Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 33 van 120

...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...
[4] Rafaël zei: 'Jullie oordelen net als alle mensen naar jullie onmacht; ik oordeel echter naar de macht van God in mij, en daarom zal ik waarlijk niet meer tijd nodig hebben om dit schip in een bruikbare toestand te brengen, dan ik nodig had om vanuit het gezelschap van de Heer naar beneden bij jullie te komen! Maar schrik deze keer niet zo erg als jullie tevoren deden vanwege mijn snelle reis naar jullie toe!
Hoofdstuk 212: Rafaël repareert het beschadigde schip (21.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Kijk, vanuit de wil van de Heer in mij wil ik nu, dat dit schip ogenblikkelijk in een uitstekend bruikbare toestand wordt gebracht! En kijk,jullie schip is al volkomen in orde! Laat jullie soldaten en ook de andere schippers erop stappen en het onderzoeken, dan zullen ze niet het allerkleinste foutje ontdekken, aan de binnen noch aan de buitenkant!'
Hoofdstuk 212: Rafaël repareert het beschadigde schip (21.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Daarop zei de Romein: 'O Heer en Meester, ik zie nu heel duidelijk in dat op deze aarde ter wille van de mensen alles juist zo moet zijn en bestaan zoals het nu is en bestaat. Maar als ik eraan denk dat men alleen door het geloof in U en door naar Uw leer te handelen het ware, eeuwige leven van zijn ziel kan verwerven, en dat om die reden miljarden mensen die nog heel lang mets over U en Uw leer zullen horen, zeker schade aan hun ziel zullen lijden, wordt het mij angstig te moede, en alleen vanuit dat gezichtspunt heb ik een zo snel mogelijke verbreiding van Uw leer gewenst!'
Hoofdstuk 2: De beperkingen van een wetmatige verbreiding van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[21] op dit bevel van Ebal ging iedereen onmiddellijk aan het werk om uit te voeren wat hij bevolen had. Zelf stapte hij echter samen met Jarah in een klein schip en voer Mij tegemoet; toen hij en Jarah Mij vanuit de verte zagen en naast Mij Mijn moeder Maria, die ze reeds kenden, en Rafaël, Kisjonah, Philopold, Johannes, Petrus, Jacobus en de oude Marcus, die Mij ook naar Genezareth vergezelde, hieven ze van meer dan grote blijdschap hun handen in de hoogte en begroetten ons heel hartelijk met de gebruikelijke tekenen. Toen ze vlak bij ons waren, wilde er maar geen eind komen aan de liefdevolle begroetingen. Ebal en Jarah stapten beiden bij ons in het schip en lieten het aan hun schippers over om hun schip terug te varen.
Hoofdstuk 5: De reis van de Heer naar Genezareth (8.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Daarop schreeuwde de commandant vanuit de lucht naar Mij:'Ik smeek je, hoofd van alle magiërs of halve of hele god, bevrijd ons uit deze uiterst onverdraaglijke toestand, dan zal ik helemaal afzien van de uitgesproken straf; want ik zie nu maar al te duidelijk in, dat alle macht van zelfs het grootste rijk op aarde geen wedstrijd met jou kan aangaan! Bevrijd mij uit deze beklagenswaardige toestand, dan zal ik niet alleen de straf die ik jullie heb opgelegd helemaal kwijtschelden, maar me ook verder niet meer in het minst om jullie bekommeren en over deze kwestie zwijgen als een Egyptische piramide, en jullie kunnen in deze stad blijven zolang jullie willen en ik zal niemand van jullie dwingen deze plaats te verlaten!'
Hoofdstuk 8: Een wonder van de Heer ontnuchtert de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Is dat alleen maar uw wijze manier van spreken, of bent u zelf die of dat geheimzinnige 'ik', die zichzelf aan ons mensen presenteert als de grondslag van alle zijn, leven en bestaan? Ik ben geen leek in de oude Griekse wijsheid, en u zou met mij ook wel kunnen spreken vanuit van uw wijsheid, die ik nu graag nader zou willen leren kennen!'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Het eeuwige Woord heeft nu vanuit Zichzelf vlees aangenomen en is nu als een mens naar Zijn mensen in deze wereld gekomen, en de Zijnen herkennen het niet! En jij bent ook een mens en herkent het eeuwige Woord in Mij niet, omdat je blind van hart bent. - Heb je de profeten van de Joden dan niet gelezen?'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Toen het volk later vanuit de woestijn het Beloofde Land binnen werd geleid en het als het ware uit Mijn hand in bezit nam, werd het geruime tijd door wijze richters, die steeds met Mij in verbinding en contact stonden, vrijwel volledig door Mijzelf geregeerd; onder Mijn persoonlijke regering werd het groot en machtig, en zijn welstand was groter dan die van welk ander volk ter wereld ook.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Toen Saturnus na een uur weer op de plaats kwam waar hij begonnen was te bewegen, liet Rafaël alles weer verdwijnen en zei: 'Nu hebben we de voorbeelden niet meer nodig, aangezien ze hun goede dienst voor jullie hebben gedaan! Als jullie deze zaak nu vanuit de ware grondslag begrijpen en ook inzien dat het alleen maar zo en niet anders kan zijn, zullen we nu weer naar het huis van de rechtschapen Ebal terugkeren!'
Hoofdstuk 15: Rafaël verklaart de verhoudingen van de planeten tot de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Jij bent wijs en machtig vanuit de geest Gods in jou; onderwijs mij nu ook op de juiste wijze over deze kwestie, die mij heel belangrijk lijkt!'
Hoofdstuk 18: De vraag van de commandant over het doden van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Watervogels zijn weliswaar ook roofdieren, die zich voeden met vissen en allerlei andere waterdieren; maar ze zien er voor ons gemoed toch zachtmoediger uit, en hun roven en moorden van onschuldige waterdieren maakt op ons hart en gevoel niet zo'n storende indruk als wanneer een machtige adelaar vanuit de hoogte als een pijl op een van de vele watervogels omlaag schiet, hem met zijn klauwen grijpt en daarna omhoog naar een of andere rots draagt, hem daar verscheurt en zijn vlees opeet!'
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Kijk, nu is in Mijzelf het allerhoogste Middel, dat jij Me voorstelde om al het valse onder de mensen uit te roeien, vanuit de allerhoogste hemelen al lang daadwerkelijk aanwezig bij de Joden, die nog het meest en het zuiverst vertrouwd zijn met de oude waarheid, en Het heeft verschillende keren in Jeruzalem en in vele andere steden en plaatsen tekenen gedaan die alleen God kan doen, en de meest lichtende waarheid uit de hemelen onderwezen! Ga maar eens onderzoeken hoeveel mensen zich door dit allerhoogste Middel nog van hun oude dwalingen en zonden hebben bekeerd!
Hoofdstuk 24: Het voorstel van de commandant om de valse profeten te ontmaskeren (11.8.1862) Een 'nota bene', gegeven op 11 augustus 1862 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Het is voor een minder volmaakte geest niet minder zwaar om vanuit gene zijde naar deze wereld terug te keren -met name te midden van louter wereldse mensen - dan wanneer jij terug zou willen keren in het lichaam van je moeder, dat de eerste en meest benauwde wereld van ieder mens was, en daarin iets zou willen ordenen en bewerkstelligen. Daarmee kun je de levenssituatie van de geesten in de grote wereld aan gene zijde en die van de op deze benauwde aarde levende menselijke pelgrims ongeveer met elkaar vergelijken.
Hoofdstuk 24: Het voorstel van de commandant om de valse profeten te ontmaskeren (11.8.1862) Een 'nota bene', gegeven op 11 augustus 1862 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Kijk eens naar verschillende leerlingen van de Heer! Als zij iets zouden willen doen vanuit de wil van de Heer, die in hen al heel machtig is geworden, zou de een of de ander van hen ook in staat zijn iets te doen wat jou vast en zeker niet minder wonderbaarlijk zou voorkomen dan wat ik bij jullie heb gedaan; maar hun echte liefde voor de Heer en hun ware deemoed tegenover Hem zegt hun: 'O, wat zijn wij nog zwakke leerlingen vergeleken bij U!' En daarom wachten ze nog tot de Heer hun zal zeggen: 'Ga nu de wereld in, onderricht alle mensen Mijn wil en doe werken in Mijn naam!' Dan zullen ze, waar dat nodig is, ook dezelfde tekenen doen die de Heer nu Zelf doet, en ook ik van tijd tot tijd doe door de wil van de Heer in mij .
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Maar één ding kwam in mij op, toen U uitlegde hoe de nieuwe valse leraren, priesters en profeten door allerlei bedrog, van de aard waarvan de onwetende mensen natuurlijk geen idee kunnen hebben, zo'n volk ter wille van aardse voordelen gemakkelijk en snel van de oude, zuivere waarheid afbrengen: als zulke laaghartige mensen uit puur eigenbelang het volk zo beginnen te bewerken, zou een uitzonderlijk teken uit de hemelen toch een heel doeltreffend middel zijn om die valse leraren voor altijd de mond te snoeren. Als bijvoorbeeld bij die zogenaamd sprekende kameel de geestelijke mens, die aan gene zijde voortleeft, met een ernstig gezicht goed herkenbaar aan allen zou verschijnen en op een voor iedereen goed te begrijpen manier tegen de valse leraren zou getuigen, zou het toch wel erg gek moeten lopen als de valse profeten verder nog iets tot stand zouden kunnen brengen bij een volk dat opnieuw vanuit de wereld aan gene zijde verlicht is! -Wat is Uw mening daarover?'
Hoofdstuk 24: Het voorstel van de commandant om de valse profeten te ontmaskeren (11.8.1862) Een 'nota bene', gegeven op 11 augustus 1862 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...