Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1160 resultaten - Pagina 32 van 78

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[6] En zie, toen ontkiemden uit de vaste delen van de aarde allerlei kruiden, planten, struiken en bomen, en in de zeeën, meren, rivieren, beken en bronnen wemelde het van allerlei wormen, vissen en dieren; en de lucht was vol leven door allerlei soorten vogels. En het getal van iedere soort zowel in de wateren als op het vaste land en in de lucht was gelijk aan het getal van de mens, die uit dit getal gemaakt werd, en het was gelijk aan het getal van de genade van de Liefde en was gelijk aan het getal van de toekomstige verlossing en de daaruit ontstane en voortkomende wedergeboorte.
Hoofdstuk 7: De oertijd van aarde en maan. De schepping van Adam en Eva - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En hij zag dat het nog boze deel in hemzelf de slang was die hij zojuist had opgegeten en hij zag dat hij alleen door zijn wrevel die boze delen had ingeblazen in haar weer op aarde teruggekeerde wezen. En hij zag dat de woorden van de slang zijn eigen woorden waren, afkomstig van wat nog in de diepste grondlagen van zijn oerwezen leefde, dat al van vóór de schepping van de zichtbare, materiële wereld stamde.
Hoofdstuk 15: Kaïns bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Je sprak tegen de bergen en zij gaven je antwoord; en je bevroeg de zee en deze antwoordde; en je richtte je stem tot de diepe delen van de aarde en het antwoord is niet uitgebleven, en je richtte de klank van je woorden tot alle bomen, struiken, planten, kruiden en tot al het gras en zij lieten je hun namen weten en vertelden je vol eerbied, waarvoor zij deugden en waarvoor jij ze dus kon gebruiken volgens jouw eigen vrije wil; en zo gaf ook al het gedierte, dat je met de stem van je borst hebt aangesproken, ieder op zijn manier je een begrijpelijk en eveneens volledig antwoord terug en toonde in hoeverre het bestemd was tot dienstverlening aan jou en tot volledige ondergeschiktheid aan je wil; en de winden leerden je hoe je hen kon gebruiken volgens je eigen wil; en dit alles zag en hoorde je en werd ook Eva gewaar.
Hoofdstuk 11: De geboorte van Kaïn en Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Maar ik vraag jullie allen naar recht en billijkheid of het het volk niet beter zou vergaan onder de brokstukken van het vat, dan onder onze voortdurende slagen met taaie roeden, harde knuppels en stevige stokken! En zeg me, wat heeft hij dan voor het vat van de liefde onder de aarde gedaan? Ik geloof dat afgezien van de talloze bloeddruppels van onze broeders er zich zeer weinig in zal bevinden! En hadden wij de regering niet op een listige wijze naar ons toe getrokken, - zou hij dan ook niet als god van alle gruwelijkheden beslist begonnen zijn de een na de ander te laten doden?.
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Omdat ik het volledig met jullie eens ben, geloof ik dat mijn oordeel niet onterecht is als ik te werk ga volgens mijn gevoel, dat lang genoeg als verstard al de gruwelen en misdaden van Hanoch aan moest zien. Want wie gevoel heeft en ontvankelijk is voor pijn en kwelling, die heeft het zeker ook voor weldadigheid; dat heb ik talloze malen gezien. Laten wij daarom in de toekomst regeren door weldaden te bewijzen. Diegene die toen het kwade deed, hem geschiede volgens de maatstaf van zijn daad, daarbij in het oog houdend dat hij ook een broeder is; laat het goede echter tienvoudig over de gehoorzamen en de weldoeners komen. En dan zal aan de oude God een waardig offer worden gebracht, dat Hem beslist zal bevallen als wij aan Hem datgene weer terugbrengen wat Kaïn en Hanoch zo misdadig lichtzinnig voor ons allen hebben verloren doen gaan."
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En zie, toen zij dit nu met grote vreugde in hun hart hadden gedaan, richtten zij op de roep van Meduhed hun ogen omhoog, zagen een lichte wolk het hele land omhullen en zagen een overvloed van grote druppels een uur lang uit de wolk neervallen. Toen zagen zij deze wolk van zegen zich weer delen en daaronder zagen ze een kleine regenboog brandend oplichten, en zij voelden ook een heel zachte wind uit de richting van de morgen waaien, die hen bij monde van Meduhed luid verkondigde, dat Ik nu het land voor hen had gezegend, waarop zij in de reeds vermelde orde aan land klommen en dat wederom met grote vreugde in hun harten deden, zoals de wijze en vrome Meduhed hen liefdevol had aangeraden. En toen dit nu gebeurd was, riep Meduhed hen allen bij zich en hield een krachtige rede, die aldus luidde:
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] "Rijs op uit de dood! Dat is de wil van de grote, almachtige God en Heer van al Zijn talloze schepselen! De korte tijd is snel verstreken; snel hebben de dagen en nachten in jullie zwakke bestaan elkaar afgewisseld. Destijds, toen jullie door mij, hyena, krachtens de machtige wil van de allerhoogste God werden weggeleid, zagen jullie dat de volle maan de ontoegankelijke paden door een wirwar van hoogten verlichtte tot aan het hol, dat ik en mijn kinderen bewoonden en dat wij je gewillig hebben afgestaan, zodat je je aldaar hebt kunnen verkwikken in de frisse koelte van de aarde. Kijk nu weer naar de maan en zie, dat hij opnieuw groot en vol is geworden, terwijl hij hiervoor zijn licht verloren had tot er niets meer van over was en toen een kind is geworden, daarna een jongeling en nu wederom is als een man, in zijn volle kracht en majesteit.
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] Zie, ik ben een krachtige, wrede bewoner van deze ongastvrije omgeving vol met dode stenen en stekend, doornig struikgewas, en ik moet uit noodzaak en door mijn natuur gedwongen ook op wrede wijze wat erbarmelijk voedsel zoeken en dankbaar aanvaarden wat Gods gericht mij slechts karig heeft toebedeeld en bovendien vaak dagenlang razende honger dulden en lijden. Daarom zeg ik tegen jullie: als iemand mij in mijn grote nood ook maar één druppel water zou reiken om mijn brandende dorst te lessen en hij zou daarmee mijn droog geworden tong laven, - als een schutsengel zou ik hem dan vol dankbaarheid volgen en mijn laatste hap met hem delen en sterven uit liefde voor mijn weldoener!
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Maar nu gebeurt er iets, dat geen engel in alle eeuwigheid ooit zal begrijpen: terwijl Hij, de Heilige in Zijn toorn met Zijn rechterhand alles vernietigt vanwege de heiligschennis door de zonde van de grote boosdoener, beschermt tegelijkertijd Zijn evenzeer heilige linkerhand de wenende zondaar! En slechts een klein traantje van de zondaar viel in het zo meedogenloos van toorn, gloeiende oog van God en zie, alle toorn was verdwenen, en reeds lachte een nieuwe schepping in en uit alle eindeloze ruimten de ongehoorzame mens toe, en op de aarde en op alle werelden was er weer een vrolijk gewemel van talloze schepselen ten dienste van de ongehoorzame mens.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] En als jullie dat in alle deemoed en vrijwillige gehoorzaamheid uit zuivere, onbaatzuchtige liefde voor God zullen doen, zal Hij ook altijd bereid zijn jullie vol genade Zijn heilige wil mee te delen, deels indirect door de sprekende natuur, maar deels ook rechtstreeks door Zijn eigen levende woord, dat helder klinkt in jullie harten.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Het rijk verviel toen weer in vele delen, tot dan eindelijk in het jaar van de wereld 3786 Liehu-Pang (een straatrover) een leger van gelijkgezinden bijeenbracht, als veldheer alles onderwierp en zich tenslotte als alleenheerser (keizer) en zoon van de hemel, opwierp. Zoveel als maar mogelijk was, verzamelde hij oude, nog ergens verborgen geschriften en sagen, regelde de godsdienst, stelde priesters aan die over het heiligdom moesten waken en scheidde het volk in bepaalde klassen of kasten, waarbinnen men moest blijven op straffe des doods.
Hoofdstuk 37: De prehistorie van het Chinese volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En zie, toen rolde er een traan uit het heldere oog van de eeuwige Liefde in de duistere ruimte van de eeuwigheid en werd tot een groot water. En de Liefde ademde over het grote water in de diepte en de wateren splitsten zich en uit het water ontstonden talloze druppels. En het vlammetje boven het hoofd van de eeuwige Liefde nam op hetzelfde ogenblik in omvang toe en ontstak de druppeltjes en die werden talloze grote zonnen; uit de zonnen sproeiden in de warmte van de eeuwige Liefde planeten, en uit deze hun manen.
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] En deze heilige wil, waarin alle kracht en macht, alle wijsheid en sterkte, het eeuwige leven en de meest zalige, meest vreugdevolle vrijheid heerst en eeuwig zal heersen, luidt als volgt: jullie zijn allemaal volkomen gelijk voor God, jullie zijn broeders en zusters; daarom zal niemand er ooit ook maar van dromen op de een of andere wijze boven de anderen uit te willen steken. Want kracht noch schoonheid, jeugd noch ouderdom, deugd noch wijsheid of wat voor voortreffelijke eigenschap ook, mag je ooit voorrechten verlenen, maar met al deze voordelen moeten jullie volgens de goddelijke wil slechts in alle liefde en overgave elkaar bijspringen en de klaarblijkelijk minder begaafden bijstaan, opdat jullie gelegenheid zullen hebben om de goddelijke deugd van de eeuwige, door de bovenmatig goede Schepper in jullie ingeplante liefde te beoefenen. Want slechts uit de zuiverste en grootste liefde heeft de almachtige heiligheid van God zich laten bewegen om jullie slechte, ondankbare, eer, liefde en God vergetende mensen uit Zich te scheppen en dan ter wille van jullie ook nog een talloze, oneindige hoeveelheid wezens van allerlei onoverzienbare soorten, die jullie op alle mogelijke wijzen hadden moeten dienen.
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Omdat jullie dus de jongsten waren en dat nog zijn, en tegen je wat betere neiging in, je noodgedwongen hebben moeten aansluiten bij het slangenleger van Tatahar, heeft de onmetelijke liefde van God zich over jullie ontfermd en leerde je eerst de oneindige misdadigheid kennen van Lamech, de godloochenaar, in zijn hoogst hovaardige heerszucht. Toen leidde zij jullie op wonderbaarlijke wijze in korte tijd hierheen over een zo lange afstand, die, als een mens met normale snelheid zou lopen, nauwelijks in honderden twintig dagen af te leggen zou zijn. Zij had jullie van tevoren gered uit de dodelijke klauwen van de wilde beesten, waarin de godvergeten Tatahar zijn rechtvaardige gericht vond en toonde je toen door de dood, de dood van jezelf. Ik ben reeds sinds lang geheel en al levend, en de liefde van God zond mij nu naar jullie toe om je uit de slaap van de dood te wekken en om jullie het leven in deemoed en in onafgebroken vrijwillige gehoorzaamheid aan de meest heilige wil van God te tonen en om jullie naar een land te leiden, dat de eeuwige liefde van God goed voor je heeft voorbereid. En als jullie jezelf in alle deemoed in de liefde tot Hem geheel zullen hebben leren kennen, dan pas zullen jullie door de ermee gepaard gaande genade ook de ware, heilige, grote waarde van het leven in jezelf erkennen en pas daardoor ook het meest heilige en het allergrootste in de eeuwige liefde van de heilige, almachtige Schepper van alle dingen en meest liefdevolle Vader van alle engelen en mensen, niet alleen van deze aarde, maar van nog talloze andere werelden, waarvan jullie tot nu toe nog nooit ook maar enig vermoeden hadden; want dat te weten is slechts de kinderen en de engelen Gods gegeven.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Want bij God is geen enkel wezen van enig belang en er is Hem ook ten eeuwigen dage niets gelegen aan miljarden van zulke geesten, zoals jij er een bent; want Hij is bij machte op ieder ogenblik talloze miljarden nog grotere geesten dan jij te voorschijn te roepen om ze daarna weer voor eeuwig te vernietigen, als zij niet overeenkomen met Zijn eeuwige heerlijkheid!
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...