Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1467 resultaten - Pagina 33 van 98

...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...
[10] Wees daarom op je hoede, argeloze Nubiërs, en neem alleen watje van mij zult horen als echte waarheid aan; maar wend je af van alles wat je bij het volk zult horen en zien -want het is slechter dan slecht! Jullie zullen het zien offeren en allerlei inhoudsloze ceremoniën zien verrichten; bij heel grote plechtigheden zullen jullie zelfs mij in het prachtigste ornaat voorop zien gaan. Stoor je daaraan echter niet, want met al die zaken doet slechts mijn huid mee, maarmijn innerlijk is en blijft steeds bij de ene, eeuwige, enig ware God, wiens liefde mijn leven en wiens licht mijn ware weten en kennen is.
Hoofdstuk 182: Het verhaal van Oubratouvishar over zijn reis naar Memphis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Toen ik mij verloor in zulke gedachten, brak mijn hart en ik moest huilen en daarbij zei ik luid: 'O, waarom zijn wij zwarten dan niet geheel en al dieren, die niet kunnen denken en ook niets kunnen voelen?! Wat een prachtige dingen kunnen de echte mensen, deze ware aardse goden, scheppen, en wij kunnen niets daarbij vergeleken, wij zwarte halfmensen en halfdieren! En toch maken al die prachtige dingen die de echte mensen geschapen hebben zo'n machtige indruk op ons!'
Hoofdstuk 183: De vloek van de overbeschaving van de Egyptenaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Jullie zijn nog wat de mens moet zijn! Voor jullie vlucht de woedende leeuw, en tijgers, panters, hyena's, wolven, beren, slangen en adders mijden jullie nabijheid; slechts de tamme kudden volgen jullie op de voet! Met zulke eigenschappen toegerust, staat de mens nog op dat niveau van het verheven oerbestaan waarop de Schepper hem aan het begin van alle schepselen gesteld heeft. Ga liggen in het gras waarin de klapperslang en de giftige adder hun lichtzinnige spel spelen, en zij wijken van de geheiligde plaats waarop de mens als heer van de natuur zijn ligplaats heeft gekozen! De kwade mier, de vloek van zo vele bossen en steppen, trekt weg zodra de mens in zijn oerkracht het gebied betreedt en zijn woning opricht. De leeuw, de panter, de kwaadaardigste tijger blijft ver van de kudden die de echte mens bewaakt, en de krokodil, de draak van de Nijl, is nooit te zien in die delen van het land die door mensen bewoond worden. De ibis, de ooievaar en de icz ne ma on (ichneumon = gif heeft hij niet) staan de mensen heel bereidwillig ten dienste en reinigen het land van al het kruipende ongedierte, en de scherpziende arenden zoeken naar alle kadavers en eten die, opdat de lucht daardoor niet verpest zal worden.
Hoofdstuk 184: De zegen van de oerkultuur bij de eenvoudige mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Een van de leiders van de wacht, die bijna net eender gekleed was als de vriend die ons de weg hierheen had gewezen, maakte tegen de overste de opmerking, dat die plek die overigens wel erg welig begroeid en grasrijk was, een echte slangen en adderwei was, waarop geen mens en geen vee het goed uit kon houden.
Hoofdstuk 185: Het verblijf van de Nubiërs in Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De overste zei: 'Verdorven mensen en hun vee weliswaar niet, maar dit zijn nog echte oermensen, die ook nog echt heer en meester zijn over de hele natuur en haar schepselen, wat voor aard die ook hebben! De vele slangen en adders zullen hun zeker niet alleen niets doen, maar samen met hun gebroed zullen zij heel gauw maken dat ze wegkomen. En jullie als hun wachters zullen met het ongedierte ook niet de minste moeilijkheden krijgen, daar kunnen jullie volkomen zeker van zijn! -Maar haal nu tweeëntwintig paar Ieren bandschoenen, daarmee willen wij deze onbedorven mensen uitrusten opdat zij op onze scherpe zandbodem hun voeten niet onnodig te gronde richten! ,
Hoofdstuk 185: Het verblijf van de Nubiërs in Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar hier zullen jullie, weliswaar tegen jullie gewoonte in, genoegen moeten nemen met wat Mijn tafels jullie bieden en jullie oude dadels en vijgen door jullie kamelen op laten eten. Ga daarom dus daar aan de tafels zitten die leeg staan, dan zullen jullie meteen ruimschoots van spijs en drank voorzien worden! Oubratouvishar , jij moet hier komen zitten, want ook jij bent voor je volk een echte koning, en dit is een tafel voor koningen, die met elkaar moeten bespreken hoe hun volkeren geleid en tot mensen opgevoed moeten worden!"
Hoofdstuk 189: Oubratouvishar beschrijft zijn vaderland Nubië. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Dat hij een groot geleerde is, weet ik; maar dat hij nu ook een wijze en een echte priester is geworden, wist ik natuurlijk niet! Ik moet hem nu echter meer in gedachte houden, want door zijn inspanning voor de Moren heeft hij zich voor mij heel verdienstelijk gemaakt. Het zou hem erg veel plezier doen als hij hier was! Wat denkt U eigenlijk over mijn Justus Platonicus? Hoe is zijnen ook mijn verhouding als heiden ten opzichte van het rijk van God op aarde?"
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[20] Als jullie bij Hem willen komen, moeten jullie Hem vóór alles boven alles liefhebben en jullie moeten elkaar als ware broeders en oprechte zusters liefhebben; zonder die liefde is het zo goed als onmogelijk om bij Hem te komen! Maar pak jij, verschrikte haas, nu je schat op en leg hem op tafel en kijk of het wel de echte is!"
Hoofdstuk 200: Raphaël overtuigt de zwarten van de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] "Bij ons bestaat het echte opvoeden hieruit, dat wij eerst het gemoed van onze kinderen zoveel mogelijk op onze manier veredelen; en is het gemoed eenmaal in orde, dan krijgt ook het verstand dezelfde ontwikkeling als wijzelf bezitten. Maar de blanken beginnen hun kinderen, zodra ze maar beginnen te brabbelen, verstandelijk te ontwikkelen, en geloven dat als het kind eerst maar een volkomen ontwikkeld verstand heeft, dat verstand dan wel voor het hart zal zorgen!
Hoofdstuk 209: De ontwikkeling van het verstand en het gemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Ja, maar waarom stel ik al deze domme vragen?! Ik had het thuis nog enkele ogenblikken voor ons vertrek in mijn handen, legde het toen in de hoek van mijn hut om mijn kameel rijklaar te maken en mijn kudde bijeen te drijven, en legde er een kalebasschaal overheen! Door het bijeendrijven van de kudden en het klaarmaken van mijn kameel vergat ik het schitterende natuurproduct; jij kunt het niet bij mij weggehaald hebben! Je hebt het dus nu duidelijk op wonderbaarlijke wijze gehaald; maar - hoe, hoe is dat jou als zichtbaar mens van vlees en bloed mogelijk?! Want hier, daar, en weer hier, was bliksemsnel! Dat is zuiver een handeling die alleen een god mogelijk is! Je bent of zelf een god, of een echte dienaar daarvan! "
Hoofdstuk 186: Oubratouvishar verlangt zekerheid over de plaats waar de Heer verblijft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Nu duizelt het de zwarte Nubiërs helemaal van verbazing; want dit is voor hen iets wat alles te boven gaat. Zij zijn zuivere, nog geheelonbedorven natuurmensen en kunnen, omdat zij nog echt heer en meester zijn over de natuur, door de standvastigheid van hun volle geloof en wil veel tot stand brengen wat een mens die in zijn wereldse alledaagsheid reeds diep gezonken is, als een groot wonder moet voorkomen, en het zou daarom heel moeilijk geweest zijn door een ander wonder indruk op deze oernatuurlijke gemoederen te maken. Het genezen van een ziekte zou daar niet op zijn plaats geweest zijn, want deze echte natuurmensen kennen geen ziekte. Hun oude mensen bereikten altijd een zeer hoge leeftijd en hun sterven was altijd slechts een heel rustig en pijnloos inslapen.
Hoofdstuk 187: De Nubiërs herkennen de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] De overste haalde zijn schouders op en zei: 'Op directe wijze zeker nog nooit; maar indirect vindt men in de geschriften en mondelinge overleveringen echte voorbeelden van heel rechtvaardige en vrome mensen, die in een zekere geestesvervoering gebracht zijn waarin zij de geest van God zagen als een licht dat alle ruimten der oneindigheid vervulde en waarbij zij waarnamen dat zij zelf een deel van dat licht waren. Allen die zo'n genade ten deel viel, getuigen dat zij in dit licht door en door gegrepen werden door een onuitsprekelijk geluksgevoel en begonnen te profeteren; en wat zij dan profeteerden, is ook steeds uitgekomen. Maar nog nooit heeft een sterveling de ware oergod in een andere vorm gezien!
Hoofdstuk 193: De grote rotstempel Jabu Simbil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] De kleine honden waren vaak ook bewakers van de kippen en hun kuikens, waarvoor zij speciaal werden afgericht. Dat alles was een uitvinding van Shivinz, die deze vogels als eerste in nuttige huisdieren had veranderd en de Egyptenaren had laten zien hoe goed hun vlees smaakt en hoe buitengewoon goed hun gebakken en gekookte eieren smaken. Zo leerde hij de bewoners van dit grote land, die toen reeds zeer in aantal toegenomen waren, nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe kudden kennen, waarvan het gebraden vlees en de eieren later eigenlijk wat te goed smaakten, - daar er anders in de tijden daarna geen echte kippenoorlog uitgebroken zou zijn, die zelfs door de Griekse geschiedschrijver Herodotus als mythe wordt vermeld.
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Daarom zullen jullie nu deze mensen iets laten zien van wat jullie kunnen als echte oermensen, om daarmee deze vele blinde broeders van jullie die nog zeer verkeerd zijn, een les te geven! Er zijn er al enkelen bij die zeer dicht bij de voltooiing staan, maar als mens is geen van hen zo ver als ook maar de minste onder jullie! -Willen jullie dat voor Mij doen?"
Hoofdstuk 210: Over de onbedorven oertoestand van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] De AANVOERDER zegt: "Heer, Almachtige! Als het er alleen maar om ga ze te verdrijven, hoeft U het maar te denken en dan is de hele heuvel voor alle tijden der tijden vrij van al het ongedierte; maar als het hier ook alleen maar om een voorbeeld gaat, om te laten zien welke kracht in de echte oermensheid verborgen ligt, dan doen wij dat net zoals alles volgens Uw zeer heilige wil!"
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...