Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1367 resultaten - Pagina 32 van 92

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[10] Wie dat op de juiste manier in zich opneemt en het volgens de volle, levende waarheid begrijpt, zal in eeuwigheid nooit door een valse profeet misleid kunnen worden; wie in zijn gemoed echter lijkt op een windvaan of een rietstengel in het water, zal natuurlijk niet de van rust vervulde en door waarheid verlichte haven van het leven vinden. Wees daarom geen windvanen en rietstengels, maar ware levensrotsen, waar de stormen en watergolven geen vat op hebben! - Hebben jullie dat nu goed begrepen?'
Hoofdstuk 71: De laatste tijd vóór de wederkomst van de Heer (Luc. 17:37) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Als jullie dat nu begrepen hebben, handel er dan ook naar; dan zullen Mijn woorden in jullie volledige, levende waarheid worden!'
Hoofdstuk 72: Het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Jazeker, want brood en vlees zijn een en hetzelfde, zoals ook wijn en bloed, en wie in Mijn woord het brood der hemelen eet en door volgens dat woord te handelen, dus door de werken van de ware, meest onbaatzuchtige liefde voor God en zijn naaste de wijn des levens drinkt, eet ook Mijn vlees en drinkt Mijn bloed. Want zoals het natuurlijke brood dat door de mensen wordt gegeten in de mens in vlees wordt veranderd en de gedronken wijn tot bloed wordt, zo wordt in de ziel van de mens het brood van Mijn woord in vlees en de wijn van de daadwerkelijke liefde in bloed veranderd.
Hoofdstuk 73: De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Als Ik echter zeg: 'Wie Mijn vlees eet', dan is daarmee ook al aangegeven dat hij Mijn woord niet alleen in zijn geheugen en in zijn hersenen heeft opgenomen, maar tegelijkertijd ook in zijn hart, dat -zoals Ik al zei - de maag van de ziel is, en dat ook heeft gedaan met de wijn van de daadwerkelijke liefde, die daardoor geen wijn meer is, maar reeds het bloed des levens; want het geheugen en het verstand van de mens verhouden zich precies zo tot het hart als de mond tot de natuurlijke maag. Zolang het natuurlijke brood zich nog tussen de tanden in de mond bevindt is het nog geen vlees, maar brood; als het echter fijngekauwd in de maag aankomt en daar met de maagsappen wordt vermengd, is het wat zijn fijne voedende delen betreft al vlees, omdat het overeenkomt met het vlees. Zo is het ook met de wijn of met water, dat zeker ook wijnstof bevat, omdat zonder water, dat de aarde in zich draagt om alle planten en dieren te voeden, de wijnstok zou sterven. Zolang je de wijn in je mond houdt, gaat hij niet in het bloed over; maar in de maag zal hij daar heel snel in overgaan.
Hoofdstuk 73: De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als jullie dat nu allemaal goed hebben begrepen en in je opgenomen, zullen jullie nu ook overeenkomstig de volle, levende waarheid inzien wat Ik in Kapernaüm wilde dat jullie zouden verstaan onder 'Mijn vlees eten' en 'Mijn bloed drinken', en jullie zullen dat voortaan zeker geen harde leer meer noemen.
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Waar echter nog enige waarheid en het leven daarvan in het hart van een mens woont, krijgt ook een hogere waarheid gemakkelijk ruimte, die dan het levende geloof en de kracht daarvan voortbrengt. En dat was bij deze metgezel van jullie het geval, en daarom heb Ik het ook laten gebeuren zoals hij geloofde. Dat is de reden van jullie ongeloof en hardheid van jullie hart, die jullie even blind maakt en houdt als jullie soortgenoten overal in het hele land der Joden. Nu heb Ik gesproken en zal Ik weer naar de herberg gaan.'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] In één tuin zag je ook heel mooie vrouwen en meisjes, waar je graag mee zou willen praten en nader kennis maken. Maar als zij, die de diepste levende waarheden zijn, jou als een puur, uiterlijk verstandsmens in het oog krijgen, vluchten ze van jou weg en jij denkt: 'Waarom willen ze mij eigenlijk niet, waarom vluchten ze van mij weg?' Dan ontwaakt je geweten weer en het laat je zien hoe arm je bent aan werken van liefde tot God en je naaste, en hoeveel onrecht, datje de arme weduwen en wezen hebt aangedaan,jij nog moet goedmaken -waar je verstand echter nog voor terugschrikt.
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] De Farizeeër vervolgde: 'Luister! De goud en zilverkloof, die jou zo beangstigde en waaruit je geen uitweg meer kon vinden, toonde je de toestand van je ziel die met louter begeerte naar goud bepantserd is en die ondanks al haar denken en zoeken geen uitweg uit die toestand meer kan vinden naar de vrije ruimte van de zuivere en levende waarheid vanuit God. De mijnwerkers, die jij de genoemde metalen in grote klompen uit de bergen zag halen, zijn je eigen onverzadigbare begeerten naar dergelijke aardse schatten. En de mijnwerker die tegen je zei dat er geen weg meer uit die kloof leidde en die jou ook niet zachtzinnig vertelde dat je zeker te gronde zou gaan, is je eigen geweten dat jou - als het ware voor de laatste keer - zeer ernstig vermaande, omdat je geen acht meer sloeg op zijn zachtere vermanende stem.
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De man die toen al gauw naar je toe kwam en je een heel belangrijke vraag stelde, die jij niet kon beantwoorden, was alweer je geweten,jouw geest van gene zijde uit God. Toen hij van je wegging, zag je onmiddellijk een boosaardig dier, dat niets anders was dan jouw oude begeerte, die jou ondanks de reeds vrijere toestand van je ziel in je gemoed achtervolgt. Maar omdat je nu een afschuw hebt van je oude zonde, is zelfs de herinnering eraan voor jou weerzinwekkend en verachtelijk, en je doet moeite om dat boosaardige dier te ontvluchten, opdat het je niet opnieuw grijpt en je te gronde richt en doodt. Zo'n gerechtvaardigde vrees van jou voor jouw kwaadaardige dier wordt door de hemel gezien en deze zendt een bliksemstraal van de levende waarheid uit God. Dit raakt jouw boosaardige dier zo goed, dat het daarna nog wel een poosje steigert en kronkelt, maar tenslotte toch in de afgrond stort en niet meer in jouw ziel tevoorschijn komt. .
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Dan zegt je geweten opnieuw: 'Grijp hem en bindt hem vast -waarmee je uiterlijke verstand is bedoeld - en werp hem in een donkere kerker, waar slangen en padden huizen!' Dat wil met andere woorden zoveel zeggen als: Neem zelf je wereldse verstand gevangen met behulp van je levende geloof in God en Zijn tot ons gekomen Gezalfde, en verban het en geef het terug aan de donkere wereld en haar giftige zorgen; want uit het woord Gods moet een nieuw en zuiver geestelijk verstand ontstaan, anders kun je de plaats van de ware, troostrijke zielenrust niet binnengaan.
Hoofdstuk 80: De Farizeeër verklaart de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] En kijk, dat allemaal het gevolg van het feit dat alle mensen liever de dode vrucht van de boom der kennis hebben gegeten dan de levende en leven gevende vrucht van de boom des levens.'
Hoofdstuk 83: Over de boom des levens en de boom der kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De levende geest in de mens is Mijn eeuwige liefde en wijsheid, die alles schept, ordent en in stand houdt; en deze geest is eigenlijk de ware en in zichzelf reeds eeuwige mens in de mens, die om zelfstandig te kunnen worden, zichzelf echter volgens Mijn eeuwige orde in hem pas mettertijd met een ziel en een lichaam bekleedt en zo een uiterlijk waarneembare vorm aanneemt.
Hoofdstuk 85: De Heer spreekt over Zijn menswording - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Wie in alles waarachtig is, heeft de ware vrees voor God in zijn hart; en wie die heeft, aanbidt God ook altijd en zoals het behoort. Want zoals de leugen een zeer grote ontering van God is, zo is de zuivere en levende waarheid ook een voortdurende, hoogste verering en geheel ware aanbidding van God. -Begrijp je dat nu?'
Hoofdstuk 86: Over het ware vrezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Iemand die welvoorzien is van alle goederen van deze aarde verleert het ware en gelovige bidden gemakkelijk. Als hij eenmaal in nood komt, dan begint hij ook wel hulp bij God te zoeken door te bidden; maar hij heeft er bij zichzelf te weinig vertrouwen in dat hij bij God verhoring zal krijgen, en dat komt duidelijk door een gebrek aan oefening in het levende, volle vertrouwen op God.
Hoofdstuk 87: Het oefenen in geloof en vertrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar als louter leraren en niet als mensen die zelf Mijn leer toepassen zullen ze niet in staat zijn tekenen te doen; want de kracht om tekenen te doen gaat niet uit van het verstand, maar van het levende geloof en de vaste wil tot handelen. Want het verstand van de hersenen is een dood werelds licht van de mens, dat nooit in de meest innerlijke regionen van de geest en zijn kracht kan doordringen; maar het levende geloof in het hart is het ware levenslicht van de ziel, dat in haar de geest wekt en ervoor zorgt dat die de hele mens doordringt. En als de mens van de geest doordrongen is, dan is hij ook doordrongen van de alvermogende kracht daarvan; en wat de levende geest wil, die dan met de ziel één wezen vormt, dat gebeurt, en de wil is dan al een volbracht werk.
Hoofdstuk 83: Over de boom des levens en de boom der kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...