Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3506 resultaten - Pagina 33 van 234

...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...
[5] Petrus wilde nog meer zeggen, maar IK zei tegen hem: "Wek eerst de andere leerlingen, voor je verder vertelt!" - En Petrus deed dat.
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] De leerlingen richtten zich op van de grond en verwonderden er zich eveneens over dat ze nu pas merkten dat ze geslapen hadden, terwijl het naar hun gevoel was alsof ze de hele nacht door volkomen wakker geweest waren en ongehoorde wonderen hadden gezien.
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] De leerlingen gaan nu naar alle kanten van de berg en de verbazing stijgt ten top, en ANDRÉAS zegt: "Tot nu toe hebben wij in de korte tijd van een half jaar zoveel wonderbaarlijks gezien en gehoord, dat men nauwelijks zou geloven dat er nog maar iets mogelijk zou zijn dat als een nog groter wonder aangemerkt zou kunnen worden, en toch staat ons verstand opnieuw stil! onze dromen worden werkelijkheid!
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Door de toespraak van Andréas werden alle leerlingen, behalve Judas, die Andréas een overdreven dweper noemde, van vurige liefde vervuld, kwamen naar Mij toe en riepen Mij een geestdriftig "Hosianna " toe als ochtendgroet.
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Wie God niet als een volmaakt mens liefheeft, kan nog minder zijn naaste liefhebben, die een nog heel onvolmaakt mens is! Als er echter geschreven staat dat God de mens geschapen heeft naar Zijn evenbeeld, wat moet God dan anders zijn -als de mens Zijn evenbeeld is -dan ook een mens, maar dan natuurlijk geheel volmaakt!? Of zie Ik er nu anders uit dan een mens omdat jij, Mijn kindje, een paar heel kleine druppeltjes van Mijn heerlijkheid hebt gezien?"
Hoofdstuk 144: God, de volmaakte mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[25] De HOOFDMAN zegt: "Dat is ook haast niet aan te nemen, omdat je al ver op ons voor ligt, maar je zult gezien jouw grote liefde voor Hem, ook een kleine en kort durende periode van alleen gelaten zijn, als een berg zo zwaar op je voelen drukken! -Maar nu gaan wij naar Hem, want Hij schijnt iets van plan te zijn!"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Weliswaar ligt de oorzaak daarvan bij jullie niet in onkunde of eigenzinnigheid, maar in jullie oude gewoonte. Let echter in het vervolg toch meer op, opdat de mensen kunnen merken, dat jullie echt Mijn leerlingen zijn, en je voor de wereld niet de achting verliest die je voor je nieuwe ambt bovenal nodig hebt.
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Ga nu maar naar jullie leerlingen en leer ze dit, anders zullen ze jullie gaan vragen, wat en waarom jullie Mij hardop gevraagd hebben!"
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De HOOFDMAN zegt: " Ja, lieve kleine Jarah, mijn geloof is nu vaster dan deze berg en mijn hinderlijke angst is met de hulp van de almachtige Heer ook voor altijd verdwenen, -daar kun je van verzekerd zijn! Maar jouw souvenirs zijn ook van onschatbare aardse waarde. Die mossel met haar inhoud weegt op tegen de waarde van geheel Jeruzalem, want zij bevat vier en twintig parels ter grootte van een klein kippeëi, waarvan er één al honderdduizend pond goud waard is! Maar welke waarde deze zeer harde, doorzichtige en mooier dan de morgenster lichtende steen heeft, daar is op aarde geen maatstaf voor! Kortom, je bent nu niet alleen geestelijk, maar in werelds opzicht het rijkste meisje ter wereld! Waarlijk, je bent nu nog rijker dan alle koningen en keizers van de wereld bij elkaar! Wat vind je daarvan?"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Dan gaan de LEERLINGEN naar de twee Essenen en de groep Farizeeën en zeggen tegen hen: "Verbaas je er niet over dat ook wij nog wel eens het een of ander hardop aan de Heer vragen, want ook wij zijn maar mensen en laten ons zo nu en dan door onze oude gewoonten leiden!"
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Richt daarna een school op en leer de leerlingen het feest van de sabbat te houden, en vier het zelf iedere dag gedurende enige uren, en je zult weldra de grote zegen in jezelf beginnen waar te nemen!
Hoofdstuk 150: Opdracht aan de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] EBAHL deelt nu het brood uit en breekt, om niet tekort te komen, slechts kleine stukken van het halve brood; maar het halve brood wil niet kleiner worden. Als hij echter ziet dat het niet kleiner wordt, hoewel hij alle berggasten voor een paar mondenvol extra gegeven had, begint hij grotere stukken erbij te geven, maar ook nu wordt het halve brood niet kleiner. Als hij dan ziet dat de berggasten nóg trek hebben, begint hij het uitdelen weer van voor af aan en breekt nu nog grotere stukken van het brood. En als hij rondgegaan is onder de goed dertig mensen die met ons de berg hebben bestegen, heeft hij nog een behoorlijk stuk in de hand en zegt tegen Mij: "Heer dat heb ik over. Zal dat wel genoeg zijn voor U, voor Raphaël, voor Jarah en voor mij?"
Hoofdstuk 151: De gezegende maaltijd op de berg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Nadat Ik dat gezegd had ging alles op weg, en Ik, de kleine Jarah en Raphaël gingen vooruit en gaven zo de weg aan, en het ging snel en gemakkelijk bergaf het dal in naar Genezareth. Na ongeveer twee en een half uur waren wij al weer vlak bij het stadje Genezareth.
Hoofdstuk 153: De afdaling van de berg. In Genezareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] IK zeg: " Als jullie dat blijven doen, dan zal ook Ik in jullie blijven, en daaraan zal men zien, dat jullie werkelijk Mijn leerlingen zijn!
Hoofdstuk 157: Aalmoezen en herdenkingsfeesten. Aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De HOOFDMAN zegt: "Dat is prima, deze kerels zullen aan ons Genezareth denken! Komen ze hier voorbij, of nemen ze de route door de bovenste kleine arm? Of gaan ze soms door de geul die bovenlangs de kleine arm, respectievelijk daarvan slechts door een hele smalle landtong gescheiden in de zee uitkomt, maar toch wel diep en breed genoeg is om een bark met een lading van een dertigtal mensen te dragen zonder de modder van de bodem te raken?"
Hoofdstuk 162: Julius werkt de Farizeeën weg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...