Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2232 resultaten - Pagina 33 van 149

...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...
[6] Wij joden maakten van zulke oer en aartsmeesters profeten, en de Egyptenaren, Grieken en Romeinen hun halfgoden en dichtten de zeker eerwaardigste oermeesters mettertijd bovennatuurlijke wonderen toe, om hen gemakkelijker en handiger als wezens van een hogere soort aan de blinde mensenmenigte te kunnen voorstellen en offers te krijgen; dit duurde dan vaak vele eeuwen, tot er weer een nog groter genie aan de schoot van een pientere moeder ontglipte en het kwade doen en laten van de priesters zodanig voor de ogen van een lang bedrogen volk onthulde, dat dit zonder meer tot de vaste overtuiging moest komen, dat het geheel en al bedrogen was en dat hun priesters en zogenaamde dienaren van God gemene dagdieven en bedriegers waren, die de ware lessen van hun oermeester ofwel zelf nauwelijks in hun oorspronkelijke zuiverheid meer kenden, ofwel hetgeen ze er nog van kenden om politieke redenen aan de arme naar troost en kennis dorstende mensen onthouden hadden en hen dus in plaats van met goud en parels, met alle mogelijke vuiligheid voedden.
Hoofdstuk 164: De godsdienstfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Wij leven hier weliswaar zo armzalig als maar mogelijk is, -onze voeding bestaat slechts uit geitenmelk, vis en water; want verder is er niets in deze woestijn -; maar we zijn er mee tevreden in onze allerpuurste natuurtoestand. Deze sluit de door ons overalopgedane ervaringen niet uit. Op vele en verre plaatsen in de wereld zijn wij geweest; want wij waren zangers en magiërs, en ik heb in Athene het apothekersvak geleerd om bepaalde geheime stoffen te bereiden, door middel waarvan men voor de vele leken een groot aantal wonderen tot stand heeft kunnen brengen.
Hoofdstuk 175: De stoïcijnse wereldvisie van visser Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Kun jij, als je maar iets dieper nadenkt, dan aannemen dat dat alleen maar veroorzaakt is door geheel dode en levenloze wetten? O, dan ben je ondanks je vermeende grote wijsheld toch nog z.eer armzalig en dan begrijp ik ook, waarom je dit aardse leven zo verachtelijk en waardeloos vindt! Jij hebt weliswaar met je gezelschap onder vele aanzienlijke moeilijkheden door vele landen gereisd, je hebt veel gezien en ervaren, - maar om het beste deel van het leven heb je je nog nooit bekommerd!
Hoofdstuk 176: Johannes onthult het leven van Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Eerlijk gezegd, is hetgeen je mij over mijn droom hebt gezegd absoluut niet te verwerpen en het is zeer de moeite waard om er dieper over na te denken; maar ik zal er iets uit mijn vele ervaringen en kennis tegenoverstellen. Als je me daarvoor een bevredigende verklaring kunt geven, dan zullen we spoedig met elkaar zaken kunnen doen!"
Hoofdstuk 182: De vormende kracht van de menselijke ziel in de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] De weddenschap werd gewoonlijk aangenomen en de lawaaimaker beklom het podium en moest pro forma een slaapdrank innemen, waar zeker geen enkel druppeltje maansap (opium) inzat. Kortom, de man viel op een rustbed spoedig in een diepe slaap, waaruit hij met alle lawaai niet meer te wekken was. Als onze man dan eenmaal -vanzelfsprekend slechts schijnbaar echt vast sliep, trad de magiër met veel eerbiedwekkend pathos naar voren en zei tegen het volk: 'Is er niet iemand onder de vele toeschouwers die graag wil wensen wat deze slaper, die mijn kunst met voeten wil treden, moet dromen?'
Hoofdstuk 183: Hirams magische belevenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Allen begonnen te huilen toen Ik met de apostelen aan boord ging. Maar Ik versterkte hun bedroefde harten, voer snel naar volle zee en verdween spoedig uit het gezicht. Ze bleven echter nog de hele dag en de hele nacht samen en spraken met elkaar over Mij, Mijn leer en Mijn daden. Pas de volgende ochtend keerden ze huiswaarts en Cyrenius maakte aanstalten om de vele Farizeeën die hier bekeerd waren, allemaal naar hun nieuwe bestemming te brengen. Sommigen wilden Mij achterna varen, maar Raphaël hield hen er vanaf en zei, dat Ik toch al gauw weer naar Kis, Genezareth en ook hierheen zou komen. Toen werden allen rustig en loofden God, dat Hij hen zo'n grote genade waardig had bevonden. Binnen enkele dagen kwam er al een groot aantal gasten van Tyrus en Sidon om hier de wonderen te bekijken en van de geneeskrachtige bronnen te genieten, en Marcus nam ook meteen vele dienaren aan.
Hoofdstuk 169: Een belofte voor hulpzoekenden. De Heer neemt afscheid van het huis van Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En jij, woordvoerder, zult dan ook begrijpen, dat deze reële kennis van mij veel meer waard is dan jouw vaste, ongetwijfeld volle geloof! Wat heeft het voor zin, als je met je volle geloof hele rijen bergen verplaatst, maar uiteindelijk toch moet sterven en in de nooit eindigende vernietiging moet overgaan? Wij allen zijn niets meer dan een spel van de grote natuur tussen aarde, maan en zon! Tussen deze drie vormen zich toevallig wetmatigheden, die momenteel het leven op de aardbodem veroorzaken. De blinde, zwak bezielde mensen zien dat natuurlijk niet in; maar wij, die door zeer vele stralen van de zon zijn gereisd, hebben het leren kennen en kunnen met het beste geweten van de wereld aan iedereen vertellen wat het leven is en wat men er van te verwachten heeft'
Hoofdstuk 175: De stoïcijnse wereldvisie van visser Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Ik wil de vele andere stukken, die nu voor ons gesprek niet belangrijk zijn, vanwege de kostbare tijd niet opnoemen, maar alleen degene die jou eigenlijk helemaal van je stuk hebben gebracht. En deze bestonden uit het volgende: Er trad een vitale, ongeveer dertig jaar oude Arabier naar voren die met heel ernstige en eerbied wekkende woorden aankondigde, dat hij een maagd alleen door de kracht van zijn wil en het opleggen van zijn blote handen ertoe kon brengen om aan iedereen die dat wenste zijn geheimen en verlangens en zelfs zijn gedachten kenbaar te maken. Ook zou ze ieders leeftijd, en als iemand dat zou wensen ook zijn toekomstige gelukkige en ongelukkige lotgevallen, precies en onfeilbaar voorspellen.
Hoofdstuk 183: Hirams magische belevenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[18] Al gauw meldde zich uit de menigte een van de vele aanwezige ingewijden, bijvoorbeeld in de gedaante van een met goud behangen, rijke koopman uit Rome of uit Persepolis, of in de gedaante van een andere, altijd zeer geachte gast en deze zei: 'Laat mij proberen of hij droomt wat ik denk en waarvan ik wil dat hij dit droomt!'
Hoofdstuk 183: Hirams magische belevenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar dit is niet de enige zon in de eindeloze scheppingsruimte; er zijn er talloze, waarvan er vele zo onmetelijk groot zijn dat zelfs deze voor jullie begrip al immens grote zon zich nauwelijks verhoudt tot die oer reuzenzonnen als een sneeuwvlokje vergeleken tot de omvang van deze aarde.
Hoofdstuk 186: Oneindigheid, eeuwigheid en zaligheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] JOHANNES zegt: 'Ja, mijn beste vrienden, dat is natuurlijk geheel afhankelijk van het standpunt van waaruit men eigenlijk het leven, en dan met name het leven van de geest, beschouwt, en of men daarbij de juiste kennis van zichzelf heeft en daardoor een juiste en ware kennis van God en Zijn talloos vele wonderwerken en scheppingen, die reeds op het eindeloze gebied van de materie zulke dingen voor jullie bevatten, dat er aan jullie hoogst verwonderde beschouwing daarvan in een aeon van jaren nooit een einde zou komen, laat staan van de puur geestelijke scheppingen, waarvan men kan zeggen: Tot nog toe is het nog niemand in de zin gekomen om ook maar te vermoeden en enigszins aan te voelen, wat voor zaligheden God heeft bestemd voor degenen die Hem waarachtig kennen en Hem dan ook boven alles liefhebben en uit liefde voor Hem ook waar dat mogelijk is, met raad en daad hun medemensen. Hoe kan er ooit sprake zijn van verveling, zodra de zo volmaakt mogelijke geest begint in te zien, dat hij nog maar aan het begin staat van de onthulling van de talloze wonderen van de eeuwige macht en wijsheid en de hoogste liefde van God de Heer en Vader van eeuwigheid? 0, welke gedachten maken zich toch van jullie meester door jullie grote beperktheid in ieder dieper inzicht in het leven!
Hoofdstuk 186: Oneindigheid, eeuwigheid en zaligheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Er moeten zowel daar als hier verschillen zijn, en welontelbaar vele, omdat anders immers geen enkel volmaakt wezen ook maar ooit zaligheid en geluk zou kunnen voelen over de geschapen wonderen van God, zoals er onder jullie, mensen op aarde onvoorstelbaar veel verschillen bestaan, opdat het noodzakelijk zal zijn dat jullie elkaar wederzijds dienen. Wat maakt het dus uit of een -laten we zeggen -geest aan gene zijde zijn hier ondernomen werkzaamheden geheel voltooit of niet? De eeuwigheid is toch hopelijk lang genoeg om het hier slechts schijnbaar verzuimde in te halen!
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] En bovendien -let wel -is immers deze aarde door God speciaal uitverkoren en voorbestemd om juist hier -omdat het alleen hier mogelijk is het kindschap van God te bereiken -onder de hier voorkomende zeer verschillende mensensoorten en -karakters zo'n grote verscheidenheid te laten bestaan, zoals die in de hele oneindigheid nergens, op geen enkele van de talloos vele hemellichamen, in zo'n hoge graad is aan te treffen als juist op deze aarde.
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] HIRAM zegt: 'Dat is nu helemaal in orde en wij hebben nu niets meer tegen je in te brengen; want nu geloven wij jou, omdat jij zeker alleen weet en duidelijk genoeg kunt begrijpen, dat het zo is en niet anders. Wij kunnen dat natuurlijk noch inzien noch begrijpen, omdat wij niets weten van die talloos vele vreemde hemellichamen en nog minder van het wezen van hun hoogst raadselachtige bewoners, hoe ze zijn, hoe ze eruit zien, en welke geest hen bezield. Maar ik ben wel van mening dat althans een paar betere mensen van deze aarde hierover bericht van boven zouden moeten krijgen nog tijdens hun aardse leven, om zich dan tegen zulke mensen te kunnen keren en wapenen!"
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Hierna pas stond HIRAM op, staarde een poosje naar buiten naar de baai en zei toen met een zekere bedruktheid: 'Mijn vrienden, dat lijkt me niet in orde; voor ons allen dreigt een groot gevaar! Ik zie een met vele krijgers en gerechtsdienaren bemand schip de baai binnenvaren! Waarlijk, die hebben niets goeds in de zin! Vriend,jij hebt dit licht zo mooi geschapen, doof het, zodat ze de richting verliezen en in de nacht op een zandbank terechtkomen! Morgen zullen we hun dan vragen wat ze hier te zoeken hadden, en hun schip zal voor ons een goede buit zijn als ze ons met vijandige bedoelingen wilden bezoeken"
Hoofdstuk 193: Het naderende schip met de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...