Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8736 resultaten - Pagina 33 van 583

...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...
[7] Waarlijk, Heer, U mijn leven. Zoals U maar al te bekend zal zijn geef ik heel weinig om al de ijdele schatten van deze wereld; als datgene, wat ik al naar Rome heb gezonden, van mij zou zijn, dan zouden daar allang vele duizenden arme mensen mee geholpen zijn! Maar het was van de keizer, en ik was dus verplicht het verlangde voor hem op te brengen! Maar hoe zou dat ooit mogelijk geweest zijn zonder U en vervolgens zonder mijn beste Faustus en broeder Cornelius!? -Oh, jullie hebben een hele wereldlast van mijn borst afgewenteld! Nu is het tijd voor beloning en vergelding zoveel als ik daartoe in staat ben! -O zeg, zeg, heilige grote Mensenvriend, wat ik nu moet doen!"
Hoofdstuk 20: Sarah 's belevenissen in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Alle BETROKKENEN antwoorden: "Ja, verheven heer, wij zullen alles doen wat u van ons verlangt! Maar het is u toch wel bekend, dat wij mensen geen goden zijn en veel zwakheden hebben; als er dus mogelijkerwijs toch iemand de een of andere overtreding zou begaan, zou u dan, zelf mens zijnde, ons ook alleen maar menselijk ter verantwoording willen roepen en bestraffen!"
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] JAÏRUS zegt: "Heer, in mijn hart heb ik dat de eerste keer ook niet geloofd en ik wist maar al te goed dat mijn liefste dochter Sarah helemaal dood was. Men sleepte mij er met de haren bij voor dat valse getuigenis tegen U, en als ik die boosaardige verklaring niet ondertekend had, dan zou U nog veel erger vervolgd zijn, en dat wilde ik echt niet! Omdat ik echter deze valse verklaring ondertekend had, zag men U meer aan voor een arbeidsschuwe landloper, die hier en daar wat mensen gezond maakt en in Israël naam wil maken, dan voor een door God geroepen profeet - of zelfs voor de beloofde Messias, die door de hele hedendaagse, welvarende en rijke priesterkaste het meest gevreesd wordt. Want er staat geschreven, dat als de hogepriester uit de orde van Melchizedek op aarde zal komen, alle andere priesters zullen verdwijnen, en de nieuwe Melchizedek met zijn engelen eeuwig zal heersen over alle geslachten der aarde.
Hoofdstuk 12: Sarah's tweede opwekking uit de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Maar omdat de gehele, vooral oude, priesterstand door Uw buitengewone daden en leringen ongetwijfeld zoiets in U ziet, stelt ze alles in het werk om U -indien mogelijk -te gronde te richten! Als dat niet zou lukken, omdat U werkelijk degene bent waarvoor zij U houdt, dan zal zij hierna voor haar boze bemoeienissen in zak en as boete doen en met grote vrees de almachtige slag afwachten, waardoor ze van oudsher vreest alles te verliezen en die ze altijd al gevreesd heeft, want anders zou ze niet bijna alle profeten gestenigd hebben. Kijk, dat is de reden waarom ik liever verklaarde dat U een landloper was, dan Degene, die U echt bent! Want ménsen kunnen hun doden nooit in het leven terugroepen; dat kan alleen maar Gods geest, die volgens mij algeheel lichamelijk in U woont en werkt."
Hoofdstuk 12: Sarah's tweede opwekking uit de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Je kunt de steen wel fijnstampen, hem in een heet vuur zelfs helemaal laten verdampen, zoals de geheime apothekerskunst dat leert; maar dat alles kan alleen maar met de steen en met iedere andere materie plaatsvinden, omdat Ik dat tot nut en ten bate van de mensen toelaat. Als Ik het niet toeliet, dan zou je ook de kleinste steen net zo min van zijn plaats kunnen tillen als een berg. Je kunt een steen ook omhoog werpen, en hij zal afhankelijk van je kracht en werpkunst behoorlijk ver omhoog vliegen; maar als hij een zekere, door de werpkracht bepaalde hoogte heeft bereikt, zal hij dadelijk weer naar de aarde terugvallen. Zie, Mijn wil en de mate waarin Ik iets toelaat bepalen steeds het 'Tot hiertoe en niet verder!'
Hoofdstuk 14: Goddelijke macht.( 12.8.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Philopold begaf zich ter ruste, zoals Ik hem gezegd had. Maar natuurlijk had hij nog niet zo'n slaap, omdat de voorvallen van die dag zijn hart teveel bezig hielden; bovendien waren de slaapplaatsen ook niet zo bijzonder goed, omdat de pandeisers behalve een beetje stro alles in beslag hadden genomen en wij daarom letterlijk slechts het lege huis aantroffen. Tijdens de wederopwekking van Sarah waren Borus, Mijn broers en veel andere leerlingen heel druk bezig geweest, bedden, tafels, banken, keuken en tafelgerei in voldoende hoeveelheid in huis te brengen; maar voor een paar honderd mensen, waarvan er natuurlijk velen ten dele buiten en ten dele in andere huizen onderdak vonden, was het toch in die korte tijd op natuurlijke weg niet mogelijk om ook maar voor het nodigste te zorgen.
Hoofdstuk 15: Philopolds getuigenis over de godheid van Jezus.(17.8.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] CYRENIUS zegt: "Griekse kooplui en marskramers plegen gewoonlijk wel af te laten dingen, maar Romeinen nooit! Bedenk dit goed en handel daarnaar, dan zullen jullie geen consideratie nodig hebben; want alleen door harde en onverbiddelijke wetten worden de mensen sterk en voorvechters van de orde, eensgezind en vol ijver in het nakomen van de wet!
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] In Rome geldt de strenge regel: 'Een strenge wet maakt ook strenge en ordelievende mensen.' Daarom is er dan ook totaal niet met ons te marchanderen, en iedereen heeft, zonder onderscheid des persoons, te doen wat de wet voorschrijft! Nu weten jullie hoe ik over de wet denk. Volg dat na, dan ben je vrij onder de wet; doe je het echter niet, dan zal de wet je zonder genade oordelen, omdat het een wet is.
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK hoorde die praatjes en zei tegen de spotters: "O gekken en dwazen! Kennen jullie dat meisje naast Jaïrus? Is dat niet zijn dochter, en was ze niet tweemaal dood? Wie gaf haar het leven terug? - Jullie dwazen! Als de Zoon des mensen macht heeft om doden weer tot leven te brengen, zal Hij dan ook niet de macht hebben om tegen deze zieke te zeggen: 'Sta op en wandel!'? Maar opdat jullie zien, dat Ik deze macht bezit, gebied Ik jou, mens die lijdt aan de jicht, op te staan en met volkomen gezonde ledematen te lopen!"
Hoofdstuk 22: De ergernis van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Maar door hetgeen zij van Mij gezien hadden, kwam Ik hen toch als een profeet voor, en een oude Nazareeër zei: "Eens heb ik van een doortrekkende Babyloniër, welke mensen gewoonlijk als een bijzonder soort bedelaars meermalen onze streken en dorpen plegen te bezoeken en dan voor een paar staters allerlei toverkunsten en waarzeggerijen ten beste geven, gehoord dat hij bij mijn buurman een voorspelling deed, waarbij hij het volgende zei:
Hoofdstuk 23: Terechtwijzing van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Dat deze Nazareese burgers echter zo goed als geen beschaving hebben, is ook wel duidelijk gebleken toen ze bijna allemaal uit zuiver dierlijke nieuwsgierigheid, meer om aan te gapen dan voor menselijk kontakt, naar de school zijn gelopen, waar ze mij noch iemand van de andere hooggeplaatste heren en gebieders ook maar met het minste gebaar hebben begroet! Als ezels, ossen en domme schapen kwamen ze naar binnen gedromd en deden alsof alleen zij de heersers der aarde waren! Ik kan het deze mensen echt niet als een zonde aanrekenen, want ze zijn ruw, dom en ongeschoold, en ik geloof dat U, o Heer en Meester, Die hen nog duizend keer beter kent, het hen ook niet als een zonde zult aan rekenen!"
Hoofdstuk 24: Het aannemen van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Mijn levendmakend woord neemt hij niet aan -en zodoende ook Mij niet, de enige bron van al het leven in de gehele oneindigheid; zeg dan zelf eens waar hij dan verder nog het leven, dat Ik alle mensen bracht en geven wil, vandaan zou moeten halen!"
Hoofdstuk 24: Het aannemen van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] CYRENIUS zegt: "Ja, ja, dat is me nu wel duidelijk en dat moet ook wel, omdat ik al dertig jaar weet wie U bent; maar we zullen het maar laten rusten, ik zal deze mensen nog wel gelovig maken! Nu gaan we echter verder en eens kijken, waar we een middagmaal zullen krijgen! Het is al tamelijk ver in de middag." -Daarop verlieten wij de school en de stad en gingen naar Mijn huis, waar al een goed maal op ons wachtte. Welgemoed aten en dronken wij en waren deze hele verdere dag in een opgewekte stemming.
Hoofdstuk 24: Het aannemen van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen zei CYRENIUS: "Heer en Meester, het lijkt mij toe dat hier zeker meer sprake is van domheid dan van kwaadwilligheid! Want op een paar na staan de Nazareeërs als domkoppen bekend, en een domkop is altijd het moeilijkst verstandig te maken! Weinig scholing, geen ervaring, meestal arm, weinig handel en bedrijf! Ze leven meestal van wat akkerbouw en van wat veeteelt en komen zoals bekend nooit -behalve misschien eenmaal per jaar -in Jeruzalem, waar hun geestelijke ontwikkeling niet alleen niets toeneemt, maar altijd afneemt. Waar moeten ze dan een beter verstand vandaan halen om Uw goddelijke leer en Uw goddelijke daden te beoordelen? Bovendien zijn domme mensen gewoonlijk ook afgunstig, en zoals ik heb gemerkt, ergerde het hen vooral dat hun zonen, die zij alle mogelijke scholen hebben laten doorlopen, zo ontzettend ver bij U ten achter staan in alle wijsheid, kennis en geestkracht! Ik geloof dat ze niet di rekt kwaadwillig, maar wel erg dom zijn, hoewel dit soms ook kan ontaarden in kwaadwilligheid, maar die is natuurlijk niet zo schadelijk, omdat een dom mens ook op een domme manier iemand probeert te schaden. Laat hen dus maar gaan!
Hoofdstuk 24: Het aannemen van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Gods geboden, die door Mozes aan het volk zijn gegeven, zijn beslist net zo alomvattend, als iets volmaakts maar kan zijn, maar mensen hebben, zoals deze tijden aantonen, Gods geboden zo handig in hun eigen slechte wetten weten om te vormen, dat de hedendaagse mensen zich er nu helemaal geen gewetenszaak meer van maken om de geboden van God te overtreden, als ze zich maar houden aan hun wereldse wetten!
Hoofdstuk 26: De mens en de wet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...