Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5122 resultaten - Pagina 33 van 342

...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...
[12] De KLEINE antwoordt met een van liefde vervulde en kinderlijk onschuldige zachte stem: "O ja, voor U doe ik alles ontzettent graag! U hoeft het maar te zeggen - en ik stort mij terwille van U in Ieder vuur en ook van de hellingen van deze berg naar beneden in de zee, als die er weer is."
Hoofdstuk 135: Jarah's bewijs van liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zeg: "En toch zou geen aards vuur je nog kunnen branden of vernietigen, want je bent zelf al gevuld met het sterkste en machtigste vuur! Ook stenen en water zouden je nooit kwaad kunnen doen, want jouw vastheid van wil binnen Mijn orde is harder dan een diamant en jouw hart is zachter dan alle wateren van de hemelen! Kortom je hebt al een plaats in Mijn hart veroverd, en Ik geef je daarom de vrijheid om de engelen iets te zeggen wat zij moeten uitvoeren, en zij zullen het uitvoeren alsof Ik het Zelf opgedragen zou hebben. Bedenk nu dus een opdracht en geef die aan de engel, die al heel verlangend wacht om van jouw hart een opdracht te krijgen. Wens maar iets, en alles zal ogenblikkelijk ten uitvoer gebracht worden!"
Hoofdstuk 135: Jarah's bewijs van liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De ENGEL zegt: " Je kunt dat natuurlijk nu nog niet begrijpen, maar binnen niet al te lange tijd zal dat allemaal zonneklaar voor je worden. Voorlopig kan ik je wel zoveel zeggen dat wij engelen niets uit ons zelf kunnen doen, maar alles enkel en alleen doen door de almachtige wil van de Heer, die jij zo bijzonder liefhebt.
Hoofdstuk 136: Engelenmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] IK zeg: " Allerliefste Jarah, dat is voor jou nog veel te moeilijk! Maar Ik zal je uit bijzonder grote liefde tot jou toch wat zeggen: Kijk, als Ik het weten wil, kan Ik natuurlijk al altijd al alles weten wat er van een mens terecht komt. Maar de mens moet als hij volwassen wordt geheel vrij en zelfstandig beslissen. Daarom trek Ik Mij op een bepaald moment terug van de mens en kijk niet naar wat hij met zijn vrijheid doet, behalve wanneer hij Mij dringend vraagt hem te helpen bij zijn vrije strijd tegen de wereld. Dan kijk Ik naar hem, help hem op de goede weg en geef hem bij de strijd tegen de wereld nieuwe kracht.
Hoofdstuk 137: Geestelijke blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Petrus wilde nog meer zeggen, maar IK zei tegen hem: "Wek eerst de andere leerlingen, voor je verder vertelt!" - En Petrus deed dat.
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Dan gaan de LEERLINGEN naar de twee Essenen en de groep Farizeeën en zeggen tegen hen: "Verbaas je er niet over dat ook wij nog wel eens het een of ander hardop aan de Heer vragen, want ook wij zijn maar mensen en laten ons zo nu en dan door onze oude gewoonten leiden!"
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Maar zo'n ziel is dan ook al bijna verloren! Alleen als er stormen, dat wil zeggen zware beproevingen van boven, zouden opsteken, die de kwade wolken in de ziel zouden verjagen, en als de ziel daarna meteen door het houden van de ware sabbatsrust haar levenszee tot rust zou brengen, dan zou zij te redden zijn, -maar anders niet!
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] JARAH zegt: "O nee, U ziet er nog steeds hetzelfde uit, en in mijn hart is het ook niet anders geworden! Ja, ik zou U van pure liefde nu nog liever helemaal in mijn hart willen hebben! Ik zou U zo stevig willen omarmen dat mijn aderen zouden kunnen scheuren en U dan nooit meer loslaten, ja, ik zou Uw gezicht met ontelbare kussen willen overdekken en nooit meer willen ophouden U te kussen! Kortom, ik heb helemaal geen woorden om te zeggen wat ik uit pure liefde wel allemaal voor U zou willen doen! Maar U bent nu het allerheiligste, allerhoogste Goddelijke wezen, en ik denk daarom in mijn hart dat ik veel te onwaardig ben om U zo lief te hebben alsof U een mens zou zijn. Maar ik heb er nu wel een idee van, wat ik kan en mag, maar toch houdt mijn hart daar geen rekening mee en houdt nog vuriger van U dan eerst!"
Hoofdstuk 144: God, de volmaakte mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] En de beide ESSENEN zeggen: "Dat dachten wij al, want wij hebben, zoals jullie ons dat geleerd hebben, de Heer in onze harten hetzelfde gevraagd en ogenblikkelijk kregen wij heel duidelijk antwoord in ons hart. Daarom vonden wij het wat vreemd dat jullie het hardop vroegen. Maar zoals gezegd, wij dachten meteen dat zoiets bij jullie vaak nog puur uit gewoonte kan gebeuren en stelden ons daar volkomen mee tevreden. Wij hebben vannacht zulke merkwaardige droomgezichten gehad, zoals wij, zover wij ons kunnen herinneren, nooit eerder gehad hebben. En wat daarbij het wonderbaarlijkste is: ieder van ons heeft precies hetzelfde gedroomd, en alles wat wij in die zeer vreemde droom zagen, is nu op klaarlichte dag werkelijkheid! Nee, dat is nog nooit gebeurd!
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De beide ESSENEN komen nu dichter bij Mij en zeggen: "Heer , Heer, dat daar oneindig veel uit te Ieren is kon wel eens een eeuwige waarheid zijn, maar is onze ziel wel geschikt voor zulk hoog onderwijs?! Wij kijken wel met gretige ogen in de met licht gevulde diepten van Uw wonderscheppingen en in ons hart verbazen wij ons buitengewoon, maar wij zijn veel te blind om ook maar het wonder van een dauwdruppel naar waarde te schatten en het te begrijpen, Iaat staan dan die wonderen, die in onmeetbare grootten en afstanden lichtend voor ons aan het firmament op en ondergaan! Ook over de boven de wolkjes heen en weerzwevende lichtpuntjes hebben wij al met Petrus gesproken, maar hij kon ons daarover niet voldoende inlichten. - Als het U, o Heer, schikt, zou U ons daarover wel iets kunnen vertellen!"
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De ESSENEN zeggen: "Eigenlijk niets anders dan het stralende vlak, dat vrij snel uit de lichte ondergrond omhoog komt; het spel van de lichtvisjes is nu plotseling opgehouden, en de wolkjes worden dunner en verdwijnen ook de een na de ander. En nu staat ook al de hele schijf of bol boven de horizon, en nu komt er ook een tamelijk koel windje uit het oosten naar ons toe. Maar dat is dan ook alles wat wij opmerken."
Hoofdstuk 149: Verdere geestelijke symboliek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De beide ESSENEN kijken naar de diepten van de aarde en zeggen dan: "Wij zien de dalen vol lichtgrijze nevels, ook de oppervlakte van de zee is bedekt met een grijswitte mist, maar de nevel uit de dalen trekt omhoog en bedekt hier en daar al de lage heuvels. -Heeft dat allemaal soms ook de een of andere geestelijke betekenis?"
Hoofdstuk 149: Verdere geestelijke symboliek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De beide ESSENEN zeggen: "Ja Heer, die is zo duidelijk als de zon daar! Oh wat is deze grote heilige leer heerlijk! Oh, wat weten de mensen nog veel dingen niet, die ze toch evengoed zouden moeten weten als het feit dat ze leven! Heer, wij nemen op ons om de ons nu gegeven leer over de echte sabbatsrust in U, bij de mensen te introduceren. Deze overtreft al het hiervoor gesprokene en het door U geleerde, want wij zien in alle voorgaande lessen slechts een voorbereiding tot het gemakkelijker volgen van déze heilige leer! Waarlijk, daarvoor moesten alle hemelen geopend worden om aan de mens deze heiligste leer der leren terug te geven! - Maar nu komt er een heel andere vraag, en nu aan ons!
Hoofdstuk 149: Verdere geestelijke symboliek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Zelf zou Ik jullie allen nog veel te zeggen hebben, alleen zouden jullie dat nu nog niet begrijpen en verdragen. Maar als de geest van de volle waarheid in jullie zal ontwaken, dan zal hij jullie zelf in alle wijsheid leiden; en deze geest is het goddelijke evenbeeld in jullie harten, en jullie zelf zullen hem in je wekken door het juiste vieren van de sabbat. Zeg eens of jullie dat nu allemaal goed hebben begrepen?!"
Hoofdstuk 150: Opdracht aan de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De ESSENEN zeggen heel kleintjes: " Ja, Heer! Wie zou Uw heilige woorden niet begrijpen? Dat zijn geen woorden als die van een mens! Uw woorden zij alle reëel, zij zijn helemaal licht, warmte en leven! Als U, o Heer, spreekt, voelen wij in ons een wezenlijke ontwikkeling, zodat het ons toeschijnt dat er met ieder woord uit Uw mond de een of andere onmetelijk grote nieuwe schepping ontstaat, -en wij voelen in ons een oneindige nieuwe wording!
Hoofdstuk 150: Opdracht aan de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46  ...