnen die leeglopers dan te geloven en hen voor een soort hogere wezens te houden; ze voelen zich gelukkig als ze regelmatig bij hen kunnen zijn en hun allerlei offers kunnen brengen, en uiteindelijk vragen ze de bedriegers zelfs of die hen in bescherming willen nemen.
Hoofdstuk 147: Over het toelaten van wantoestanden en verval onder de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Wil hij tegen een of ander buurland een oorlog beginnen, dan weten de hoge priesters wel hoe ze het moeten aanleggen dat de grote massa van tevoren door .de lagere priesters zodanig wordt bewerkt, dat de naderende oorlog van de wil van de goden uit gaat en dat de koning, als vertegenwoordiger van zijn mensen tegenover de goden, er niet omheen kan om hun door de hoge priesters bekendgemaakte wil heel ijverig op te volgen.
Hoofdstuk 150: De religieuze situatie in het land van de twee vreemdelingen (11.4.1864, vanaf vers 6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Als jullie in Mijn naam in de wereld uitgaan om de volkeren Mijn evangelie te verkondigen, zullen jullie het de kinderen ook als melkvoedsel moeten voorzetten. Want als jullie met leringen als deze zouden beginnen, zouden de mensen jullie als waanzinnigen beschouwen en helemaal niet luisteren naar wat jullie zouden onderwijzen en zeggen -waarover jullie je echter helemaal geen zorgen hoeven te maken, want er zal jullie altijd in de mond worden gelegd hoe en wat jullie moeten spreken. Al het overige zal Mijn geest dan doen bij allen die door jullie Mijn geest ontvangen en daarin wedergeboren worden. En daaruit zal dan ook het waarmerk bestaan, dat Mijn woorden niet uit de mond van een mens, maar uit de mond van God tot jullie zijn gekomen. En nu, Mijn Simon Juda, ben je nu meer verlicht dan voorheen?'
Hoofdstuk 155: Het begrip eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Dismas, die nu al de tweede beker wijn had leeggedronken en daarbij heel vrolijk en opgeruimd was geworden, deelde de mening van de waard en de opperstadsrechter en zei: 'Wat hebben die andere eigenzinnige tempeldwazen er nu aan, dat ze deze echte Heer der heerlijkheid Gods met hun duistere, ruwe grofheid tegemoet zijn getreden? Buiten voor de poort en bewaakt door veertien leeuwen zullen ze waarschijnlijk van angst en schrik bloed beginnen te zweten, terwijl wij hier vrolijk en opgeruimd de beste Cypruswijn uit de wijngaarden van de keizer drinken, waarvan ik in mijn hele leven nog maar één keer een beetje te drinken heb gekregen, terwijl ik het hier nu als het ware met bekers vol kan drinken.
Hoofdstuk 165: Het gesprek over het wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Als U verschenen was op de manier zoals de meeste profeten, te beginnen bij Mozes, U hebben aangekondigd, zouden wij nooit moeite hebben gehad om U in vol geloof tegemoet te komen; maar U bent op zo'n manier in deze wereld gekomen, dat men allerminst kon vermoeden dat U de beloofde Messias van de Joden en via hen ook van alle mensen op aarde bent.
Hoofdstuk 166: De bevrijding en bekering van de Farizeeën, die voor door leeuwen worden bewaakt (16.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...