Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 34 van 1166

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[9] Wel, als mensen geboden geven, is dat begrijpelijk, omdat in hun denken en willen geen goddelijk verlichte volmaaktheid kan zijn, en het is ook heel natuurlijk dat bij menselijke wetten dan achteraf allerlei aanvullingen en uitleggingen te voorschijn moeten komen; maar bij een waarachtig goddelijke wet moet waarlijk geen zodanige leemte voorkomen dat die dan pas achteraf met allerlei aanhangsels en toelichtingen aangevuld moet worden! Ja, als je de zaak zo bekijkt, zou je bij de Mozaïsche wet op de gedachte kunnen komen dat deze helemaal niet zuiver goddelijk is, of dat hij door de zelfzuchtige kwade wil van de mensen zo is vervormd. Ik wil daarmee geen oordeel over de wet uitspreken, maar alleen mijn tot nu toe nog beslist erg kortzichtige mening geuit hebben.'
Hoofdstuk 31: Het vijfde gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Ik zei: 'Waarom zou Ik dat doen! Ik heb in alle eeuwigheid nog nooit een wezen gestraft, tenzij het zichzelf heeft gestraft - des te minder zal ik jou ooit straffen voor je goede en edele hart. Integendeel, Ik zegje: Je zult binnen zeven jaar naar je land terugkeren en Ik zal uit jouw lendenen een geslacht verwekken dat de uitgestrekte landen van het Noorden meer dan duizend jaar in Mijn naam zal regeren en leiden. Maar je latere nakomelingen zullen de heerschappij niet behouden, omdat zij ruw en zeer heerszuchtig worden. Alleen, daar hoef jij je niets van aan te trekken, want Ik zal daar altijd bestuurders kiezen zoals Ik ze precies zal kunnen gebruiken. Het rijk zal steeds met geringe wijzigingen hetzelfde blijven; maar in later tijden zullen de bestuurders zich niet in Azië, maar in Europa vestigen. Wees daarom allen bijzonder vlijtig en leer al het goede en ware en verplant Mijn licht ook naar het zeer duistere Noorden!
Hoofdstuk 39: De opvattingen van de jonge slaaf De toekomst van Rusland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar Ik Zelf zei tegen hem: 'Broeder, bespaar je de moeite, want zie je, wij weten werkelijk overal van! Die meer dan dertig Grieken zijn een goede vangst voor onze zaak, maar zij moeten eerst volledig op het rechte spoor gebracht worden. De harde heidense twijfelstenen moeten eerst net zo worden opgelost als Mijn Rafaël de harde stenen in hun handen volledig heeft doen verdwijnen. Dan zal er ook met hen wel iets te beginnen zijn, en zullen zij in hun land heel bruikbare voorlopers worden voor Mijn ware leerlingen. Maar ga nu aan tafel zitten en eet en drink!
Hoofdstuk 43: De vraag van Agricola over het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Want ik moet juist in mijn werkkring van hoog staatsambtenaar voornamelijk toezicht houden op het hele priesterdom in het grote Romeinse keizerrijk en heb mij bij die gelegenheid ook de exacte kennis eigen gemaakt van alle godsdiensten die in het hele rijk voorkomen, wat reeds blijkt uit het feit dat ik mij ook in de joodse leer heel nauwgezet heb laten onderrichten. Iemand zoals ik, voor wie alle geheimen ontsluierd moeten worden, heeft dan ook al heel veel op deze aarde leren kennen, en hier en daar oude en ook jonge mensen met heel speciale talenten en gaven gezien en leren kennen, waarbij mijn verstand, dat echt niet zo gering is, dan ook dagenlang stil stond.
Hoofdstuk 43: De vraag van Agricola over het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Maar hij zei (Nikodemus): 'Jullie hebben mijn raad nooit serieus genomen, omdat jullie mij er al meermalen van hebben beschuldigd dat ik het heimelijk met de Galileeërs hield, en ik beschouw bij deze ongelooflijke aangelegenheid mijn raad dan ook overbodig. Want als Jehova welverdiend een grote straf of zelfs de volledige ondergang voor ons heeft bepaald, dan zal geen enkele menselijke raad daar nog iets aan kunnen doen en aan ons weinig zeggende ambt is dan voor altijd een eind gekomen. Als Jehova echter de twaalf verschrikkelijke vuurzuilen alleen als een laatste waarschuwing tot ware boete voor ons heeft neergezet, dan zullen wij nog wel op het juiste moment door een profeet vernemen, welke boete en offers God van ons verlangt. Maar denk er allen wel aan: jullie hebben Zacharias vermoord hoewel hij duidelijk een profeet was! Ook de prediker en doper aan de Jordaan is door jullie tussenkomst in de gevangenis van Herodes onthoofd. En opnieuw kwam er een grote wijze uit Galilea, leerde drie dagen in de tempel, en zijn leer was goed en waar voor het volk en daarom jullie wilden hem ook stenigen. ja, als jullie alle mensen die met de geest van Jehova vervuld zijn, steeds zo willen bejegenen, dan is onze algemene, wisse ondergang niet meer te voorkomen, en kan zelfs God jullie geen raad meer geven en ik al helemaal niet, hoewel ik een Oudste in de tempel ben!'
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Nikodemus zei: 'Broeder, je hebt volkomen gelijk; maar wat wil je, als je helaas lid van de tempel bent en alleen al handen vol werk hebt om de tempel er toe te bewegen, geen te grote inbreuk te plegen op de rechten van de mensen? Om dat te bewerkstelligen, moet je helaas vaak met de wolven in het bos meehuilen en ze ongemerkt op een verstandige manier afleiden van de goede kudden, opdat die niet volledig door hen verscheurd en verslonden worden! En daarom was het voor mij echt niet zo gemakkelijk om me vrij te maken en mij zo met de Heiland bezig te houden als het eigenlijk zou moeten, zoals ik ook jou, mijn trouwste vriend, al bijna twee jaar lang niet heb kunnen ontmoeten, behalve in de tempel. Want eerst baarde de profeet Johannes de tempel grote zorgen, en nu weer de Heiland uit Nazareth, en er werd over diens doen en laten en over Zijn leer bijna wekelijks uitgebreid beraadslaagd, en men greep naar middelen om Hem het zwijgen op te leggen; maar tot nu toe allemaal zonder resultaat, omdat het volk Hem deels voor een groot profeet, deels ook voor een nieuwe koning, maar grotendeels voor de waarachtige Messias houdt, wat eerlijk gezegd -ook bij mijzelf het geval is.
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Ik zei: 'Dat zullen zij ook niet doen, maar in hun woede en moordlust zullen zij zo'n druk uitoefenen op de Romeinse rechter en zo'n groot aantal betaalde getuigen tegen hun offerlam naar voren brengen, dat de rechter tenslotte zal moeten doen wat zij willen. Weliswaar geloven al veel mensen van het volk in Mij en Mijn leer, maar de tempel heeft toch een grote, zij het ook totaal blinde aanhang, waarmee men nog van alles uit kan richten. Dat de tempel nog veel aanhangers heeft, bewijst de bijna ontelbare mensenmenigte die op de feestdagen een bedevaart naar de tempel maakt. Deze grote, massale bedevaarten tonen immers meer dan voldoende aan, hoevelen er nog met de tempel verbonden zijn, en hoeveel blinden er nog in het hele joodse land zijn die God een welgevallige dienst denken te bewijzen als ze heel gewetensvol doen wat hun door de tempel wordt bevolen. Als je dat goed voor ogen houdt, zul je nu nog heel weinig joden vinden die voor het leven van Mijn lichaam borg willen staan.'
Hoofdstuk 50: De Heer legt de lichtverschijnselen uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] O ja, de mensen hoeven zich helemaal niet aan Mijn lichaam te vergrijpen om toch het eeuwige leven van hun ziel te kunnen verwerven, zoals ook jullie het zullen verkrijgen wanneer jullie tot aan het eind van je aardse leven bij Mijn leer blijven zonder dat zich iemand aan Mij hoeft te vergrijpen; en de ene die zich aan Mij zou vergrijpen, zou het leven niet hebben en het ook niet verwerven.
Hoofdstuk 51: Het verleden en de toekomst van de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] En zo is alles watje in deze wereld ook maar zien kunt, een gericht dat door God is ingesteld, en wie zich van het geestelijke en dus ook van God afwendt en zich in zijn ziel op de materie van de wereld richt, kan onmogelijk ergens anders terechtkomen dan in het oude gericht en de dood daarvan; want de vrijheid en het volkomen afwezig zijn van gerichten is alleen in de zuivere geest uit God, die ieder ten deel kan en zal vallen die volgens Mijn leer leeft, en gelooft dat Ik vanuit God als Zelf God in deze wereld ben gekomen om alle mensen het ware levenslicht en het eeuwige leven te geven. Want Ikzelf ben de waarheid, het licht, de weg en het leven. - Begrijp je dat nu?'
Hoofdstuk 53: Over de maat van het goede en het slechte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Uit al die vele gedeeltelijke onthullingen van de innerlijke, geestelijke betekenis van Gods woord zal uiteindelijk een ware en grote licht en levensleer ontstaan, en deze leer zal dan het grote en nieuwe Jeruzalem zijn, dat uit de hemelen naar de mensen zal neerdalen. En wie in de nieuwe leer zullen zijn en leven, zullen in het nieuwe Jeruzalem wandelen en er eeuwig wonen, en aan hun grenzeloze zaligheden zal nooit een einde komen. Want Ikzelf zal bij hen zijn en zij zullen de talloze heerlijkheden van Mijn liefde, wijsheid en almacht aanschouwen.
Hoofdstuk 54: De uitleg van het derde lichtverschijnsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] De twaalf poorten betekenden nu echter niet meer dat de nieuwe stad gebouwd was uit de twaalf stammen van Israël, maar uit de twaalf voornaamste grondbeginselen van Mijn leer, welke zijn vervat in de tien geboden van Mozes en in Mijn twee nieuwe geboden van de liefde; want dat zijn de poorten waardoor de mensen voortaan zullen binnengaan in de nieuwe stad van God, die vollicht en leven is.
Hoofdstuk 54: De uitleg van het derde lichtverschijnsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Wel, Mijn manier van leren en spreken is in de ogen van de wereldse geleerden een dwaasheid, omdat zij niets afweten van de geest en zijn kracht en met hun grove zintuigen niets waarnemen; maar toch is Mijn leer een wijsheid van de diepste en verhevenste soort, echter alleen voor de ogen, oren en harten van de volmaakte mensen, die van goede wil zijn en de geboden van God altijd gehouden hebben. Maar voor de wijzen en leiders van deze wereld, die net als hun wijsheid vergaan, is Mijn leer dat natuurlijk niet.
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Als jullie op Mijn wegen zullen wandelen en blijven, zoals Ik jullie dat leer en geleerd heb, dan zullen jullie ook in Mij zijn en Mijn geest in jullie, en daarmee zullen jullie alles kunnen doen en tot stand brengen wat zijn wijsheid jullie zal zeggen en wat zijn wil in jullie zal willen. En daarmee is jullie alle noodzakelijke wereldse verzorging voor de tijd van je aardse leven ook in meer dan overvloedige mate gegeven.
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zei: 'O ja, je hebt helemaal gelijk; want zolang de mens een sterveling blijft, zal hij zelfs het allerduidelijkste antwoord op jouw vier vragen nooit kunnen begrijpen. Maar als hij door het opvolgen van Mijn leer tot de wedergeboorte van zijn geest is gekomen en daardoor onsterfelijk is geworden, zal hij het zonneklare antwoord op jouw wat vreemde vragen wel in zichzelf vinden; want alleen de geest doordringt zichzelf en zodoende ook Gods diepe geestelijke wijsheid, zoals Ik jullie gisteren in de nacht duidelijk genoeg heb laten zien. Maar omdat jouw geheugen niet zo best is, vraag je nu weer naar zaken die Ik al duidelijk heb belicht. Als je echter de aardse dingen al niet kunt vatten, dan kan het je toch niet verbazen dat je de geestelijke en hemelse dingen en omstandigheden nog minder kunt begrijpen.
Hoofdstuk 61: Het voedsel van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Dat maakte op de Romein een nog geweldiger indruk en hij zei tegen de engel (de Romein): 'Deze steen blijft voor mij een waardevolle steen, ter herinnering aan wat hier zo wonderbaarlijk is voorgevallen! Maar nu nog een vraag! Kijk, in mij woont toch ook een ziel, en daarin bevindt zich volgens jullie leer een geest die geheel gelijkwaardig is aan die van jou! Waarom kan ik dan niet door mijn geest ook doen wat jij als geest kunt doen?'
Hoofdstuk 69: De macht van de engelen. Verhouding tussen geest en ziel. Wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...