Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2373 resultaten - Pagina 32 van 159

...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...
[1] (DE HEER:) 'Ik geef jullie hiermee een Gods en levensleer, die zo ver van iedere ceremonie afstaat als de ene pool van de hemel van de andere; deze behoeft geen sabbat, geen tempel, geen gebedshuis, geen vasten, geen eigen Aäronstaf en -kleed, geen hoofdbedekking met twee horens, geen ark van het verbond, geen rookvat, geen gewijd water en al helemaal geen vervloekt water! In deze leer is de mens zelf alles in alles en heeft niets anders nodig dan zichzelf.
Hoofdstuk 132: De verlossing van het ceremoniële juk en de wet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Daar schrok PETRUS hevig van, hij viel voor Mij neer, vroeg Mij om vergeving en voegde er huilend aan toe: 'Heer, toen we op deze zelfde zee naar de plaats voeren waar we nu meerdere dagen zijn gebleven, zei U tegen Mij vanwege mijn geloof 'Simon Juda, jij bent Petrus, een rots, op wie Ik Mijn kerk zal bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen! Jou zal Ik de sleutel van het hemelrijk geven. Wat jij op aarde zult ontbinden, zal ook in de hemel ontbonden zijn, en wat jij op aarde zult binden, zal ook gebonden zijn in de hemel!' Heer, dit waren letterlijk Uw heilige woorden uit Uw heiligste mond, gericht tot mij, arme zondaar. Ik heb mezelf daar nooit om geroemd en mij steeds voor de geringste onder ons gehouden, -en vanwege een weliswaar slechts menselijke waarschuwing, die echter alleen maar ontsproot uit mijn grote liefde voor U, hebt U mij tot vorst van de hel gemaakt! Heer, wees toch genadig en barmhartig voor de armzalige visser Petrus, die eerst zijn net in zee wierp, toen vrouwen kinderen verliet en U volgde!'
Hoofdstuk 170: Petrus' blinde ijver en zorg om de Heer (Ev. Matth. 16,20-23) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Maar JOHANNES zei: 'ik verbaas me over je welbespraaktheid en je levensopvattingen, die voor een deel waarlijk niet verwerpelijk zijn; maar wat betreft je mening dat dit leven helemaal geen waarde heeft en enkel een spel is van de grote natuur, - werkelijk, daarin vergis je je zeer! Heb je dan nooit iets over een God gehoord, die hemel en aarde en alles wat zich daarop bevindt uit Zichzelf heeft geschapen? Men ontdekt toch immers gemakkelijk een bepaalde ordening in alles wat bestaat: de doelmatigheid van de ledematen van een dier en meer nog van een mens! Hoe fijn berekend zijn het oog en het oor!
Hoofdstuk 176: Johannes onthult het leven van Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] JOHANNES zegt: 'Over dit hoofdstuk hebben we weliswaar reeds gesproken; maar om je nog een nadere vingerwijzing te geven zeg ik je dat God, de Heer van de hemel en van deze aarde, ieder mens die naar de waarheid streeft een gevoel in z'n hart heeft gelegd, dat de waarheid nog veel eerder herkent en beseft dan een nog zo ontwikkeld verstand.
Hoofdstuk 177: Het ware, levende geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] JOHANNES zegt verder: 'Zou de aarde zo bekoorlijk en aangenaam zijn om te zien, als er helemaal geen bergen waren of als er geen verschil tussen de bergen zou zijn? En als er op aarde maar één enkele boomsoort voorkwam en maar één grassoort? En als er geen zee was, maar alleen kleine, ondiepe, vijvers die precies op elkaar leken, geen grotere diepe meren, geen grote rivieren en stromen, maar alleen kaarsrecht stromende, handbrede beken? En dan ook nog alleen maar precies gelijke vierkante wolkjes aan de hemel, die aldoor alleen maar in een en dezelfde richting heel langzaam voorbijtrokken? Zou het aangenaam zijn als je aan het firmament in plaats van verschillende sterren, ofwel alleen maar zonnen ofwel alleen maar manen zou zien zonder dat de dag door een rustige nacht afgewisseld zou worden?!'
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Zie, vóór de zojuist genoemde eerste ware mensen waren er ook wel -zoals op talloze hemel en aardelichamen die op deze aarde lijken wezens, die wat hun uiterlijke vorm betreft zeer sterk op de huidige mensen leken! Er waren vele tijdperken op deze aarde waarin een eerder geslacht geheel onderging en er langzamerhand een nieuw voor in de plaats kwam, dat altijd in een bepaald opzicht iets volmaakter was.
Hoofdstuk 198: De oergeschiedenis van de levende wezens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Daarom is daar ook geen sprake van verdienste, zoals het ook hier op aarde geen verdienste van de bij is, om voor zichzelf de kunstige cel te bouwen en daarvoor de stof uit de bloemen te halen en te verwerken; want de bij is toch zeker voor ieder denkend mens slechts meer een werktuig van een geestelijke intelligentie van gene zijde dan een wezen met zelfbeschikking dat vrij werkzaam is. En bijna hetzelfde is op alle andere hemel lichamen het geval met de creatuurlijke mensen, ook al zijn hun uiterlijke vormen vaak onvergelijkbaar veel mooier en edeler dan op deze aarde.
Hoofdstuk 200: Het verschil tussen de mensen van deze aarde en die van de andere werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ten tijde van Abraham werden Sodom en Gomorra alweer met de overige tien steden vanwege de grofste ondeugden door vuur en zwavel uit de hemel inclusief de mensen en het vee dermate vernietigd, dat er geen spoor van hen meer overbleef: Op de plaats van deze steden vind je nu de Dode Zee, waarin tot op dit uur geen dier kan leven, en ook de vogels vermijden het daaroverheen te vliegen.
Hoofdstuk 204: Messias en verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Men lacht ons vanwege onze mythische godenleer nu al bijna overal uit en maakt deze voor je reinste oude onzin uit; maar wat moet men dan wel niet over de joden vanwege hun Messias zeggen? Goede hemel! Zo'n grenzeloze domheid en verwarring van de menselijke geest ben ik werkelijk nog nergens in de hele wereld die ik bereisd heb ooit tegengekomen! Vertel me wat daar voor flauwe onzin achter moet steken! Dat is toch werkelijk ontzettende grootdoenerij vooral van de vooraanstaande joden ten overstaan van ons, Grieken en Romeinen, en ze verheugen zich er al op dat hun Zeus ons hun land uit zal drijven met een vreselijk vlammend zwaard, waaruit met iedere goed gerichte slag minstens honderdduizend vernietigende bliksems over alle heidenen in het rond zullen spatten! Wel, dat is toch wel een beetje al te kras! -Wat zeg jijzelf, als jood, van deze oude dwaze jodengrap?"
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] De wederzijdse toenaderingsneiging kan echter alleen maar binnen de heilzame perken worden gehouden, doordat er aan de vrije ziel wetten worden gegeven volgens welke deze met vaste schreden de gang van haar natuurlijke leven kan inrichten. Natuurlijk kunnen zulke wetten, willen ze ten volle werken en zegen brengen, alleen maar door Hem gegeven worden die hemel, geesten, zon, sterren, de maan, deze aarde en alles wat zich erin, erop en erboven bevindt, ademt en leeft heeft geschapen. En dat is van de kant van de Schepper ook te allen tijde gebeurd; alleen waren er altijd maar weinigen die zulke wetten ernstig in alles in acht hebben genomen. Maar degenen die volgens zulke voorschriften leefden, hebben daar ook altijd de ware tijdelijke en eeuwige zegen van geoogst; maar de trage mensen en zij die geringschattend zijn en ongelovig, hebben het tegendeel ervaren aan zichzelf, zoals zelfs ook aan anderen die waren zoals zij.
Hoofdstuk 199: De verscheidenheid der werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik ga Me intussen bezighouden met hetgeen Mij is opgedragen door Mijn Vader, die in de hemel woont en volledig één is met en in Mij. Maar wie hier vandaag bij Mij wil blijven kan dat ook doen; want niemand is verplicht om hier weg te gaan, alleen wie dat wil kan het doen; zowel het een als het ander zal zeer zinvol zijn. Doe nu wat jullie wil je ingeeft!'
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] De joden hebben hun hemel en hun hel, wat eigenlijk helemaal hetzelfde is als bij de heidenen het Elysium en de Tartarus. Op dezelfde manier hebben de Indiërs een tweevoudig almachtig wezen, een goed en een slecht, dat verschillende vormen, namen en eigenschappen heeft. Zo zijn de elyseese goden allemaal goed en die van de Tartarus allemaal slecht.
Hoofdstuk 224: Aziona vraagt naar het leven van de ziel na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Nu zijn er echter op deze aarde ook mensen die als kinderen van buitengewoon rijke ouders alle mogelijke opvoeding en ontwikkeling genoten hebben. Maar toen ze ouder werden en belangrijke functies en hoge eervolle posities kregen, voer de duivel van de hoogmoed in hun hart. Ze begonnen te heersen, hun medemensen te haten, te bedriegen en te onderdrukken en zich helemaal over te geven aan de lust van hun zinnen. Hun hemel, waar ze vol begeren naar streefden, was een uiterst luxueus leven in alle weekheid, pracht en weelde. Wie hen niet wilde dienen werd op de meest gruwelijke wijze vervolgd en zonder enig pardon te gronde gericht.
Hoofdstuk 226: Het leven van de wereldmensen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Pas na een poos vermande PETRUS zich en zei: 'Heer, zijn we nu al in de hemel of slechts in het paradijs? Het is net alsof ik heel zacht fluisterende engelenstemmen om me heen hoor!'
Hoofdstuk 234: De verheerlijking van de Heer op de berg Tabor (Ev. Matth. 17, 1-2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] IK zei: 'Noch in de hemel, noch in het paradijs in specie* (* in het bijzonder) , maar heel eenvoudig en natuurlijk op de aarde! Maar doordat we zowel de hemel alsook het paradijs door de kracht van Gods woord in ons hebben, omdat het waars en goeds bevat, zijn we ook daadwerkelijk in de hemel en het paradijs tegelijk. Dat is het ook wat jullie gemoed doet stralen, en omdat jullie in je gemoed voor Mij stralen, straalde ook Ik zelfs naar buiten toe voor jullie ogen, opdat jullie inderdaad gewaar worden dat jullie tegelijkertijd in het paradijs en in de hemel zijn omdat je innerlijk vol is van het ware van het geloof en daardoor van het goede van de liefde; want de echte hemel en het ware paradijs bestaat alleen hieruit, dat jullie in Mij geloven en datgene doen wat Ik jullie leer en Mij tenslotte in jullie daden met heel je hart liefhebben en zo het ware rijk van God in jezelf hebben, zonder dat het ergens anders op enige plaats bestaat. Als het echter eenmaal in jullie bestaat, is het ook plaatselijk overal in de hele oneindigheid, en waar jullie plaatselijk ook mogen zijn, hier op aarde of in de maan of op een van de vele sterren die louter hemellichamen zijn, zijn jullie door je zalige broeders omgeven, ook al kunnen jullie hen met je lichamelijke ogen niet zien vanwege jullie lichaam:'
Hoofdstuk 234: De verheerlijking van de Heer op de berg Tabor (Ev. Matth. 17, 1-2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45  ...