Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 34 van 42

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42
[19] Wie de zonde wil oordelen moet zelf zonder zonde zijn, want het is onmogelijk dat de ene zondaar de andere moet oordelen. Als echter voor God alle mensen zondaars zijn en de ongerechtigheid hun aandeel is, met welk recht willen ze dan oordelen?
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[27] Wie kan er iets aan doen, als iemand een verkeerd geloof meekrijgt vanuit een verkeerde leer? Ik zeg voor wie gelooft zoals hem werd geleerd, is zo'n geloof dan ook niet verkeerd, en hij zal genade vinden! Maar wee de leraar die een valse leer verkondigt! Want hij is een boosdoener en een verstoorder van de goddelijke ordening! Niet wij echter, maar de Heer alleen kan hem oordelen!
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Robert zegt: 'Edele mensenvriend, weet je, uit puur menselijk verstandelijke overwegingen schijnt de toenmalige noodzaak jou ter grotere beveiliging van je leer alsook van je eigen persoon deze geboden te hebben afgedwongen. Want als jij tegen het koningschap had geijverd zoals Jehova in het Oude joodse Testament door de mond van Samuel, dan zou jouw verheven moraal onder de trotse wereldheerschappij van Rome wel nauwelijks de bijna 2000 jaar bereikt hebben, behalve langs zuiver bovennatuurlijke weg, waarover de duistere ultramontanen veel weten te vertellen. Hoeveel waarheid daarin ligt, daarover zul jij hopelijk beter kunnen oordelen dan ik, die niet zoals jij getuige heb kunnen zijn van al de gruwelen van dit nieuwe Babel!
Hoofdstuk 17: De Heer brengt naar voren: 'Wees onderdanig aan de overheid'. Robert trekt dit gebod in twijfel. Hij wenst opheldering over de God-menselijke natuur van Jezus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Ik zeg verder: 'Je zegt nu bij jezelf: 'Ja, het is allemaal juist, wanneer de Godheid zo spreekt tot degenen die zich tengevolge van hun volste vrijheid helemaal van haar hebben losgemaakt overeenkomstig hun eigen innerlijke geaardheid. Zodoende kan dit schijnbaar schrikbarende oordeel onmogelijk zo huiveringwekkend zijn, als men op het eerste gezicht vermoedt. Maar hoe zit het dan met het verhaal van de arme Lazarus en de rijke zwelger die zich zonder enige genade in het verschrikkelijkste vuur van de hel bevindt? Die daar smeekt en wiens smeken niet verhoord wordt? Tussen hem en Gods genade wordt een niet te overbruggen kloof beschreven, waarover in alle eeuwigheid geen brug leidt. Wat zegt de goddelijke liefde, wijsheid en erbarming daar dan op?'
Hoofdstuk 30: Over de rijke zwelger en de arme Lazarus in het hiernamaals. Wie heeft de hel gemaakt? Alleen de boosaardigheid van de geesten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Robert zegt: 'Ja, mijn beste vriend, dat is een heel netelige vraag! Want hoe kan ik hier nu raden wat de goede Paulus daarmee eigenlijk heeft bedoeld! Het zou uiterst gewaagd zijn ronduit te beweren: dat, en niets anders heeft deze hoogst eerbiedwaardige leraar van de heidenen daarmee bedoeld. Ik vind het trouwens erg aanmatigend van menig geleerde, wanneer ze kortweg beweren de ware geest van een of ander geniale schrijver volledig te hebben begrepen! Ik ben veel bescheidener en laat in zulke gevallen heel graag anderen oordelen. Bevalt mij hun oordeel, dan betuig ik hun mijn instemming. Bevalt het me niet, dan luister ik nog naar de meningen van anderen en handel zodoende ook volgens Paulus, die zegt: 'Beproef alles, maar behoud slechts het goede!' Als goed echter kan ik slechts datgene erkennen, wat het meest overeenstemt met mijn innerlijke overtuiging. Zou Paulus het eerste bedoeld hebben, wat best mogelijk kan zijn, dan had hij onmogelijk het tweede kunnen bedoelen, en omgekeerd! Dat is mathematisch en logisch juist.
Hoofdstuk 32: Heb Mij, Jezus, lief want in Christus woont lichamelijk de volheid van de Godheid! Robert twijfelt aan de Godheid van Jezus; wil echter blind geloven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Robert zegt: 'Luister, als we dat nu eens laten rusten; wat voorbij is, is voorbij! Niemand van ons, uitgezonderd mijn verheven vriend, kan van zichzelf beweren dat hij nooit gefaald heeft. Ik geloof eerder, dat ieder van ons het scala van alle doodzonden wel meer dan ééns heeft doorlopen. Het zou wel heel dom van me zijn, als ik deze drie beschuldigden als onschuldig voor jullie zou willen kwalificeren. Zij hebben hun danige portie zonden begaan, maar wij van onze kant zijn er ook niet zuinig mee omgegaan! Om te bepalen wie van ons voor Gods rechterstoel eigenlijk het meest rijp voor de hel zou zijn, zou de eeuwige Meester van het leven niet veel hoofdbrekens kosten. Maar ik denk, omdat we geen van allen iets waard zijn voor God, dat we elkaar hier maar niet meer moeten aanklagen. Het is beter dat we elkaar onder algemene, wederkerige amnestie de hand reiken, elkaar alles vergeven en hier in dit nieuwe rijk van het leven ook een nieuwe kolonie stichten van louter vrienden en broeders. Dat zal voor ons in het vervolg betere vruchten afwerpen, dan wanneer we elkaar hier nog zouden oordelen, waar ieder van ons toch al een behoorlijke mate van het oordeel op zijn schouders te dragen heeft! Wat denken jullie, hoe bevalt jullie mijn goedbedoelde voorstel?'
Hoofdstuk 62: Bij het losbandige Weense gezelschap. Heilzame kuur voor deze wellustelingen. Robert moedigt hen aan om het huis binnen te treden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] De patheticus zegt: 'Nou, nou, het is al goed! Hoor eens vrienden, als het in de wereld van de geesten overal zo vervelend toegaat als hier, dan is deze wereld een fraaie beloning voor de zure voorbereidingen op aarde, voor het veel geroemde leven van de ziel na de dood! Op aarde heeft een ontwikkeld, achtenswaardig man zich toch door zijn positie, zijn hoge openbare functie en zijn welgesteldheid kunnen vrijwaren van de aanvallen van dergelijk ordinair gespuis. Maar hier echter groeit dit gepeupel iemand brutaalweg boven het hoofd, en tenslotte zou men het nog als een genade moeten beschouwen dat je zo'n bolwangige meid mag aankijken! Als toppunt van deze maatschappelijke smakeloosheid moet deze toch overigens zeer achtenswaardig uitziende man zich ook nog voor deze rotte pomerans interesseren en haar tot onze spijt helemaal tot in de hemel verheffen. Dat ontbrak nog maar aan onze volledige wanhoop! En die beweerde, dat hij een allerintiemste vriend van God zou zijn! Te oordelen naar zijn genegenheid voor deze Lerchenfeldse met haar bolle wangen, haar volle boezem en haar brede achterwerk, moet de met hem bevriende Godheid een ware superlatief van laagheid zijn! Deze veile deerne stinkt van ontucht, en hij wil haar vormen en tot een sieraad van dit huis verheffen! Luister, dat zal me een fraai sieraad worden! Hahaha!'
Hoofdstuk 68: De wachtende heldin en de hoogmoedige patheticus. De laatste door de Heer terechtgewezen.Liefdewonder aan de heldin Helena - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[28] Toen de grootste en zuiverste van alle geschapen geesten op de Sinaï met satan streed om het lichaam van Mozes, hetgeen jou, broeder Mozes, bekend is, veroordeelde desondanks de machtigste geest satan niet, maar sprak tot hem: 'De Heer zal je oordelen!' Als zelfs een Michaël zich geen oordeel over satan aanmatigde, hoe zouden wij dan over onze broeders kunnen oordelen of de Heer tot een gericht willen bewegen? 0, dat zij verre van ons!
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Helena zegt: 'O liefde, goedheid, wijsheid, o God, o Vader, o Jezus! Hoe zou men daar nog iets tegen in kunnen brengen! Want met de oneindige wijsheid, waarmee U nu het ontstaan van de mensheid en haar ontwikkeling tot het hoogste, vrije levensniveau overeenkomstig de zuiverste waarheid hebt aangetoond, is dat zeker nog nooit voor mensenogen en -oren gebeurd!
Hoofdstuk 95: Uitleg van de Heer over de ontwikkeling van zelfstandige wezens. Sleutel tot begrip van het leven op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] Je zei: 'Waar is die God die mij zou kunnen oordelen voor het opvolgen van de in de natuur gelegde wetten?' Ik vraag je echter: welke God heeft dan de tweede, afschuwelijke wet ingesteld als gevolg van de eerste, wanneer deze gewetensvol en ijverig wordt nageleefd?
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] O jij, oerdomme kerel van een Robert Blum! Op aarde was je een ezel en hier ben je een os! Dus in één persoon het complete vee, dat bij de geboorte van Christus aanwezig was. Nou, mooi zo! Werkelijk, jij zult het in jouw hemel nog ver brengen. Denk jij dan, koninklijke, Saksische boekenjood, dat ik niet elk woord heb gehoord van jullie beraadslagingen over de gehele oneindigheid Gods? Maar ere wie ere toekomt, of niet! De mooie Lerchenfeldse Aurora had het belangrijke voorrecht te mogen oordelen, en jullie wijze Gods-ossen en -ezels hebben het genoegen gehad te zonnebaden in haar wijsheid, net als de bladmijten in de heerlijke stralen uit de snuit van een glimworm! Ja, dat was werkelijk hemels mooi, verheven en de grote God waardig, of niet soms?
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Ja, jullie domme kerels van een hemelse wijzen! Wie heeft er dan de natuur geschapen en wie heeft met almachtige hand de ijzeren wetten in haar gelegd? Kijk, de echte, alleen eeuwig waarachtige Godheid! Hoe kan een worm echter zondigen, wanneer hij datgene doet waartoe de wetten der natuur hem instinctmatig aanzetten? Volgens mij is alleen diegene wijs, die de wetten in de grote natuur in zijn voordeel gebruikt en daarnaar leeft. Een ezel is echter diegene, die zich boven de wetten der natuur verheft en enkel een bovenzinnelijke vreugde nastreeft, die nergens anders bestaat dan in zijn domme hersenen. Wanneer ik echter volgens zulke wetten heb geleefd, zeg eens, waar is dan die God die me daarvoor zou kunnen oordelen?'
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na deze woorden van Robert komt Dismas meteen in beweging en komt met hem naar Mij, de Heer des levens, toe. Hij valt daar bij de tafel met gebogen hoofd voor Mij neer en roept luid: '0 Heer, eeuwig onwaardig om Uw heilig gelaat te aanschouwen, lig ik voor U in het stof van mijn onwaardige nietigheid als een ellendige worm vol schandelijke hoererij en echtbreuk. Ik vraag U, mij de onverkorte straf voor al mijn aardse schanddaden overeenkomstig Uw gerechtigheid te laten ondergaan. Uw wil geschiede!'
Hoofdstuk 100: Dismas bekent tegenover God zijn grote schuld, vraagt echter niet om genade, maar om een gepaste straf. Gevolgen van dat verkeerde verzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Goed, wat gaan jullie nu doen? Willen jullie hem oordelen, of willen jullie hem alles vergeven en hem weer in jullie harten opnemen?' Beiden zeggen: 'O heilige, beste Vader, we hebben hem allang alles vergeven en zijn volkomen bereid om hem met alle liefde weer op te nemen en voor eeuwig te behouden, wanneer dat tenminste niet indruist tegen Uw heilige wil!'
Hoofdstuk 103: Emma en Olaf vergeven hun schuldenaar Dismas. Over de sterke paulinische geest van Dismas. Een hemelse opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Wil je helemaal volgens Mijn ordening zijn, dan moet je deze rechter ook uit je hart verbannen. Je zult daarna eeuwig geen honger of dorst meer voelen. Want kijk, Ik alleen ben een rechter, goed en rechtvaardig in de volheid van Mijn macht en kracht. En toch oordeel Ikzelf niemand! Maar een ieder oordeelt zichzelf naar zijn liefde. Is deze zuiver en goed, dan zal ook zijn oordeel over zichzelf goed zijn; is zijn liefde echter onzuiver en slecht, dan komt zijn oordeel daarmee overeen. Wanneer Ik echter vanuit Mijn macht en kracht niemand oordeel, hoeveel minder komt het jou dan toe om iemand te oordelen.
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42