Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

644 resultaten - Pagina 33 van 43

...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43
[2] Let nu goed op. De ons reeds bekende monnik komt weer heel bescheiden naar me toe en vraagt ook meteen: lieve vriend en broeder, wij allen zien jou zonder twijfel als verheven bode van de Heer, maar begrijpen nog steeds niet wie die vreemde, eenvoudige man is. Zeg ons daarom wie deze man is, want ik heb hem echt goed geobserveerd en ik moet je eerlijk bekennen dat het mij daarbij steeds warmer om het hart werd en heel veel van mijn broeders bekenden mij dezelfde ervaring te hebben. Daarom denk ik dat er achter deze man beslist geen geringe persoonlijkheid schuilgaat. Hij is Petrus of Paulus of misschien zelfs wel de lievelingsleerling van de Heer! Als ik er niet te ver naast zit, laat me dat dan op een broederlijk vriendelijke manier weten. Ik weet weliswaar nog niet wat er verder met ons zal gebeuren; komen we in de hel of op z'n minst in het vagevuur? Maar het is zeker dat ik deze vreemde, eenvoudige man zal liefhebben, waar ik me in alle eeuwigheid ook mag bevinden, en wel omdat hij zo bescheiden, eenvoudig en liefdevol is. Ik heb dat duidelijk gemerkt toen ik hem gadesloeg en zag hoe minzaam, broederlijk en liefdevol hij omging met onze prior en zo inschikkelijk was en meeging in zijn zwakheid, dat hij hem tenslotte zelfs voor de op handen zijnde verschrikkelijke aankomst van de Heer in bescherming nam.
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Kijk, de ons bekende praatgrage monnik gaat hem ook al tegemoet en vraagt hem met een verschrikt gezicht: luister broeder, hoe is het mogelijk dat je in deze huiveringwekkende tijd, waarin we gezamenlijk wachten op de onverbiddelijke Rechter, met zo'n opgetogen gezicht vanuit jouw goede schuilplaats naar ons toe kunt komen? Heeft jouw eenvoudige leidsman dat bij jou bewerkstelligd of heb je jezelf moed ingesproken? Vertel mij en ons allen waarom je zo vrolijk bent geworden. De Heer zij alle lof, eer en dank dat Hij jou deze vrolijkheid toestaat. Wij arme zondaars daarentegen staan hier des te meer angst en vrees uit. Als wij toch ook een beetje geholpen konden worden, dan zou dat werkelijk voor ons angstige gemoed van het grootste belang zijn.
Hoofdstuk 97: De bekentenis van een prediker Huiswaarts - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Beschouw maar eens de geschiedenis van de verloren zoon. Wat heeft hij voor bijzonders gedaan om zich met zijn diepgekrenkte Vader te verzoenen? Niets anders dan, gedreven en genoodzaakt door grote en gruwelijke armoede, weer naar het huis van zijn Vader terug te keren, om daar desnoods de laagste knecht te zijn. Maar wat deed de Vader? Hij kwam deze terugkerende zoon reeds halverwege tegemoet. En toen deze bij hem was, voor hem neerzonk en hem zijn uit nood geboren verlangen bekende, hielp de vader hem dadelijk overeind, drukte hem aan zijn heilige borst, liet hem terstond de mooiste kleren aantrekken en zorgde voor een groot vreugdemaal.
Hoofdstuk 97: De bekentenis van een prediker Huiswaarts - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Maar nu komt de andere, ons reeds bekende monnik naar de prior toe en zegt: luister eens broeder, hoe lang wil jij onze allerliefdevolste heilige Vader nog op een antwoord laten wachten? Als ik zou moeten antwoorden dan was ik, en verscheidene anderen met mij, daar al lang mee klaar. Ik zeg je slechts wat mijn innerlijk gevoel me zegt en dat luidt als volgt: o Heer en Vader, in al Uw oneindige liefde en ontferming, met U en bij U is het overal, dus ook hier in deze wondermooie, hemelse heerlijkheid buitengewoon goed toeven. Blijft U hier, dan zal ik me hier allerzaligst voelen. Maar blijft U als de allerheiligste Oerbron van al deze heerlijkheden niet hier en is hier voor U nog geen blijvende woonplaats, dan wil ook ik hier niet blijven, maar als het Uw heilige wil is, met U verder trekken tot de plaats waar U zult zeggen: hier ben Ik thuis! Wat denk jij broeder, zou dat niet een goed antwoord zijn?
Hoofdstuk 99: Nog een zware beproeving - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Daaruit volgt heel duidelijk dat ieder mens door de aard van zijn liefde de schepper wordt van zijn eigen innerlijke wereld, en dat hij nooit in een of andere hemel of hel kan komen, maar slechts in het werk van zijn liefde. Daarom staat er ook: 'en jullie werken volgen je na'. En juist op de wijze zoals wij nu de verschijningsvorm van de hel hebben meegemaakt, beleven de ons bekende zonnekinderen dat ook. Wat er verder met hen gebeurt, zullen we in het volgende zien.
Hoofdstuk 119: De geest, schepper van zijn eigen wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Een goed landschapschilder, tevens groot liefhebber van mooie juristenpartijen, komt van zo'n openluchtfeest thuis. De omgeving die hij daar heeft gezien, bevalt hem dermate dat hij er wel voor altijd zou willen blijven, maar zijn zaken laten dat niet toe. Wat blijft hem dan over om zich, tenminste voor de schijn, in deze voor hem zo prachtige omgeving op te kunnen houden? Hij schildert dit landschap met groot vakmanschap op twee lege, grote wanden in zijn woonkamer zo voortreffelijk, dat iedere bezoeker hoogst verbaasd ogenblikkelijk de prachtige, algemeen bekende omgeving herkent.
Hoofdstuk 119: De geest, schepper van zijn eigen wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Neem bijvoorbeeld een schrijnwerker die een kist moet vervaardigen. Daarvoor heeft hij het jullie bekende gereedschap nodig. Hij werkt vlijtig en zal binnen enkele dagen zijn kist klaar hebben. Daarvan was vooral de drang die hem tot zijn ijver aanzette, de reden. Waarom was hij dan zo vlijtig en gaf hij gevolg aan zijn innerlijke drang? Omdat hij de kist zo gauw mogelijk voor gebruik klaar wilde hebben. Verdere vraag: waar komt deze drang vandaan, waar ligt zijn oorsprong? Deze drang is afkomstig van het scheppende vermogen van de geest. Hoe dan wel? De geest draagt de eigenschap in zich om hetgeen hij in zijn gedachten geschapen heeft, ook dadelijk als object te willen realiseren.
Hoofdstuk 111: Lichaam, geest, levensbeginsel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Is die passie op deze manier overwonnen, dan zoekt de geest in zichzelf naar iets dat hem op aarde ook veel genoegen verschafte, bijvoorbeeld een spel. In dat geval verlangt hij naar speelgenoten. Ook deze wens wordt ingewilligd. Hij komt in gezelschap van bekende vrienden en bij de eerste samenkomst gaat het verlangen alleen maar uit naar het zo vlug mogelijk arrangeren van een spel. En al gauw wordt hij in een toestand verplaatst waarin hij alles vindt wat voor het spel nodig is, precies zoals in zijn eigen huis op aarde: kaarten, geld en dergelijke. Het spel begint, maar eindigt gewoonlijk met het verlies van al zijn geld en zijn huis. Dat hij daardoor een hekel aan het spel begint te krijgen is vanzelfsprekend; maar helaas krijgt hij ook een hekel aan de spelers die hem alles afhandig hebben gemaakt. Maar dan zijn onze begeleiders alweer onmiddellijk bij de hand, tonen hem het nietige van zijn hartstocht en hoe hij zich daardoor steeds meer van God verwijdert in plaats van Hem naderbij te komen.
Hoofdstuk 121: Ieder leven heeft vanuit de liefde van de Heer bepaalde wegen te gaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Om grondig te weten waaruit de eigenlijke, ware 'naastenliefde' bestaat, moet men eerst weten en volledig begrijpen wie nu eigenlijk een naaste is. Dat is de grootste moeilijkheid. Men zal zeggen: hoe komen we daar achter? Want de Heer Zelf, die als enige de naastenliefde aanbevolen heeft, heeft nergens iets naders aangegeven. Toen de schriftgeleerden Hem vroegen wie de naaste dan wel zou zijn, toonde Hij hun slechts in een gelijkenis, wie voor de bekende ongelukkige Samaritaan een naaste was, namelijk een Samaritaan zelf, die hem naar de herberg bracht nadat hij zijn wonden met olie en wijn had verzorgd.
Hoofdstuk 104: Waaruit bestaat de eigenlijke, ware naastenliefde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk, dat zijn al jullie bekende, van Gods geest vervulde patriarchen, vaders, profeten, leraren en leiders van het volk. Maar op aarde zijn er toch ook een heleboel kunstmatige lichten; wie zijn deze dan in het Oude Testament? Dat zijn die achtenswaardige mensen, die getrouw leefden volgens het woord dat uit de mond van de met Gods geest vervulde mensen kwam, en die door hun levenswandel hun buren verlichtten en verkwikten.
Hoofdstuk 98: Elfde zaal - elfde gebod. De liefde tot God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Wanneer jullie dit ook maar enigszins nauwkeurig beschouwen, dan ligt het zelfs voor de hand dat alle uiterlijke, ons bekende onzekerheden van het uiterlijke beeld van de wet niets anders zijn dan louter innerlijke, algemene zekerheden. Hoe, dat zullen we dadelijk zien.
Hoofdstuk 97: De innerlijke, eigenlijke betekenis van het tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Want hier barricadeert Hij de toegang tot Hem door het bekende oog van de naald, opent zichtbaar de afgrond van de hel en toont daarin werkelijk een verdoemde, spreekt op een verschrikkelijke toon tegen de heers- en hebzuchtige farizeeërs, waarbij Hij hun duidelijk te kennen geeft dat hoereerders, echtbrekers, dieven en nog andere zondaars eerder het rijk Gods zullen binnengaan dan zij.
Hoofdstuk 92: Woekermentaliteit - het meest verderfelijke voor de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Nu zegt weliswaar iemand: als men de zaak zo moet opvatten, dan is elke ons bekende leugen, elke valse eed evenals ieder woordbedrog als niet zondig en als heel gewoon te beschouwen. Goed, zeg ik, deze opmerking is zo slecht nog niet, maar volgens jullie spreekwoord: 'Wie het laatst lacht, lacht het best' zullen we dat genoegen tot het einde bewaren.
Hoofdstuk 85: Achtste zaal - achtste gebod. Het materiële omhulsel - het middel om te liegen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Zo moest ook de bekende 'satan' zich in het paradijs voor het eerste mensenpaar met de materiële gedaante van een slang omhullen, waarmee hij zichzelf kon afschermen, om vervolgens anders te kunnen denken en spreken.
Hoofdstuk 85: Achtste zaal - achtste gebod. Het materiële omhulsel - het middel om te liegen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Maar nu zal men zeggen: als dat zo is, dan is het bekende stelen en roven immers geoorloofd. Maar ik zeg: geduld maar, het vervolg zal alles duidelijk aan het licht brengen. Maar voor nu zullen we ons hiermee tevredenstellen, omdat we nu weten wat onder stelen moet worden verstaan en dat de Heer door dit gebod nooit het eigendomsrecht heeft ingevoerd.
Hoofdstuk 83: Wat betekent `stelen'? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43