Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

7187 resultaten - Pagina 33 van 480

...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...
[12] De gevolmachtigde moet dan pas toestemming geven voor de huwelijksvoltrekking, als blijkt dat de trouwlustigen steeds serieuzer werken aan de oplossing van hun problemen, en alleen maar willen trouwen uit werkelijke liefde voor elkaar. Als teken van de onverbreekbare echtverbintenis moet hij de belofte van trouw in een boek opschrijven, met daarbij het jaar en de dag van de echtvereniging en hij moet steeds op de hoogte blijven van de latere huwelijksomstandigheden - hoe die zich ontwikkelen, goed of slecht.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] In ieder geval moet de koele en door haar wellustige man geplaagde vrouw tien keer eerder aangehoord worden - vooral als zij zich reeds in gezegende omstandigheden bevindt - dan een door zijn wellustige vrouw geplaagde man. Want een koele man heeft behalve de middelen der moraal nog een aantal natuurlijke tuchtmiddelen waarmee hij de opwinding van zijn vrouw heel heilzaam kan afkoelen, en de warmbloedige vrouw zal er geen schade van ondervinden als de man, gedreven door zijn geheimgehouden goede wil, haar zo nu en dan eens ernstig onderhoudt. Dat moet echter nooit zijn oorsprong vinden in een onderdrukte woede of toorn, maar altijd in ware naastenliefde, omdat het anders niet alleen geen nut heeft, maar alleen zou schaden.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Terwijl Cyrenius verheugd zijn rollen zo snel mogelijk doorkijkt en zijn gezicht daarbij steeds meer respect uitdrukt, zeg Ik tegen Raphaël, dat hij Jarah en Josoë nu weer kan ontheffen van hun tijdelijke, korte verbanning en ze nu aan tafel moet roepen, De vaardige, hemelse dienaar doet dat zeer snel en als JARAH arriveert, zegt zij wat bedroefd: "Maar, o Heer, U Mijn eeuwige, enige liefde, wat was dat toch een ontzettend lang gesprek waar ik niets van mocht horen! Ik dacht al dat het voor de nacht nooit op zou houden! Maar U alleen zij alle lof, het is nu weer voorbij en ik heb U weer terug!"
Hoofdstuk 74: Het onvermogen van Suetal om de Heer te zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Maar hier in dit wonderlijke gezelschap van tovenaars of goden is het echt met om uit te houden! Altijd wordt er over liefde gesproken, zoals dat ook uit de zeer wijze toespraak van de Griek viel op te maken, maar vraagt men iets aan zo'n wonderdoener, dan geeft hij steeds een ontwijkend antwoord en wordt tevens zo grof als een stoppelveld! Nou die moet nog maar eens tegen mij beginnen over nederigheid zachtmoedigheid en liefde, dan krijgt hij zo van mij op zijn kop, dat hij niet veel terug zal zeggen!
Hoofdstuk 75: De twaalf begrijpen het nog steeds niet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Dat .ik vanwege het meisje die heel natuurlijke en zeker niet hatelijke opmerking heb geplaatst over iets wat toch ieder mens die zijn ogen met in z'n.zak heeft, hier zelf kan zien, dat kan toch geen verstandig mens beledigen. Want wat ik zei, is in ieder geval in ónze ogen een heel gewoon menselijk verschijnsel en mist ieder profetisch tintje. Ik duidde slechts op het duidelijke kontrast, dat hier, wat de daden betreft, goddelijk wonderlijke dingen gebeuren, maar wat de zedelijke levenssfeer betreft ieder gewoon mens hier alleen maar gewone en natuurlijke dingen ziet: En die heel onschuldige opmerking van mij wond dat toonbeeld van deemoed en zachtmoedigheid zo op, dat hij ons ten eerste erg beledigde en ten tweede de rug toekeerde, zodat wij niets terug konden zeggen! Heus, zulk gedrag hoort duidelijk thuis in een gekkenhuis, maar niet onder mensen met enige ontwikkeling, en het allerminst in het gezelschap van louter liefde-, deemoed en zachtmoedigheidpredikers! Daarom wil ik echt niet lang bij dit gezelschap blijven, want er is niets vervelender dan bij mensen te zijn die je nooit helemaal kunt begrijpen en van wie je ook niet weet waar je met hen aan toe bent en in hoeverre je ze kunt vertrouwen! Heus, van deze meesters zou ik voor niets ter wereld een nog zo domme leerling willen zijn! -Heb ik gelijk of niet? Hoe denk jij daar nu over, broeder Ribar? Wat vind je, -moeten we gaan of nog blijven, want we zijn nu vrij en kunnen van nu af aan in het vreemdelingenlegioen gaan of ook naar huis gaan?!"
Hoofdstuk 75: De twaalf begrijpen het nog steeds niet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Zo schijnt mij toe dat ook de grote liefde die het, overigens zeer intelligent uitziende, meisje voor deze Griek toont, meer vóór, dan tégen mijn mening spreekt. Want neem nu eens de werkelijk meer dan hemelse schoonheid van onze jonge wonderdoener! Ik denk, dat er ogenblikkelijk ontelbare vrouwen en meisjes bijna wanhopig verliefd op hem zouden moeten worden!? En toch kijkt het meisje nauwelijks naar hem om, hoewel hij als jongen vele malen mooier is dan het meisje. Maar bij de Griek zou zij bepaald in zijn hart willen wonen! Ik zeg, broeder, dat is ook niet zo maar! Dit meisje moet dus een heel andere reden hebben om zo verliefd op deze schijnbare Griek te zijn. Bij nadere beschouwing komt het mij voor dat het meisje alleen in het goddelijke van hem verliefd is en zijn lichaam vrijwel buiten beschouwing laat! Kijk maar eens naar haar ogen, die meer van een zekere eerbied stralen dan van een zinnelijke liefde, dan zie je al gauw dat er bij het meisje geen sprake is van zinnelijke liefde!"
Hoofdstuk 76: Ribar veronderstelt de aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Na deze woorden van Raphaël staat RIBAR op, omarmt Raphaël met alle kracht van zijn liefde, drukt hem aan zijn hart en zegt zeer bewogen: "O hemel en jij, hemelse vriend! Waarom kon ik je al niet eerder liefhebben met alle gloed van mijn leven!?" -Want sinds Ribar de voet en de hand en de ogen van de engel beter had bekeken, werd hij meteen helemaal tot stervens toe verliefd op hem.
Hoofdstuk 78: Verstand en gevoel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Maar RAPHAËL zegt: "Vriend, dat soort liefde is wel beter dan helemaal geen liefde, maar zij deugt toch niet voor de ziel en haar innerlijke leven. Jij houdt alleen van mijn gestalte, die nu mijn natuurlijke uiterlijk is maar de liefde is het eigenlijke innerlijke van de mens en moet zich nooit aan iets uiterlijks hechten, want daardoor wordt het innerlijke al gauw gelijk aan het uiterlijke en zo een weerspiegeling van de hel. Dit verdraait de goddelijke levensorde. De geest der ziel, die de liefde is, wordt naar buiten gericht en kwijnt daardoor weg, net zoals een te vroeg geboren baby verkommert die door van buiten komend geweld te vroeg uit het moederlichaam werd verdreven.
Hoofdstuk 78: Verstand en gevoel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Mijn uiterlijk mag je daarom niet boeien, maar alleen de waarheid die je uit mijn mond verneemt. Die zal je behouden en je geheel en, al vrij en in je ziel waarlijk gelukkig maken. Laat mijn tijdelijke uiterlijk voor jou alleen maar als bewijs dienen, dat je ziet hoe mooi de volle waarheid gepaard aan de liefde in haar reinheid is! -Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 78: Verstand en gevoel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] RAPHAËL zegt: "Mensen zoals jij, moeten een scherp verstand hebben, zodat hun veel ongevoeliger ziel daardoor een weg naar hun geest heeft, die evenwel veel langer en hobbeliger is dan die, welke de liefdesgeesten moeten gaan. Want een geest van liefde heeft al als een geopend levenselement in en voor zich, wat de ongevoeliger ziel pas Per longum et latum (op de lange duur) door het juiste gebruik van haar opmerkingsgave kan bereiken.
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Kijk eens, wat een moeite het je nog zal kosten tot je de liefde zult bereiken! Maar Ribar is al helemaal liefde. Die hoeft maar wat geregeld en geordend te worden en dan is hij klaar. Jij moet echter pas met behulp van je trage verstand tot de liefde komen, om haar daarna te bezitten. Want alleen degene die haar bezit kan haar regelen en ordenen! -Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] RIBAR zegt: "Ongetwijfeld, maar zouden wij er iets aan kunnen doen als het, wat mij steeds waarschijnlijker lijkt, zo zou zijn? Kijk, de Godheid is vrij en doet wat Zij wil, en de sterfelijken kunnen haar geen beperkingen opleggen! Als Zij als een rechter tot ons was gekomen, zouden wij er zeker slecht voor staan, maar Zij kwam als de vriendelijkste weldoener naar ons sterfelijken toe, om ons door de oude, reeds door vader Henoch gepredikte liefde dichter naar Zich toe te trekken, en onder zulke omstandigheden is Zij niet te vrezen. Maar naar het mij toeschijnt, Iaat Zij Zich alleen door de liefde in waarheid kennen, omdat de liefde beslist de enige reden van Haar komst hier is. Maar door het verstand en al onze hooggeprezen rede laat Zij Zich zeker niet kennen.
Hoofdstuk 77: God laat Zich alleen door de liefde kennen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Kijk, bij Ribar is het geestelijke, al is het nog ongezuiverd, al met zijn lichaam verweven. Iets schoons en in zijn aard volkomens trekt hem dan ook meteen aan omdat al het uiterlijk schone innerlijk blijkbaar zijn oorsprong vindt in een gevorderde, geestelijke ontwikkeling. Daarom is het in zekere zin uiterlijk verliefd worden op een mooi voorwerp weliswaar een woordeloos, maar toch geestelijk wederzijds herkennen en verwarmen. Alleen moet het zo vroeg mogelijk al aan een goede leiding worden toevertrouwd, waardoor het in zekere zin naar de eigenlijke levensgrondslag wordt teruggeleid. Dat is niet zo moeilijk, omdat de werkelijke levensgeest, die zich manifesteert door de liefde, het eigenlijk intelligente leven in de mens is en zodoende datgene wat met zijn natuur en orde overeenkomt, gemakkelijk begrijpt en in de praktijk toepast."
Hoofdstuk 78: Verstand en gevoel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Kijk, op gelijke wijze heeft de Heer nu ook de mensen van deze aarde verschillende gaven gegeven, een aantal grotere en een aantal minder grote. Ma.ar voor niemand .is de poort van de grote tempel der voleinding gesloten, integendeel, aan Ieder is de weg gegeven, en niemand kan zich daarom beklagen en zeggen: 'Heer, waarom gaf U dan ook niet aan mij de talenten, waarover mijn broeder zich terecht zo buitengewoon verheugt?!' Want dan zou de Heer tegen hem zeggen: 'Kom je iets te kort ga dan naar je broeder en hij zal je uit de nood helpen! Als Ik alle mensen hetzelfde gegeven zou hebben, dan zou er niemand ten opzichte van de ander iets missen, niemand zou ooit zijn broeder nodig hebben! Hoe zou dan de alles tot leven brengende naastenliefde in de mens gewekt en versterkt kunnen worden?'
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Kijk, opdat de ene mens de andere kan dienen en zich daardoor diens liefde kan verwerven, moet hij toch iets kunnen presteren wat een ander niet zo gemakkelijk kan omdat hem de nodige talenten daarvoor ontbreken. Daardoor heeft de ene mens de ander nodig, en door de wederzijds nodige dienst wordt de liefde vooreerst gewekt en door het goede van zulke wederzijdse diensten steeds meer versterkt.
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...