Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

30449 resultaten - Pagina 34 van 2030

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[9] ('Jullie weten niet wat je aanbidt; maar wij weten het, want de redding komt toch van de Joden!' Joh. 4:22) 'Jullie beklimmen de berg wel en bidden daar, maar je weet niet wat je daar bidt en tot wie je bidt. Zo is het ook bij degenen, die te Jeruzalem aanbidden; ze lopen wel in de tempel en jammeren daar afgrijselijk, maar ze weten ook niet wat ze doen en wat ze aanbidden!
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Maar toch komt het heil niet van jullie, maar van de Joden, zoals God door de mond der profeten gezegd heeft! Lees maar het derde vers in het tweede hoofdstuk van de profeet Jesaja en je zult het vinden!'
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] ('Maar de tijd komt, en is er nu al, waarin de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid; want de Vader wil Zelf dat de mensen Hem zo zullen aanbidden.' Joh. 4:23) Ik zeg: 'Je hebt Mij nog steeds niet begrepen. Kijk, God de eeuwige Vader is noch een berg, noch een tempel, noch de ark en hoort net zo min thuis op de berg, in de tempel of in de ark! Daarom zeg Ik je: De tijd komt en is nu al zichtbaar, waarin de echte aanbidders God de Vader in geest en waarheid aanbidden zullen; want de Vader wil Zelf van nu af aan, dat de mensen Hem zo zullen aanbidden!'
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Wie op deze wijze, met zo'n hart, God liefheeft, is een echte aanbidder van God de Vader, en de Vader zal zijn gebed steeds verhoren en God zal er niet op letten of de plaats, die Hem totaal niet interesseert, een berg of Jeruzalem is, want de aarde is overal op dezelfde wijze van God. Hij let alleen maar op het hart van ieder mens! Ik denk, dat je Mij nu wel begrepen hebt.'
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De vrouw zegt: 'Ja Heer, nu heeft u duidelijker gesproken! Maar zeg mij: Heeft u nu geen dorst meer en wilt u niet meer uit de kruik van een zondares drinken?' Ik zeg: 'Beste vrouw, laat dat maar rusten, want zie je, jij bent Mij liever dan je kruik of je water! Toen Ik je te drinken vroeg, bedoelde Ik niet je kruik, maar je hart, waarin een veel kostbaarder water zit, dan in deze bron en in je kruik. Met het water van je hart kun je ook je hele lichaam genezen; want dat deel van jou wat Mij goed doet, dat zal je genezen, als je het geloof daarvoor hebt!
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De vrouw zegt: '0 Heer, hoe moet ik dat doen, hoe moet ik het water van mijn hart in mijn schaamte brengen? Heer, vergeef mij dat ik zo vrij met u praat; maar ik ben een ongelukkige vrouw, en weet u, de ellende ziet de schaamte niet als schaamte, maar ziet alleen maar zichzelf en maakt het spreken gemakkelijker naarmate de nood hoger is. Als ik niet zo ongelukkig was, echt dan zou ik u mijn hart geven! Maar - o God, heilige Vader, Die mij helpen moge! -ik ben toch zo ellendig ziek en mag aan mijn vele zonden geen nieuwe meer toevoegen; want het zou zeker de grootste zonde zijn om aan een rein iemand zoals u een onrein hart aan te bieden!'
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] 'Mijn beste vrouw', zeg Ik, 'je bood weliswaar je hart niet aan, maar Ik heb het Zelf genomen toen Ik je om water vroeg! Daarom mag je je hart toch aan Mij aanbieden, want Ik neem ook de harten van de Samaritanen aan! Als je Mij liefhebt, dan is het goed; want Ik heb je allang, nog voor je aan Mij denken kon, liefgehad!'
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Noch hier in Samaria of in welk ander oord dan ook, en toch ken Ik je al sinds je geboorte, zelfs nog van vroeger al en Ik heb je altijd al als Mijn leven liefgehad! Hoe bevalt je dat, ben je tevreden met Mijn liefde? Weet je wel, dat toen je op je twaalfde jaar in Samaria in een regenput viel, Ik het was die je er uit trok; maar je kon de hand niet zien, die je uit de put trok! Weet je dat nog?'
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Waarop Ik hem antwoord: 'Maak je daarover maar niet druk! Want geloof Me, datzelfde zal ons lichamelijk en vooral geestelijk nog heel vaak overkomen, als wij door de dorst van onze liefde gedreven aan de deuren van de mensen zullen kloppen om een kruik te zoeken voor het scheppen van het levende water; maar wij zullen de harten afgesloten en leeg vinden! Begrijp je deze beeldspraak?'
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] (Komt en ziet een mens, die mij alles heeft gezegd wat ik ooit gedaan heb, Is Deze niet de Christus?' Joh, 4:29) Op dit moment vallen de mannen haar in de rede en vragen vol ongeruste nieuwsgierigheid: Nou, nou, wat is er dan, trekken vijanden ons land binnen of is er een sprinkhanenzwerm op komst?'
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Al een uur geleden ging ik naar buiten naar de Jacobsbron om voor deze middag water te halen, en zie, daar vond ik een mens, van wie ik eerst echt dacht dat het een Jood was, zittend op de borstwering van de bron! Toen Ik haast zonder op hem te letten mijn water uit de bron geput had, sprak de mens mij aan en wilde dat ik hem uit mijn kruik zou laten drinken. Ik stond hem dat niet toe, omdat ik dacht dat hij een Jood was.
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (En tegelijkertijd kwamen Zijn leerlingen, en zij verwonderden zich, dat Hij met de vrouw sprak. Toch zei niemand: 'Wat vraagt U, of waarover praat U met haar?' Joh. 4:27) Toen Ik dit zei, schrok de vrouw erg, temeer omdat net op dit ogenblik de eten brengende leerlingen uit de stad terugkwamen en heel verwonderd keken, toen ze Mij in gesprek met deze vrouw aantroffen. Ze durfden echter noch aan Mij, noch aan de vrouw te vragen, wat wij gedaan hadden of waarover wij met elkaar gesproken hadden. De andere tochtgenoten inclusief Mijn moeder, die ook nog hier was, sliepen nog dermate vast dat ze nauwelijks wakker te krijgen waren, want de lange tocht had hen allemaal erg vermoeid. Tenslotte kwam ook de leerling, die naar een kruik om water mee te putten gezocht had, met lege handen uit het dorpje terug: Hij verontschuldigde zich en zei: 'Heer, het dorpje telt toch zeker twintig hulzen, maar U kunt het geloven of niet, voor U is er niemand thuis en alle deuren zijn afgesloten!
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] (Toen liet de vrouw de kruik staan en liep snel naar de stad en zegt tegen de mensen: ' Joh, 4:28)] Met vreugdetranen in de ogen laat de vrouw de kruik achter en gaat van de bron snel naar de stad, ze kijkt onder het gaan nog vele malen groetend naar, Mij om, want ze heeft Mij zeer lief. De vrouw komt bijna bulten adem in de stad en ontmoet daar een groep mannen, die, zoals op de sabbat gebruikelijk, in een schaduwrijke straat voor hun genoegen heen en weer wandelen. De mannen, die de vrouw wel kenden, vroegen haar schertsend: 'Nou nou, waarom zo'n haast? Waar is de brand?' De vrouw kijkt hen welwillend ernstig aan en zegt: 'U moet niet schertsen, beste heren, want onze tijd is ernstiger dan u kunt vermoeden!'
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ik had Hem al eerder gevraagd, omdat Hij zei hoe ziek ik was, of ik niet weer gezond kon worden. En toen aan het eind zei Hij tegen mij: 'Wordt gezond', en zie, mijn kwaal verliet mij als een wind en nu ben ik helemaal gezond!
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ga toch naar buiten de stad en zie voor uzelf of dat niet werkelijk Christus, de beloofde Messias, is. Naar mijn mening is Hij het zeker, want grotere wonderen dan deze mens doet, zal Christus, als Déze het niet zou zijn, nooit kunnen doen! Ga dus naar buiten en overtuig uzelf! Ik ga nu vlug naar huis om betere kleren aan te trekken want zo kan ik niet in Zijn hoge bijzijn gekleed gaan! Als Hij de Christus niet zou zijn, dan is Hij toch zeker méér dan een profeet of een koning van het volk.'
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...