Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 33 van 84

...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...
[2] Joses zei: 'Daar zullen we met onze puur menselijke kracht lang voor nodig hebben'
Hoofdstuk 229: Het vreugdemaal bij de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Lazarus zei: 'O, beslist; maar voor jullie zelf is daarbij eerlijk gezegd nog weinig heil te verwachten! Wat jullie ten gunste van Zijn taak van nu af aan in de tempel willen doen, heeft een goede menselijke bedoeling; maar als jullie bedenken dat Hij, die jullie nog steeds de beroemde Galileeër noemen, waarlijk de Heer zelf is, aan wie alle macht en wijsheid ten dienste staan, moet het jullie toch duidelijk zijn hoe onnozel en zinloos de gedachte is en hoe dom de inbeelding van de mens, om in zijn sterfelijke zwakheld en blindheid door middel van een advies of daad God te willen helpen. Hij heeft onze hulp eeuwig niet nodig, maar wij alleen die van Hem!
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] De tweede spreker, die zich aan de mooie gestalte van Rafaël niet genoeg kon verlustigen, zei: 'Ja, ja, jij bent werkelijk een aartsengel! Ik geloof nu alles en nu is het grote verlangen in mij opgekomen om met de zeer verheven Galileeër samen te komen, voor Hem neer te knielen en Hem om vergeving te vragen voor alle grote zonden, die ik op deze wereld al begaan heb!'
Hoofdstuk 10: Rafaël maakt zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] En kijk: wat jouw lichaam voor je ziel is, dat is de aarde voor het hele menselijke geslacht! Wie zich al te zeer door de glans van haar schatten laat verblinden en gevangennemen, die komt ook uit eigen vrije wil in het gericht en de materiële dood daarvan, waaruit hij zich nog veel moeilijker zal bevrijden.
Hoofdstuk 12: Over de materie en het gevaar ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] En zo kan de menselijke ziel haar bestaan al helemaal nooit volledig verliezen; maar ze kan door haar eigen wil erg ongelukkig en onzalig worden en ze kan, als ze het maar serieus wil, ook weer door haar eigen vrije wil gelukkig en volledig zalig worden.
Hoofdstuk 17: De behandeling van de mensen aan deze en aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Als we alleen al uitgaan van de overmaat aan Romeinse wetten, voor de strikte handhaving waarvan er tenminste 800.000 blinde en ruwe soldaten en een niet kleiner aantal allerduisterste heidense priesters met hun onbeperkte volmachten als trouwe wachters optreden. Deze afschuwwekkende dam te doorbreken en te vernietigen is voor menselijke krachten, ook met de beste wil en de grootste en meest wilskrachtige wijsheid, zo goed als onmogelijk.
Hoofdstuk 21: Agricola vraagt om richtlijnen voor de opvoeding van de jeugd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Nu weet ik wel uit Uw mond, dat de dood voor de mensen niets afschrikwekkends zou hebben en ook volledig pijnloos zou zijn, wanneer ze in de aan hen geopenbaarde orde gebleven waren en volgens deze geleefd en gehandeld hadden; nu is het echter voor de mensen zeer betreurenswaardig dat er zo velen buiten hun schuld onmogelijk iets kunnen weten van de in de oertijden geopenbaarde orde voor het menselijke leven, en daarom genoodzaakt zijn in een geheel daaraan tegengestelde orde te leven, die buiten hun schuld ontstaan is; desondanks moeten ze de erge gevolgen ervan net zo goed dragen, alsof zij die door hun schuld verdiend zouden hebben. Welnu, dat beschouw ik eerlijk gezegd als een van Uw kant merkwaardige inrichting in het mechanisme van het menselijke lichaam!
Hoofdstuk 15: De toekomstige bevolkingsdichtheid van de aarde. De gebreken van de ouderdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nagenoeg allen bevestigen dat; maar Agricola kwam naar Mij toe en zegt: 'O Heer en Meester, ikzelf begrijp en erken nu volkomen de zuivere goddelijke waarheid van deze duidelijke uitspraak van U en zie ook in, dat het verwerpelijke 'moeten' van de wet, een werk is van menselijke blind}{eid en de mens onvermijdelijk berooft van al het hogere licht, omdat het alle bronnen verstopt waardoor het zuiver geestelijke licht uit de hemelen in hem zou kunnen binnenstromen, en daardoor ook zijn ziel met ijzeren geweld in de duistere materie trekt en dooddrukt. Maar dit grote kwaad is in onze tijd tot een zodanige macht en omvang uitgegroeid, dat het waarschijnlijk nooit volledig van de materiële aardbodem te verbannen zal zijn.
Hoofdstuk 21: Agricola vraagt om richtlijnen voor de opvoeding van de jeugd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik ben wel geen profeet, maar als tamelijk oude staatsman heb ik veel ervaring opgedaan, ken ik het staatsapparaat en de volkeren, en kan derhalve ook min of meer voorspellen, hoe deze zaak langs de natuurlijk menselijke weg van mondelinge uitwisseling opgenomen zal worden en welk uitwerking dat zal hebben.
Hoofdstuk 21: Agricola vraagt om richtlijnen voor de opvoeding van de jeugd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik denk echter dat hierdoor gemakkelijk veel geschilpunten ontstaan, die voorkomen kunnen worden als Uw leerlingen allen die gelovig zijn geworden alleen in Uw naam of alleen in de naam van de Vader zouden dopen; want met die drie, ofschoon hoogste en heiligste benamingen kunnen in de toekomst mensen die minder goed van begrip zijn allicht in drie afzonderlijke goden gaan geloven, als drie goddelijke persoonlijkheden. Zo zijn in de loop der tijd ook bij de oude Egyptenaren uit het oeroude, zuivere geloof in slechts één ware God een groot aantal goden gemaakt uit de vele eigenschappen van Jehova. Vervolgens heeft de blinde fantasie van de mensen die veranderd in allerlei op zichzelf bestaande en specifiek werkzame goddelijke wezens, men heeft tempels voor hen gebouwd en ze vervolgens ook speciaal vereerd, maar is daarbij dermate diep weggezakt in zo'n ongehoord materialisme, dat men aan de goddelijke persoonlijkheden, die men zich op deze manier voorstelde, dikwijls de meest triviale menselijke zwakheden en verdorven hartstochten toeschreef
Hoofdstuk 24: De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) "Als jullie maar een beetje opletten, merken jullie aan ieder tastbaar en bestaand ding een te onderscheiden drievuldigheid op, Het eerste wat in het oog springt is natuurlijk de uiterlijke vorm; want zonder deze zou geen tastbaar ding denkbaar zijn. En als het eerste eenmaal bestaat, is het tweede natuurlijk de inhoud van de bestaande dingen; want zonder inhoud zouden ze ook helemaal niet bestaan en zouden ze ook geen vorm of uiterlijke gestalte hebben. Wat is nu het derde, dat bij een tastbaar en bestaand ding net zo noodzakelijk is als het eerste en het tweede? Kijk, dat is een inwendige kracht in ieder ding, die de inhoud van de tastbare en bestaande dingen op een bepaalde manier bijeenhoudt en het eigenlijke wezen ervan uitmaakt. En omdat deze kracht de inhoud en derhalve ook de uiterlijke vorm van de tastbare en bestaande dingen uitmaakt, is zij ook het oorspronkelijke wezen van alle bestaan, van welke aard dat ook is, en zonder die kracht zou er evenmin een wezen of een tastbaar ding denkbaar zijn als zonder een inhoud of zonder een uiterlijke vorm.
Hoofdstuk 25: De activiteiten van de drie lichamen van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] En zouden jullie er in je materieel menselijke blindheid nog een kunnen voorstellen, dan zouden jullie je Hem ontegenzeglijk als overbodig en passief moeten voorstellen, aangezien jullie toch duidelijk moeten inzien dat Hij onder dergelijke omstandigheden niets meer tot stand zal kunnen brengen en ook over niets meer zou kunnen regeren. Jullie zouden je op de duistere menselijke manier wel moeten voorstellen, dat God de Vader wellicht vanwege Zijn hoge leeftijd, net als de oude koning Farao in Egypte, die de regering aan Jozef overdroeg, nu evenzo vanwege Zijn zwakheid en vermoeidheid Zijn regering voor eeuwig aan de Zoon had overgedragen, om zo geheel werkeloos van Zijn rust te kunnen genieten!
Hoofdstuk 26: Het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] O, hoe buitengewoon heidens dom, onnozel en blind zou het menselijke verstand moeten zijn, om tot een dergelijke waanzin te vervallen!
Hoofdstuk 26: Het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Hoe kan er echter een volledige, goddelijke verwantschap of een wezenlijke eenheid bestaan tussen een geest zónder lichaam en vorm, en een geest mét lichaam en vorm? Kan van de Zoon, die een lijfelijk persoon is en, zoals jullie zien, een lichaam heeft gezegd worden dat Hij in de Vader is, wanneer de Vader geen lichaam, geen gestalte en geen vorm heeft? Of kan de lichaams -, gestalte en vormloze oneindige Vader in de Zoon zijn?
Hoofdstuk 26: Het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Dit lichaam van Mij is daarom de verheerlijkte gestalte van de Vader ten behoeve van de mensen en engelen, opdat Ik een begrijpelijke en zichtbare God voor hen ben, en jullie kunnen Mij nu zien, naar Mij luisteren en met Mij spreken en daarbij toch in leven blijven! Want voorheen was het zo, dat niemand God kon zien en in leven kon blijven. Ik ben nu in alle opzichten God. In Mij is de Vader , en de kracht die overeenkomstig Mijn liefde, wijsheid en almachtige wil van Mij uitgaat en de eeuwig eindeloze ruimte allerwegen vervult en ook overal werkzaam is, is de Heilige Geest.
Hoofdstuk 27: De Heer als Zoon (10.11.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...