Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1077 resultaten - Pagina 33 van 72

...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...
[1] (De Heer:) 'Jij denkt nu weliswaar bij jezelf 'Ja, de goddelijke wijsheid en almacht zou daar toch heel gemakkelijk toe in staat moeten zijn!' Maar Ik zeg je: als Ik dat wilde, zou het voor Mij ook niet nodig zijn geweest om Zelf ooit in het vlees als een mensenzoon op deze aarde te komen en jullie mensen als een leraar te onderrichten, en zou het in de oertijd ook niet nodig geweest zijn om allerlei wijzen en profeten voor jullie op te wekken.
Hoofdstuk 171: De leiding van menselijke zielen naar voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Hierop liep onze arts zeer bedachtzaam naar Rafaël toe, die intussen met Kisjonah en Philopold sprak over enkele dingen die de nabije toekomst betroffen, maakte een diepe buiging voor hem en zei toen: 'Hoge geest uit de hemelen en zalige vriend van Degene die nu als mens die vlees en bloed heeft aangenomen onder ons verblijft en door Zijn woord en Zijn daden van Zichzelf getuigt dat in Hem de oereeuwige, meer dan wijze en almachtige geest van de enig ware, ene God woont, wil mij toch iets meedelen over het wezen van het rijk Gods, en zo, dat het voor mij, nog zeer onvolmaakt mens, begrijpelijk is!'
Hoofdstuk 173: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Rafaël zei: 'Ja, vriend, zo schuchter moet je niet voor mij staan, want dan kan ik niet bijzonder veel over het wezen van het rijk Gods openbaren, omdat een schuchtere ziel zich niet bepaald in de toestand bevindt om diepere waarheden in zich op te nemen en die aanschouwelijk te begrijpen, tot nut van haar goddelijke geest, die in haar wakker moet worden. Vat dus moed en beschouw mij als je broeder, die vroeger ook het vlees van deze wereld heeft gedragen; dan zullen wij gemakkelijk met elkaar praten!'
Hoofdstuk 173: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Als je dat moeilijk kunt geloven, voel dan aan mij, dan zul je een mens met vlees en botten voelen, zolang ik dat wil; maar als ik alles weer in het zuiver geestelijke wil veranderen, zul je mij weliswaar nog net zo zien als nu, maar niet met je lichamelijke ogen, maar met de ogen van je ziel, die ik bij jou kan openen wanneer en zolang ik wil. Kom maar dichterbij en voel aan mij; want ook het opdoen van die ervaring hoort erbij, als ik voor jou het wezen van het rijk Gods nader en sterker belicht!'
Hoofdstuk 174: Het wezen van Rafaël (26.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] En kijk, zoals het nu is, zo was het en zal het ook in de toekomst zijn; want ieder mens bezit zijn liefde, zijn wil en zijn verstand in vrijheid! Ook al begrijpt hij met zijn verstand de volle waarheid, dan ziet hij met zijn begerige ogen toch ook de wereld met haar vele bekoorlijkheden en wil en kan zijn hart daar niet van losmaken omdat ze zijn vlees meer bevallen dan de geestelijke dingen, die zijn zintuiglijke oog niet kan zien en zijn vlees niet kan voelen.
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Bovendien is ook traagheid de mens erg eigen. Hij heeft wel vaak het ene goede voornemen na het andere; maar als hij het helemaal, metterdaad tot uitvoering zou moeten brengen, dan begint zijn trage en genotzuchtige vlees zich daartegen te verzetten en trekt ook de ziel omlaag naar wat voor hem in zijn traagheid en zinnelijkheid het belangrijkste is. Wat heeft de ziel dan voor baat bij helderheid in de dingen van de geest, als ze zichzelf niet wil verloochenen en in volle ernst de wegen wil opgaan waarlangs ze de volledige eenwording met Mijn geest in haar zou kunnen bereiken?!
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Nu denk jij natuurlijk in je hart en zeg je bij jezelf: 'Heer, maar waarom hebt U de ziel van de mensen dan met zulk vlees omhuld, als dat alleen maar ongeschikt is voor haar geestelijke voleinding?'
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als de ziel dan slechts een klein beetje moeite wil doen om zich metterdaad tot het geestelijke te verheffen, krijgt het geestelijke ook direct een geweldig overwicht en verheft de ziel zich met groot gemak boven het gewicht van de traagheid van de materie van haar vlees en dringt ze door tot het leven van de geest in haar.
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Als ze dat met enige moeite heeft gedaan, kan de zwaarte van de materie van haar vlees haar niet meer belemmeren bij het voortschrijden naar een zo hoog mogelijke levensvoleinding; en ook al stoot ze op die gemakkelijke weg van vooruitgang af en toe nog tegen een kleine steen des aanstoots, dan kost het haar maar heel weinig moeite om die uit de weg te ruimen.'
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] (De Heer:) 'Als een ziel echter de zuivere leer heeft gekregen, de waarheid ook wel begrijpt en bij zichzelf denkt: ' Aha, nu weet ik wat ik met recht voor mijn heil moet doen; maar voordat ik daar helemaal mee aan het werk ga, wil ik toch ook een poosje genieten van de bekoorlijkheden en aangename dingen van deze wereld, omdat ze mij geboden worden. Want nu ik de wegen naar de geestelijke voleinding precies ken, zal het er wel niet echt op aankomen wanneer ik die in volle ernst wil gaan bewandelen; en als ik die weg opga, zal ik ook zeker vooruitkomen!' - Kijk, vriend, dan begint de ziel de bekoringen en aangename dingen van de wereld te proeven en vervolgens ook met volle teugen te gemeten; daardoor geeft ze aan de materie van haar vlees een flink overwicht, dat slechts heel moeilijk of vaak helemaal niet meer met haar heldere inzicht in de dingen van de geest overwonnen kan worden.
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Hierop werd bij de mensen uit Joppe voor enkele ogenblikken hun innerlijke gezicht geopend en ze zagen als het ware in een zee van licht talloze scharen volmaakte geesten, en uit die scharen engelen Gods klonk als uit één mond een machtige stem: 'Gelukkig degene die de Heer heeft herkend, Hem boven alles liefheeft en getrouw volgens Zijn woord handelt en leeft; want hij is reeds in zijn vlees aan ons gelijk, en wij zijn altijd bereid om hem in alle broederlijke liefde te dienen!'
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Hierop werd het gezicht de buitengewoon verbaasde mensen uit Joppe weer ontnomen, omdat ze het van al te grote gelukzaligheid niet langer in hun vlees hadden kunnen verdragen.
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] En als wij vaak genoodzaakt zijn om onze knieën te buigen voor mensen, die toch onze gelijken zijn, dan geloof ik dat het nog onuitsprekelijk veel passender is om voor de Heer van eeuwigheid onze knieën en ons hele lichaam te buigen; want ook ons lichaam is alleen Zijn werk en het is de drager van de levende ziel die, als ze zich teveel overgeeft aan de begeerten van haar vlees, bedorven kan worden. Als ze echter haar lichaam aanpast aan haar hoge innerlijke, geestelijke streven en het tegelijk met zichzelf vergeestelijkt, dan kan ze daardoor toch waarschijnlijk niet in strijd met Uw orde handelen, die de macht en de kracht van Uw eeuwige goddelijke wil is, en U daarmee op een of andere wijze onwelgevallig worden?'
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar je zei onder andere ook dat je al heel lang een burger van de grote wereld aan gene zijde bent! Zouden we derhalve moeten aannemen dat jij ook eenmaal als mens van vlees en bloed op deze aarde hebt geleefd?'
Hoofdstuk 213: De Heer bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Gisteren op de berg heb je toch de ziel van je vader en de zielen van verschillende bekenden van je gezien en zelfs gesproken, en je hebt ook het zinloze bestaan van heel veel zielen aan gene zijde gezien. Ik zeg je dat door Mijn talloze engelen ook aan hen het evangelie verkondigd wordt. Degenen die daar naar luisteren, het aannemen en zich ernaar richten, zullen ook de zaligheid bereiken, maar niet zo gemakkelijk en snel als op deze aarde, waar de mens veel en dikwijls heel zware strijd heeft te leveren met de wereld, met zijn vlees en met nog heel veel andere dingen -al is dat ook maar van korte duur -en waardoor hij alle mogelijke geduld, zelfverloochening, zachtmoedigheid en deemoed leert.
Hoofdstuk 2: De beperkingen van een wetmatige verbreiding van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...