Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1346 resultaten - Pagina 33 van 90

...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...
[3] Hij moet zich precies houden aan de tien geboden die door Mozes aan de mensen zijn gegeven, en deze bestaan samengevat hieruit, dat men ten eerste vast gelooft aan een waarachtige God, Hem boven alles uit alle macht liefheeft, zijn broeders en zusters echter gelijk zichzelf en in geval van nood zelfs meer!
Hoofdstuk 230: De weg naar de verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] In deze in feite maar twee geboden ligt dan ook de hele wet van Mozes, alsook alle profeten, die omwille van een beter begrip niets anders dan alleen dit met veel woorden onderwezen hebben.
Hoofdstuk 230: De weg naar de verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En zie, er verschenen twee profeten, Mozes en Elia, en zij spraken duidelijk met Mij over hetgeen er over een paar jaar met Mij zou gebeuren en of dit niet veranderd zou kunnen worden. (Matth. 17,3) Ik verzekerde hun echter dat Ik onmogelijk iets anders zou kunnen doen dan alleen datgene wat de Vader, die in Mij is en woont, wil.
Hoofdstuk 235: De Heer in gesprek met Mozes en Elia (Ev. Matth. 17,3) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Maar IK sprak met de beide profeten en zei tegen Elia: 'Aan het eind der tijden van deze aarde zul je nog een keer in het vlees tot de mensen van deze aarde gezonden worden, maar niet meer met een verhuld innerlijk geestelijk oog, maar even helder en nog helderder dan de beide vorige keren onder de namen 'Sehel' en later 'Elia', en broeder Moisez (Mozes) zal je begeleiden, maar puur in de geest; want zijn vlees blijft tot aan het einde der tijd eigendom van de aarde.
Hoofdstuk 235: De Heer in gesprek met Mozes en Elia (Ev. Matth. 17,3) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Nu werd het drietal weer wakker, ze stonden van de grond op en zagen Mij, Mozes en Elia zonder lichtende glans, wat heel aangenaam voor hen was, omdat ze door het te sterke licht van voorheen zeer sterk verblind werden. Ze vertelden hoe ze in hun droom met vele profeten uit vroegere tijden gesproken hadden over alle toestanden van het leven aan gene zijde, precies alsof ze op aarde waren en handelden; ze waren over veel geheime zaken voorgelicht.
Hoofdstuk 236: De drie leerlingen verkeren met de geesten van Mozes en Elia. Gods geest in de mens als gids tot alle waarheid. (Ev.Matth. 17, 4-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Het is waar, Aziona heeft me tot nu toe veel en zeer opmerkelijke zaken verteld, waarachter waarschijnlijk wel een of andere geheime, door ons nog helemaal niet onderkende waarheid steekt; maar de lieve aarde heeft sinds Mozes, Socrates en Plato al heel wat buitengewoon wijze mannen gedragen, die men heel goed reeds voor goden had kunnen aanzien. Zij bestonden zeker, en alle krachten van de natuur gehoorzaamden hun wenken! Maar ze werden toch ouder en zwakker en gebrekkiger, en aan het einde van hun dagen bleken ook zij slechts sterfelijke en vergankelijke mensen te zijn, en zij zijn in hetzelfde niets overgegaan als degenen die zoals wij mensen van weinig betekenis waren, die nooit op de gedachte zijn gekomen op de wereld iets te willen betekenen. Daarom is alles ijdel in deze wereld vol dood!
Hoofdstuk 181: Hirams stoïcijnse-naturalistische wereldbeschouwing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] De wederzijdse toenaderingsneiging kan echter alleen maar binnen de heilzame perken worden gehouden, doordat er aan de vrije ziel wetten worden gegeven volgens welke deze met vaste schreden de gang van haar natuurlijke leven kan inrichten. Natuurlijk kunnen zulke wetten, willen ze ten volle werken en zegen brengen, alleen maar door Hem gegeven worden die hemel, geesten, zon, sterren, de maan, deze aarde en alles wat zich erin, erop en erboven bevindt, ademt en leeft heeft geschapen. En dat is van de kant van de Schepper ook te allen tijde gebeurd; alleen waren er altijd maar weinigen die zulke wetten ernstig in alles in acht hebben genomen. Maar degenen die volgens zulke voorschriften leefden, hebben daar ook altijd de ware tijdelijke en eeuwige zegen van geoogst; maar de trage mensen en zij die geringschattend zijn en ongelovig, hebben het tegendeel ervaren aan zichzelf, zoals zelfs ook aan anderen die waren zoals zij.
Hoofdstuk 199: De verscheidenheid der werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Mozes en Elia onderwezen hen nog verder over de meest verschillende toestanden in het grote hiernamaals.
Hoofdstuk 236: De drie leerlingen verkeren met de geesten van Mozes en Elia. Gods geest in de mens als gids tot alle waarheid. (Ev.Matth. 17, 4-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Het drietal was zo verrukt en gelukkig, dat PETRUS luid uitriep: 'Heer, het is hier goed om te zijn! Als U wilt, zullen we hier drie hutten bouwen: voor U een, voor Mozes een en een voor Elia!" (Matth. 17,4)
Hoofdstuk 236: De drie leerlingen verkeren met de geesten van Mozes en Elia. Gods geest in de mens als gids tot alle waarheid. (Ev.Matth. 17, 4-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar PETRUS vroeg nog: 'Heer, zondigen de heidenen, die voor het overige vaak zeer respectabel zijn, niet wanneer ze het vlees van onreine dieren eten? Want ons joden is dat verboden en wie het zou eten, zou een grove zonde tegen de wet van Mozes begaan."
Hoofdstuk 239: De zegen van de matigheid. De toebereiding van het vlees van onreine dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Hier viel EEN LEERLING Mij in de rede en zei: 'Heer, volgens hetgeen U nu zegt zal het er in het hemelrijk zeer mager uitzien; want waar op aarde leeft de mens die zonder het te willen niet het een of andere kind ooit geërgerd heeft? En ik acht het mogelijk dat wanneer zo'n kind ook nooit door iemand geërgerd werd, het toch op volwassen leeftijd instinctief door zijn eigen ontwaakte driften geërgerd wordt en gedeeltelijk ook door de noodzakelijke kennismaking met de wetten van Mozes. Wilt U ons daarom duidelijk maken wat U ons met deze woorden, die zeer hard zijn, hebt willen zeggen?"
Hoofdstuk 244: De grootste in het hemelrijk. Over de ergernissen (Ev. Matth. 18. 1-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Al is deze daad nog zo noodzakelijk voor het bereiken van het door U reeds eeuwigheden geleden gestelde belangrijkste doel, dit feit zal weinig of niets bijdragen aan een geruststellende opheldering voor het menselijk verstand, en daarom zal dit te allen tijde de vraag stellen: 'Waarom moest de Almachtige dan zo vreselijk mishandeld worden door Zijn schepselen om hen de zaligheid en het eeuwige leven te kunnen geven? Waren Zijn zuiverste leer en het feit dat Hij wonderen deed die enkel en alleen aan God mogelijk zijn, niet voldoende? Als dit de mensen niet beter maakt, hoe moeten Zijn lijden en sterven dat dan doen?'
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[18] Nu kwam PETRUS nogmaals naar Mij toe en zei: 'Heer, dat is nu allemaal goed en juist, en het spreekt vanzelf dat wij deze regels van U zelf zeker volledig in acht zullen nemen, en ze ook de andere mensen op het hart zullen drukken opdat zij ze trouw in acht nemen; maar het gaat me nu om één enkel kritisch punt en dat is het volgende: Hoe vaak moet ik, of een ander, iemand die tegen mij gezondigd heeft met vergeving tegemoet komen volgens de door U nu aan ons gegeven verzoenlijke regels? Is zeven maal volgens de wet van Mozes genoeg?" (Matth. 18,21)
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Toen zeiden DE KNECHTEN: 'We wisten wel dat hij grote wonderen verricht; maar dat ook de wind en het meer hem gehoorzamen, wisten we niet! Hij moet waarlijk een groot profeet zijn, zo groot als Mozes en zo groot als Elia!"
Hoofdstuk 252: De Heer vaart met Zijn leerlingen naar de overkant van de zee (Ev. Matth. 19,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] En PETRUS zei: 'Oneindig veel groter dan Mozes en Elia! Vraag nu niet verder, maar let op het schip; als de tijd rijp is zullen jullie wel meer over de goddelijkheid van de Heer vernemen! We komen nu spoedig bij de monding van de Jordaan en daar is het oppassen geblazen dat we niet in de stroming terechtkomen, want het is moeilijk om daar zonder gunstige tegenwind uit te komen"
Hoofdstuk 252: De Heer vaart met Zijn leerlingen naar de overkant van de zee (Ev. Matth. 19,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...